9.1: Van eeuwwisseling naar wereldoorlog (1900-1914)
Samenvatting
Tussen 1900 en 1914 streden Groot-Brittannië en Duitsland om de macht in Europa. De Verenigde
Staten was het modernste land. Vooral Europese immigranten stroomden het land binnen, ze
gingen werken in de industrie. De uitvinding van de loopband maakte massaproductie mogelijk.
De politieke banden tussen Amerika en Europa waren niet hecht. Dit kwam vooral door de
Amerikaanse buitenlandse politiek van isolationisme; de Amerikaanse president mengde zich niet
in politiek van het buitenland. Ze dreven echter wel handel met Europa. West-Europa was nog
steeds het economische en politieke centrum van de wereld. Sinds de vorming van het Duitse
keizerrijk, groeide de industrie. Deze late industrialisatie had ook zijn voordelen: de nieuwste
uitvindingen konden meteen geplaatst worden, er hoefden geen dingen gesloopt te worden.
Vergeleken met de Britse industrie, was die van Duitsland modern. Duitsland wilde graag kolonies
bezitten en was daarom jaloers op Groot-Brittannië. Om gelijk te staan met hun, had Duitsland
een vloot nodig. Toen keizer Wilhelm II zich inzette voor de bouw van een oorlogsvloot, begon er
een wapenwedloop met Groot-Brittannië.
Vanwege de wapenwedloop maar ook angst, zocht Groot-Brittannië een partner op het vaste
land. Frankrijk was ook bang, dus besloten ze een vriendschapsverdrag af te sluiten: de Entente
Cordiale (1904). Frankrijk had wraakgevoelens tegenover Duitsland, omdat ze in de Frans-Duitse
oorlog, Elzas-Lotharingen moesten afstaan. Ook het uitroepen van het Duitse Keizerrijk in
Versailles, hun trots, was een vernedering. In 1892 sloot Frankrijk een bondgenootschap met
Rusland en Groot-Brittannië sloot ook een vriendschapsverdrag met Rusland. Dit groeide uit tot
de Triple Entente (1907). Rusland was een zwakke bondgenoot:
Samenleving: Politiek: Internationaal:
- Weinig militaire wapens - Nog geen politieke - Verloren reputatie door
- Agrarisch, zonder stromingen oorlog tegen Japan
industrialisatie - Autocratische keizer
- Inwoners waren analfabeet - Parlement zonder macht
en leefden in kleine dorpen - Nationalistische
opstandelingen tegen de
tsaar
In Azië was Japan een machtig land. Ze moesten koloniseren, omdat ze zelf geen grondsto en
hadden; dit leidde tot imperialisme. In Azië waren de meeste kolonies van Europese landen.
Duitsland was rond 1910 een erg machtig land. Ook Rusland en Servië maakte zich ook zorgen,
vooral toen Duitsland een deel van Turkije dreigde over te nemen. Doordat Bosnië en Herzegovina
in 1908 ingenomen werden, nam de angst toe.
Onderzoeksvraag
Hoe zagen de internationale verhoudingen eruit voor de Eerste Wereldoorlog?
Voor de Eerste Wereldoorlog speelde angst een grote rol. Duitsland wilde koloniseren en dit werd
mogelijk gemaakt door de vloten die gebouwd werden. Groot-Brittannië zag dit als een bedreiging
en besloot een vriendschapsverdrag met Frankrijk te sluiten: de Entente Cordiale. Frankrijk sloot
een bondgenootschap met Rusland en dit deed Groot-Brittannië. Dit groeide uit tot de Triple
Entente.
ff
,Kenmerkende Aspecten
1. Het voeren van twee wereldoorlogen.
Doordat Duitsland steeds machtiger werd door hun moderne industrie, werden verschillende
Europese landen bang. Groot-Brittannië zocht een vriend in Frankrijk. Frankrijk had al
wraakgevoelens tegenover Duitsland, vanwege de Frans-Duitse oorlog en de erkenning in
Versailles. De Triple Entente werd gevormd met Groot-Brittannië, Rusland en Frankrijk. Dit waren
oorzaken van de Eerste Wereldoorlog.
2. Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme.
Duitsland was laat met de industrialisatie. Dit zorgde ervoor dat Duitsland geen kolonies had,
maar dat wilden ze wel; Duitsland was jaloers op Groot-Brittannië. Er werden vloten gebouwd
zodat het koloniseren kon beginnen. Hier werd echter niet goed op gereageerd. Groot-Brittannië
sloot met Frankrijk en Rusland een bondgenootschap, de Triple Entente, om Duitsland een stapje
voor te zijn.
Tijdlijn
1900-1914: Groot-Brittannië en Duitsland strijden om de macht in Europa
1913: Uitvinding loopband
1898: Vlootwet
1904: De Entente Cordiale
1892: Frankrijk sluit een bondgenootschap met Rusland
1907: De Triple Entente
1904-1905: Oorlog Japan en Rusland
9.2: De Eerste Wereldoorlog (1914-1918)
Samenvatting
In 1914 stonden twee bondgenootschappen tegenover elkaar: de Triple Entente van de
geallieerden en de Triple Alliantie van Italië, Duitsland en Oostenrijk-Hongarije (de Centralen). Als
een van de bondgenoten werd aangevallen, hielpen de andere bondgenoten deze. Beide
bondgenootschappen hadden een zwakke partner: Oostenrijk-Hongarije en Rusland. Oostenrijk-
Hongarije was een uitgestrekt land met veel nationalistische inwoners. Rusland kon de
wapenwedloop niet bijhouden door hun late industrialisatie. Duitsland was bang voor een
tweefrontenoorlog, dus werd het Von-Schlie enplan uitgewerkt: vóór het mobiliseren van het
Russische leger, schakelt Duitsland Frankrijk uit, om daarna tegen Rusland te vechten. Frankrijk
was druk bezig met het verbeteren van het leger, terwijl de anderen dat niet echt deden.
De moordaanslag op de Oostenrijk-Hongaarse troonopvolger (28 juni 1914) was een politieke rel.
Toch werd Servië aangewezen als verantwoordelijk. Servië had al eerdere problemen met
Oostenrijk-Hongarije. Servië was bondgenoot van Rusland, maar ze hielpen niet. Oostenrijk-
Hongarije eiste de verwijdering van antiOostenrijkse propoganda in het onderwijs, maar dit werd
afgewezen. Uiteindelijk verklaarde Oostenrijk-Hongarije op 28 juli 1914 de oorlog aan Servië. De
bondgenootschappen schoten te hulp.
ff
, Na deze moordaanslag, werd er voorbereid op een oorlog. Op 4 augustus trokken Duitse legers
België binnen; het Von-Schlie enplan begon. De opmars naar Frankrijk was snel en gewelddadig.
Mannen, vrouwen en kinderen werden zomaar geëxecuteerd, daarmee werden alle
oorlogsafspraken geschonden. Miljoenen Belgen vluchtten naar Nederland. Begin september zat
de Duitsers al in Frankrijk. Dit kwam tot een stilstand in de loopgravenoorlog. Nieuwe wapens
werden ingezet, zoals tanks en vliegtuigen. Ook het massavernietigingswapen gifgas.
De Duitse opmars ging in het oosten ook snel, eind augustus was de winst al behaald. Het
oostfront was veel breder, dus pas in november 1914 kwam het vast te liggen. Soldaten van beide
partijen groeven zich niet in loopgraven, maar achter stellingen. Oostenrijk-Hongarije streed aan
het oostfront en de Balkan. Turkije vocht tegen de Britten bij de Middellandse zee. In ruil voor het
land Zuid-Tirol, wisselde Italië in 1915 van bondgenoot en nam het zuidelijke front tegen de
Centralen. Op zee gebeurde er niet veel. Pas in 1917 kondigde Duitsland de duikbotenoorlog aan,
hierbij gingen veel schepen van neutrale landen er aan. Dit was de reden om de Amerikaanse
politiek los te maken van het isolationisme en deel te nemen aan de oorlog. Door deze deelname
waren alle continenten betrokken; een wereldoorlog.
Het oostfront was snel opgelost toen Duitsland en Rusland in maart 1918 de Vrede van Brest-
Litovsk sloten. De Duitse soldaten werden naar het westfront gedwongen om daar een
overwinning te forceren (Slag bij Marne II). De Duitsers liepen echter vast door weglopende
soldaten en Amerikaanse soldaten. In de herfst van 1918 kwam de oorlog aan een einde. In
Turkije, Oostenrijk-Hongarije en Duitsland braken revoluties uit. Op 11 november, na het
gedwongen aftreden van de Duitse keizer, werd de wapenstilstand gesloten.
Onderzoeksvraag
Hoe verliep de Eerste Wereldoorlog?
De Eerste Wereldoorlog ontstond door de nationalistische gevoelens van de bevolking, angst voor
de ander en door wraakgevoelens uit vorige oorlogen. Bondgenootschappen werden opgesteld
en uiteindelijk stond de Triple Entente (Groot- Brittanni , Frankrijk en Rusland) tegenover de Triple
Alliantie (Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië). Het was een lange loopgravenoorlog met veel
doden. Op 11 november 1918 werd de wapenstilstand gesloten.
Kenmerkende Aspecten
1. Het voeren van twee wereldoorlogen.
De Eerste Wereldoorlog ontstond door de nationalistische gevoelens van de bevolking, angst voor
de ander en door wraakgevoelens uit vorige oorlogen. Bondgenootschappen werden opgesteld
en uiteindelijk stond de Triple Entente (Groot- Brittanni , Frankrijk en Rusland) tegenover de Triple
Alliantie (Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië). Het was een lange loopgravenoorlog met veel
doden. Op 11 november 1918 werd de wapenstilstand gesloten.
2. De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie.
Door de verbeterde communicatiemiddelen zoals de telegraaf en de telefoon, die door de
industrialisatie konden ontstaan, konden massapropaganda en -organisatie beter verspreid
worden. Burgers konden op deze manier nog makkelijker gehersenspoeld worden.
3. Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de
betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog stierven meer dan een miljoen burgers. Er werd gebruik gemaakt
van nieuwe wapens zoals tanks, vliegtuigen en gifgas. Duitsland schond de oorlogsafspraken
door mannen, vrouwen en kinderen te executeren, zonder enige waarschuwing.
ff ë