Deze samenvatting is van heel hoofdstuk 19 Bedrijfseconomie in Balans. Dit hoofdstuk staat in VWO theorieboek deel 1. Dit is een duidelijk en overzichtelijke samenvatting.
Vv lange termijn: vermogen dat 1+ jaar beschikbaar is voor de ondernemer
Vv korte termijn: vermogen dat -1 jaar beschikbaar is voor de ondernemer
Onderhandse lening: lening op lange termijn die door 1 geldgever wordt verstrekt. Er is direct overleg
tussen de geldgever en nemer.
+ directe overleg, weinig bijkomende kosten - niet goed vastgelegd -> conflicten
Achtergestelde lening: lening die pas hoeft te worden terugbetaald als alle andere schulden zijn
betaald. Kan ook voorkomen bij andere leningsvormen.
+ eenvoudiger voor ondernemer om ander vv aan te trekken, gevers minder risico op niet-
terugbetaling.
19.2 hypothecaire lening:
Voorwaarde hypotheek: de bank leent geld, is het niet terug te betalen: verkopen bedrijfspand.
Opbrengst is voor de bank - alle van de ondernemer te vorderen bedragen van de opbrengst =
eventuele restant voor de ondernemer.
Hypothecaire lening: geldlening op onderpand van een onroerende zaak. Geldnemer: consument
(hypotheekgever), geldgever: bank (hypotheeknemer)
Lineaire hypotheek; aflossing blijft gelijk. Rente neemt per periode af. Ondernemer hoeft elke
periode steeds minder te betalen. Interestkosten, waardevermindering en onderhoud kosten tellen
als gewone bedrijfskosten: verlaging fiscale winst.
Annuïteiten hypotheek: ondernemer betaald een gelijkblijvend bedrag aan interest en aflossing
samen. Elk jaar is het interest- en- aflossingsdeel anders. Interest neemt af, aflossing neemt toe.
19.3 obligatielening:
Obligatie: bewijs van deelneming in een obligatielening
Obligatielening: geldlening op lange termijn die in kleine bedragen is opgesplitst
De nominalewaarde van een obligatie is de waarde die op de obligatie vermeld staat.
De koerswaarde van een obligatie is het bedrag dat voor de obligatie betaald moet worden.
afhankelijk van de rentestand voor nieuw uit te geven obligaties (marktrente).
De emissiekoers is de prijs die voor een obligatie betaald moet worden bij uitgifte van de obligatie.
In de prospectus staan de bijzonderheden van de obligatielening en over de instelling of
onderneming die de obligatielening uitgeeft.
Een obligatielening moet worden afgelost. Dit kan op de volgende manieren:
aflossing ineens;
elk jaar een gedeelte (door middel van uitloting);
inkopen door de onderneming/instelling van eigen obligaties.
Overeenkomsten en verschillen: zie tb. aandelen en obligaties:
Obligaties kunnen worden geplaatst:
a pari (tegen nominale waarde);
boven pari (er ontstaat agio), als de rente van de obligatie hoger is dan de marktrente;
beneden pari (er ontstaat disagio), als de marktrente hoger is dan de rente van de obligatie.
19.4 converteerbare obligatielening:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sarahspeksnijder. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.