Voorblad paper
Studentnummer:
Naam:
Naam opleiding: HBO Bachelor Pedagogiek
Opleidingscode: 7932
Modulenummer: 1670
Modulenaam: Gespreksvoering met kinderen en opvoeders
Versie (indien meerdere versies aanwezig): 1
Herkansing?: ja/nee nee
Titel literatuur: Delfos, M.F. (2017) Luister je wel naar mij?
(18e dr.). Amsterdam: Uitgeverij SWP
ISBN: 9789088505102
Delfos, M.F. (2019). Ik heb ook wat te
vertellen! (11e dr.). Amsterdam: Uitgeverij
SWP
ISBN: 9789088507069
Dijkstra, P. & Van Alphen, M. (2019). De
Hulpverleningscyclus. Leiden: Uitgeverij
Educatief
ISBN: 9789041510778
Druk: Zie ‘Titel literatuur’
In de opdracht is de juiste bronvermelding Ja
toegepast:
In de opdracht zijn de verslagtechnieken Ja
toegepast:
Inhoudsopgave
,Inleiding 2
Onderdeel 1: Reflectieverslag praktijkbijeenkomst 8 mei 2020 3
Onderdeel 2: Plan van aanpak 4
Onderdeel 3: Gespreksverslag 5
Onderdeel 4: Reflectieverslag 7
Literatuurlijst 9
Bijlagen:
I. Observatieformulier 10
,Inleiding
Dit verslag is geschreven in het kader van de HBO Bachelor opleiding pedagogiek, de module
‘gespreksvoering met kinderen en opvoeders’. Deze module is onderdeel van het eerste jaar.
Het verslag bestaat uit 4 onderdelen:
In het eerste onderdeel wordt een reflectierapport geschreven van de praktijkbijeenkomst op 8
mei 2020. Hier worden gesprekstechnieken, houding, theoretische concepten en mijn beleving
benoemd.
Het tweede onderdeel betreft een plan van aanpak ter voorbereiding van een gesprek dat ik
gehouden heb met een jongere en zijn ouder. Hierin wordt het doel, de intenties en de
gespreksvaardigheden beschreven die ik in wil zetten. Ook wordt rekening gehouden met de
behoeften van de jongere en zijn ouder, hun uitgangssituatie en het ontwikkelingsniveau van
de jongere.
In onderdeel 3 wordt het gevoerde gesprek beschreven en mijn gedrag, gedachten en
gevoelens daarbij.
In onderdeel 4 reflecteer ik mijn rol als hulpverlener/pedagoog in dit gesprek. Ik beschrijf
welke vaardigheden ik ingezet heb en mijn bevindingen hierover. Ook benoem ik
verbeterpunten en wat er goed is gegaan.
Na deze onderdelen is een literatuurlijst opgenomen.
Tenslotte heb ik een observatieformulier ten behoeve van de gespreksvoering toegevoegd.
Deze is ingevuld door de moeder en de jongere na het gevoerde gesprek.
De paper is gemaakt in Den Helder in de periode april en mei 2020 en ik hoop dat u deze met
veel plezier leest.
2
, Onderdeel 1: Reflectierapport praktijkbijeenkomst 8 mei 2020
We hebben tijdens de praktijkbijeenkomst verschillende gesprekstechnieken besproken die
belangrijk zijn bij het voeren van gesprekken. Ik heb de les leerzaam gevonden en heb er veel
aan gehad tijdens het voeren van mijn eerste gesprek.
Zo is het tijdens een gesprek goed om de cliënt eerst een uitlaatklep te geven waarna je de
cliënt waar mogelijk erkenning kunt geven als persoon, als vader, moeder of kind. Het is
belangrijk om dit vanuit de ik-boodschap te doen; ‘ik hoor dat u veel van uw kind houdt’ of
‘ik heb het gevoel dat het veel met je/u doet’. Tijdens het gesprek is het beter om het niet over
‘problemen’ te hebben, maar het woord ‘zorg’ of ‘vraagstuk’ te gebruiken.
Tegenwoordig wordt de gesprekvoering vanuit de kracht van de mens gevoerd. Hierbij wordt
gekeken naar de toekomst en naar wat er goed gaat. Er worden doelen gesteld (motivational
congruence) en er wordt naar oplossingen toegewerkt in een samenwerkingsrelatie.
Middels coping-vragen gaan cliënten zich realiseren dat er nog steeds dingen goed gaan en de
moeite waard zijn. Als iemand depressief is, is diegene niet 24 uur per dag depressief. Door
middel van luisteren, samenvatten en doorvragen kom je tot de essentie.
De ‘ijsberg-techniek’ is besproken: wanneer de standpunten bekend zijn, wil je tijdens een
gesprek zo snel mogelijk naar de wensen, behoeften en belangen van de cliënt; ‘wat wil je
ervoor in de plaats’. Met deze vraag kom je meteen bij het doel terecht.
Een prettige manier van communiceren is ‘herkaderen’: het positief ombuigen naar een
positieve context. Als een kind aangeeft dat zijn moeder zich overal mee bemoeid, kun je
herkaderen door aan te geven dat zijn moeder geïnteresseerd is, bijvoorbeeld door het stellen
van de vraag: ‘het klinkt meer alsof je moeder geïnteresseerd in je is, klopt dat?’. Van belang
is dat je als hulpverlener geen oplossing of advies geeft omdat dit averechts werkt. Je kunt
verschillende gesprekstechnieken gebruiken zoals doelvragen, uitzonderingen/successen-
vragen, coping-vragen, schaalvragen, ambivalentie/discrepantie-vragen en omgevingsvragen
(wie, wat, waar, wanneer). Complimenteren is hierbij belangrijk.
Je bent, zeker bij weerstand, snel geneigd te oordelen over een persoon. Het is zinvol om je
hiervan bewust te zijn en naar jezelf te kijken: ‘heb ik wel de juiste vraag gesteld?’, ‘hoe kom
ik over?’ Ook kun je bij weerstand vragen naar de reden. Vooral dit laatste heb ik me ter harte
genomen. Tijdens mijn eerste gesprek heb ik een schaalvraag gebruikt. Ik heb dit als erg
prettig ervaren en ondervonden dat met deze techniek zowel de huidige situatie als de doelen
goed naar voren komen.
3