Hs 1. Wat is cultuur en wat is interculturele
communicatie?
In dit hoofdstuk wordt besproken wat de begrippen cultuur en interculturele
communicatie betekenen:
Cultuur:
- Cultuur beïnvloedt de manier waarop we denken, voelen en ons gedragen.
- Cultuur vormt onze waarnemingen en vormt ons oordeel over andere.
1.1 Cultuur: zichtbaar en onzichtbaar
Cultuur zou je kunnen zien als een ui, met vele schillen ofwel lagen. Van de
buitenste laag tot aan de diepste laag ga je van direct waarneembare zaken naar
onzichtbare of abstracte zaken.
1. Tastbare zaken (buitenste laag)
De buitenste of zichtbare laag van een cultuur
noemen we tastbare zaken of artefacten. Als je
bijvoorbeeld als buitenlander in Nederland komt dan
zijn de tastbare zaken de eerste zaken die je
opvallen. Bijvoorbeeld: fietspaden, gebouwen met
grote ramen, lange mensen, kleding. Bij een bedrijf
zijn dit bijvoorbeeld: het bedrijfslogo, de huisstijl en
of de medewerkers formeel gekleed zijn.
2. Normen en waarden
Dit zijn zowel geschreven als ongeschreven standaarden/regels voor correct en
gewenst gedrag. Is het de gewoonte om een paar minuten te vroeg of precies op
tijd in de klas te komen? Of is het juist gewenst om een paar minuten te laat te
komen?
3. Basiswaarden (diepste laag)
Deze zijn abstract en onzichtbaar. We leren ze al op heel jonge leeftijd, voordat
we 7 zijn, en we zijn ons niet bewust van de invloed die ze hebben op ons doen
en laten.
1.2 Definitie van cultuur
In dit boek wordt niet Cultuur als muziek, kunst, theater of musea gezien maar
als cultuur als de patronen van denken, voelen en handelen die we
hebben aangeleerd, waar we mee vertrouwd zijn en die we delen met
anderen uit onze gemeenschap. In dit boek wordt gekozen voor een korte
definitie van Geert Hofstede, de Nederlandse cultuurdeskundige:
Cultuur is de collectieve mentale programmering die de leden van een
groep onderscheidt van die van andere groepen.
1.3 Culturele programmering
,Cultuur is aangeleerd. Hofstede noemt dit programmering en dit gebeurt via
opvoeding, socialisatie, normen en waarden en waarnemingen.
Opvoeding: Het geven van een hand aan een persoon die je nog niet eerder
hebt gezien. Dit is je op jonge leeftijd bijgebracht.
Socialisatie: Dit is leren door met anderen om te gaan. Voorbeeld: kijken hoe
andere mensen een hand schudden. Een slappe hand of stevige hand. In
Nederland wordt een stevige hand gewenst en een slappe hand als een teken
van een zwak karakter gezien.
Normen en waarden: Voorbeeld: als het volgens de normen en waarden binnen
een cultuur gewenst is om voor een oudere op te staan in de bus dan krijgen we
een ongemakkelijk gevoel als we blijven zitten en een goed gevoel als we een
zitplaats afstaan.
Waarnemingen: Door om ons heen te kijken en bewust of onbewust keuzes te
maken over hoe we ons willen gedragen, bouwen we als het waren ook mee aan
deze programmering.
We zijn geen culturele robots en maken binnen deze programmering ook keuzes.
Er zijn dan ook drie niveaus van programmering: menselijke natuur, cultuur en
individu.
Menselijke natuur: Als je dagen lang niets te eten hebt gehad dan zorgt de
menselijke natuur ervoor dat je iets te eten zoekt en dat je met je handen opeet.
Cultuur: Dat je de beslissing neemt om het voedsel op een bord te leggen en
met vork en mes (of stokjes) op te eten, is jouw culturele programmering.
Individu: Je kunt als individu ervoor kiezen om geen gebruik te maken van een
vork en mes ondanks je cultuur programmering of wat de maatschappij er van
vind.
1.4 Cultuur en subculturen
In de gekozen definitie van cultuur ‘de collectieve mentale programmering die
leden van één groep onderscheidt van die van andere groepen’, wijst het woord
collectief op de groep of subgroepen waartoe wij horen. Lijst van mogelijke
subculturen:
- Werelddeel (de Aziatische cultuur) - Geslacht
- Land (de Nederlandse cultuur) - Leeftijd (baby boomers)
- Etnische cultuur ( etnische - Beroep (bouwvakkers)
minderheidsculturen) - Hobby ( voetbal, hockey)
- Regio ( De cultuur van Brabant) - Bedrijfscultuur ( verschillen tussen de
- Stad of platteland Haagse hogeschool en hogeschool
- Geloof inholland)
- Sociale klasse
1.5 Interculturele communicatie
Culturele ruis: Betekent dat culturele programmering de boodschap
beidinvloed.
, Hs 2 Intercultureel communiceren met de zes
basiswaarden van Hall
In dit hoofdstuk worden de basiswaarden uit het onderzoek van cultureel
antropologen Edward en Mildred Hall besproken. Volgens Hall kun je cultuur
vergelijken met gigantische, nauwkeurig ingestelde computers. De computers
werken prima zolang je alle handelingen in de juiste volgorde verricht.
Communiceren in een andere cultuur is net zoiets als werken met een iets anders
ingestelde computer.
2.1 communicatie in hoog- en laagcontext culturen
Communicatie gebeurt altijd binnen een bepaalde context. Maar hoeveel of hoe
weinig betekenis je uit de context haalt verschilt per cultuur.
Laagcontext: In laagcontext culturen wordt informatie expliciet
gecommuniceerd. Dat wil zeggen: met woorden. Mensen in deze culturen hebben
de behoefte om informatie te structureren in segmenten of in delen. Ook
persoonlijke relaties, het werk en andere zaken waar je dagelijks mee te maken
hebt, worden apart verdeeld. Informatie komt niet eenvoudig en soepel over. Veel
blijft verborgen in al die aparte delen. In Nederland is het de norm om vanuit
weinig context (dus expliciet) te communiceren. Voorbeeld: Noord Europa
Hoog context: In hoog context culturen zit een deel van de boodschap in de
persoon zelf en in de context van de boodschap. Dus wordt er weinig expliciet
met zoveel woorden overgedragen, maar veel juist impliciet en vaak non-verbaal.
voorbeeld: Zuid Europa
2.2 Monochrone en polychrone tijdsbeleving
Een van de grootste struikelblokken in interculturele contacten komt door het
vanzelfsprekend vinden van onze eigen tijdsbeleving. De belangrijkste
tijdsbeleving om rekening mee te houden is volgens Hall monochone en
polychrone tijdsbeleving. Monochroon betekent een ding tegelijk doen en
polychroon betekent meer dingen tegelijk doen.
Monochrone cultuur: Monochroon is tijd in segmenten verdeeld zoals de
planning in een agenda. Tijd wordt in blokjes afgebakend. Dit wordt
compartimentaliseren genoemd. Dit maakt het mogelijk om je op één ding te
concentreren en om je aan een plan te houden. Deze mensen concentreren zich
op één ding tegelijk en houden er niet van onderbroken te worden. Ze zijn goed
in het behalen van deadlines. Nederland en noordwest Europa zijn goede
voorbeelden van een monochrone cultuur.
Polychrone cultuur: mensen in polychrone cultuur leven in een zee van ruimte,
contacten en tijd. Mensen met een polychrone tijdbeleving doen heel veel dingen
tegelijk, en zijn meer met mensen dan met planning bezig. Een conversatie op
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper RobinRenkema. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,48. Je zit daarna nergens aan vast.