Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 t/m 5
§1.1
KENMERKEND ASPECT: De levenswijze van jagers-verzamelaars.
Prehistorie (voorgeschiedenis)/ tijd van jagers en boeren tot 3000 v.C. geen schriftelijke bronnen
archeologie
Historie geschreven + ongeschreven bronnen
Uit deze tijd is er erg weinig bekend, mensen hadden eigen gemaakte werktuigen en maakten vuur.
Pas rond 50 000 v.C. gingen ze ingewikkeldere werktuigen maken, zodat ze konden vissen, beter
jagen en kleren en tenten naaien. Ze waren hierdoor beter bestemd tegen de kou en konden ze zich
verspreiden.
Jager verzamelaars:
Mannen: vissen, jagen
Vrouwen: zorgen voor de kinderen, verzamelen van bessen, plantaardig voedsel zoals paddenstoelen
Ze leefde in kleine groepen van tientallen mensen. Ze waren nomaden en trokken rond om aan
voedsel te komen. ze hadden weinig bezit omdat ze alles wat ze hadden met zich mee moesten
dragen.
Op veel plekken was het te koud om te leven dus de meeste Europese jager-verzamelaars
woonde in het zuiden van Europa cromagnonmensen
Verschillende wandschilderingen in grotten gevonden met daarop dieren en een soort mensen.
§1.2
KENMERKEND ASPECT: Het ontstaan van landbouw en
landbouwsamenlevingen.
In de vruchtbare maan (plek in zuidwest Azië) gingen mensen voor het eerst voedsel verbouwen,
daarna verder verspreid naar de rest van de wereld. Hierna ontstond ook de veeteelt dieren
werden getemd.
Oorzaken: overgang van akkerbouw en veeteelt
1. Klimaatsverandering na de laatste ijstijd het weer zachter en geschikter voor landbouw.
2. De dieren waarop ze jaagden namen snel af veeteelt leverde meer vlees op en andere
eetbare producten. Dieren werden ook gebruikt om het land te bewerken.
3. Bevolkingsdichtheid nam sterk toe doordat meer mensen gevoed konden worden en de
technologie uitgebreider werd.
Door de landbouw nieuw soort samenleving agrarische/landbouwsamenleving
Deze ontwikkeling: agrarische of landbouw revolutie geleidelijk proces met grote gevolgen. Er
ontstond cultuur en een sedentaire leefwijze. Boeren trokken niet meer rond, ze bouwden stevige
huizen en verzamelden bezit.
Door klei te bakken konden ze potten en kruiken maken, ook gingen ze doden op een vaste
plek begraven of cremeren. Door doden te begraven getuigd van geloof in leven na de dood, graven
uit latere tijd zijn bijvoorbeeld de hunebedden en de Stonehenge.
§1.3
KENMERKEND ASPECT: Het ontstaan van de eerste stedelijke
gemeenschappen.
Vanaf 3500 v.C de eerste stedelijke samenleving.
, Aan grote rivieren als de Eufraat en de Tigris ontstonden dorpen met stadsmuren, tempels,
bestuursgebouwen en pakhuizen. Deze steden ontstonden doordat de landbouw in de vruchtbare
rivierdalen genoeg opleverde om een gedeelte van de bevolking vrij te stellen van het boeren
bestaan.
Samenwerking en organisatie waren erg belangrijk omdat er dijken, dammen en kanalen
moesten worden gebouwd zodat de rivieren in de zomer niet overstromen en in de droge zomers te
bevloeien. Ambtenaren zorgden voor de verdeling van het werk, toezicht en de opslag.
Zo ontstond een landbouw stedelijke samenleving, in steden leefden ambtenaren, priesters,
militairen kooplieden en ambachtslieden (smeden, metselaars en timmerlieden).
Er ontstonden sociale verschillen en er kwam een bestuur. Er werd geruild, de economie was van
groot belang
Er werden belangrijke uitvindingen gedaan als productie van brons en andere metalen. Hier
werden bijvoorbeeld wapens mee gemaakt. Ook werd het schrift uitgevonden. Het was nodig voor
de organisatie in de steden. Uit de tekentjes die gebruikt werden om leveringen bij te ontstond het
spijkerschrift.
Vanaf 3000 v.C. ontstonden er in China en Egypte andere hoog ontwikkelde landbouw
stedelijke beschavingen. Dit gebeurde ook rond de rivieren, het schrift dat zij gingen gebruiken was
ingewikkelder. Het eerste spijkerschrift bestond uit 600 tekens, het chinezen schrift bestond uit
duizenden tekens en het Egyptische hiërogliefenschrift had honderden tekeningetjes en symbolen.
De Egyptenaren en Grieken hebben samen gezorgd voor het alfabet. Het schrift was erg belangrijk
voor regels, afspraken, verzamelen van informatie en het organiseren van de samenleving.
De eerste godsdiensten waren polytheïstisch, ze vereerde meerdere goden en hadden een
mythologisch wereldbeeld, de wereld werd verklaart vanuit goden en handel. Mensen gingen
bidden of offeren om te voorkomen dat de goden rampen stuurden. Voor hun contact met de goden
bouwden ze tempels en stelde ze priesters aan. De koning had een speciale band met de goden.
§2.1
KENMERKEND ASPECT: de ontwikkeling van wetenschappelijk denken en
het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat.
De Griekse cultuur van de klassieke oudheid
De oude Grieken legde met hun filosofie, kunst en politiek een grondslag voor de Europese cultuur.
6e eeuw v.C. filosofen ontwikkelde een rationeel-wetenschappelijke manier van denken
beredeneren met je verstand.
Verschillende takken van de wetenschap: natuurkunde, wiskunde, medische wetenschap.
Belangrijke filosofen uit die tijd zijn: Plato, Socrates en Aristoteles.
De Grieken leefden in stadstaten (poleis) en hadden verschillende kolonies gesticht. Elke polis had
een eigen bestuur, eigen leger, eigen wetten.
Veel stadstaten begonnen als monarchie(1 vorst(koning) aan het hoofd)
aristocratie(regering bestaande uit de beste)/oligarchie(regering kleine groep, door weinigen).
Sommige werden een tirannie (bestuur door tiran, gewelddadige regering door 1 persoon)
Veel stadstaten hadden een volksvergadering, maar die had vaak weinig invloed. In Athene
kreeg de volksvergadering de hoogste macht, daarmee werd Athene de eerste Democratie (Regering
van het volk)
Athene: monarchiearistocratie tirannie democratie
Athene was een directe democratie, er werd een parlement gekozen maar ze stemde zelf en spraken
in de volksvergadering. Vrouwen, slaven en immigranten waren voor burgerschap uitgesloten.
Filosofen moesten weinig hebben van een democratie, zo vond Aristoteles het geen goed idee omdat
alle burgers mochten stemmen, ook diegene die er geen verstand van hebben. Ook Plato vond het
geen goed idee, hij vond dat de filosofen de macht moesten krijgen.