Verbintenissenrecht
Week 1
Materieel: inhoudelijk, wie in welke situatie waarop recht heeft. Burgerlijk Wetboek.
Formeel: de procedures waarmee iemand zijn recht kan verwezenlijken. Civiele of
burgerlijke procesrecht.
Privaatrechtelijk handelen van een RP: kopen, huren, arbeidsovereenkomsten sluiten.
Publiekrechtelijk handelen van een RP: uitkeringen verstrekken, paspoorten en rijbewijzen
verstrekken, gevangenisstraf opleggen.
Gelaagde opbouw BW: van algemeen naar bijzonder.
Beginselen en uitgangspunten privaatrecht
- Contractsvrijheid: alles mag worden afgesproken als het maar niet verboden is.
- Pacta sunt servanda: overeenkomsten moeten worden na gekomen.
- Vormvrijheid: er is geen speciale vorm waarin handelingen verricht moeten worden,
tenzij de wetgever hiervan expliciet afwijkt.
- Dwingend recht: er mag niet worden afgeweken van de wet.
- Regelend (aanvullend) recht: mag van worden afgeweken, wordt er niks
afgesproken vult de wet het in.
- Redelijkheid en billijkheid: art. 6:2 BW en art. 6:248 BW. Verstand en rechtsgevoel.
Wat is volgens de maatschappij gebruikelijk en fatsoenlijk.
Aanvullende werking: vult het gat in de overeenkomst.
Beperkende of derogerende werking: afwijken van of een uitzondering vormen op.
- Bijzonder gaat voor algemeen: hoofdregel, gedetailleerde regels gaan voor.
Verbintenis
Verbintenis: een vermogensrechtelijke relatie tussen twee (of meer) partijen, waarbij de ene
partij verplicht is tot een op geld waardeerbare prestatie waarop de andere partij recht
heeft.
Rechtssubject: dragers van rechten en plichten, boek 1 en 3
- Partij verplicht tot een prestatie: schuldenaar (debiteur)
1. Schuld (verplicht tot)
2. Aansprakelijkheid (aan te spreken in rechte)
3. Uitwinbaarheid (van diens vermogen)
- Partij recht op prestatie: schuldeiser (crediteur)
1. Vorderingsrecht (recht op)
2. Rechtsvordering (art. 3:296 BW en art. 6:74 BW)
3. Executierecht (verhaalsrecht)
Rechtsobject: de prestatie van de verbintenis
- Prestatie: heb object van de verbintenis, een doen of een laten
- Wanprestatie: het niet na komen van een verbintenis, art. 6:74 BW
,Bronnen van verbintenis
- Overeenkomst: rechten en verlichtingen, door een afspraak met een
wilsovereenkomst.
- Verbintenissen uit de wet: de verbintenis ontstaat door de gebeurtenis, rechtstreeks
uit de wet. Onrechtmatige en rechtmatige daden.
Tenietgaan van een verbintenis: als een verbintenis wordt nagekomen, houdt zij op te
bestaan.
Feiten
Feiten zonder rechtsgevolg: handelingen zonder rechtsgevolg.
Rechtsfeiten: alle feiten waar het recht wel (rechts)gevolgen aan verbindt.
- Blote rechtsfeiten: er is geen sprake van een bewuste handeling, maar er zit wel een
rechtsgevolg aan verbonden. (Geboorte, leeftijden, overlijden)
- Handelingen: Rechtshandelingen en feitelijke handelingen.
Feitelijke handelingen (feiten met rechtsgevolg, de wil is hierbij niet van belang)
- Onrechtmatige daad (iets per ongeluk doen, zonder wil)
- Rechtmatige daad (zaakwaarneming, onverschuldigde bet)
Rechtshandeling: art. 3:33 BW, een op een rechtsgevolg gerichte (bewust) wil (menselijke
handeling) die zich door een verklaring heeft geopenbaard.
- Bewuste verklaring, de verklaring moet gewild zijn
- Vormvrijheid art. 3:37 lid 1 BW
- Rechtsgevolg moet reëel zijn, een verandering van rechtspositie, het geheel aan
rechten en verplichtingen. Op het aanbod moet mogelijk ooit een aanvaarding
komen.
- Uitnodiging om in onderhandeling te treden, het aanbod moet voldoende specifiek
zijn.
- Voorgeschreven vormen, vormvereiste art. 3:39 BW.
- Rechtvaardig vertrouwen, art. 3:35 BW. Dat het aanbod op een bepaalde manier
bedoeld werd.
Wanneer werkt de verklaring? Art. 3:37 lid 3 BW jo. Art. 6:224 BW.
Een gerichte verklaring moet de andere partij hebben bereikt om haar werking te hebben.
Het moment waarop kennis kon worden genomen van de verklaring. Tenzij uitzonderingen.
Eenzijdige rechtshandeling: als de wilsverklaring van 1 persoon tot stand komt.
- Gericht: een aanbod gericht aan een bepaald persoon of een groep personen.
- Ongericht: een openbaar aanbod, gericht tot iedereen. (Uiterste wil, testament en
erkennen van een kind)
Meerzijdige rechtshandeling: een verklaring van meer personen, beide partijen nemen een
verplichting op zich.
- Gerichte: er is geen wilsovereenstemming tussen de partijen vereist, maar er zijn
wel rechtsgevolgen. Als bijv. door een meerderheid gestemd wordt.
- Overeenkomsten
, Verbintenissen uit de wet
Onrechtmatige daad
Schadevergoedingsverbintenis, je maakt inbreuk op iemand anders zijn recht.
WA-verzekering, verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid. Betaalt alleen uit wanneer
de schade onopzettelijk wordt veroorzaakt.
Rechtmatige daad
Onverschuldigde betaling
Art. 6:203 lid 1 en lid 3 BW. Een verkeerd gestorte betaling, ben je verplicht (verbintenis)
terug te geven. Wanneer je een prestatie verricht, heb je recht op ongedaan
making, art. 6:210 lid 2 BW. Art. 6:74 BW jo. art. 6:82 BW.
Ongerechtvaardigde verrijking
Art. 6:212 BW. De rente (vermeerdering van het vermogen) die je ontvangt over de
onverschuldigde betaling moet ook terug worden terugbetaald.
De zaakwaarneming
Art. 6:198 BW t/m art. 6:202 BW. Een waarnemer die handelt moet worden betaald.
Art. 6:198 BW
- Willens en wetens
- Op redelijke grond
- Inlaat met de behartiging van eens anders belang
- Zonder: (er mag geen sprake zijn van)
1. De bevoegdheid daartoe aan een rechtshandeling of
2. Een elders in de wet geregelde rechtsverhouding te ontlenen