Dit is een volledige en duidelijke samenvatting van het boek Onderwijs aan het jonge kind... een vak apart. De samenvatting bevat hoofstuk 1 t/m 3, 5& 6 en 11 t/m 14.
Deze samenvatting is gemaakt met behulp van het boek:
Onderwijs aan het jonge kind… een vak apart door: Wieke Bosch en Cobi Boomsma.
1 Het jonge kind: een portret
1.2
De groei van een mens is de fysieke ontwikkeling van embryo tot volwassen mens; een zichtbare
toename in omvang, lengte en volume.
Ontwikkelen is ontvouwen, loswikken, tot groei komen, meer kennis of beschaving opdoen. Met
deze definitie kan je twee kanten op:
1. Alles wat zich ontwikkelt is al aanwezig, het ontvouwt zich.
2. Alles wat zich ontwikkelt wordt geleerd; je doet kennis op.
Een aantal belangrijke nature-nurture-aspecten zijn:
Onze hersenen en ons zenuwstelsel en de ontwikkeling daarvan vormen de lichamelijke basis van
gedrags- en psychische ontwikkeling.
(Tabel blz 20-21)
1.3
Een kind kan door leren zijn doel bereiken. Via spel ontwikkelt het kind zich en bereikt hij de
ontwikkelingsdoelen die passen bij zijn ontwikkelingsfase. De leerkracht stimuleert en creëert
situaties waarin en waardoor kinderen zich kunnen ontwikkelen.
Kinderen ontwikkelen zich in een krachtige en uitdagende leeromgeving. Als leerkracht moet je
sensitief en responsief zijn.
1.4
Jonge kinderen leren vaak in een spontane activiteit. Ze spelen als er te spelen valt. Het leren door
spontane activiteit is karakteristiek voor gezonde kleuters met zelfvertrouwen en eigen initiatief.
Kleuters leren door te spelen. Het is het belangrijkste middel om zich te ontwikkelen. Er is
onderscheid in vrij spel en in regelspel.
In spel beginnen kinderen vaak met fictieve situaties die heel dicht bij de werkelijkheid staan. De
reële situatie wordt gereproduceerd. Als kinderen zich van de reële situaties loskoppelen ontstaat er
een overgangsfase tussen de situationele gebondenheid van het jonge kind en het latere denken dat
zich los van reële situaties kan voltrekken.
1.4.1
Spel ontwikkelt zich in verschillende fasen. Een kind grijpt in moeilijkere fases van zijn leven weer
terug naar een eerder niveau. De fasen zijn:
1. Bewegingsspel en manipulerend spel (2-4): Een kind herhaalt handelingen om de eigenschap
van het materiaal te leren kennen of om bewegingen onder de knie te krijgen.
,Deze samenvatting is gemaakt met behulp van het boek:
Onderwijs aan het jonge kind… een vak apart door: Wieke Bosch en Cobi Boomsma.
2. Rolgebonden handelingen (3-5): Het gaat om het verkennen van handelingen van mensen in
relatie tot dingen.
3. Thematisch rollenspel (4-7): Het gaat hier om rollenspel op hoger niveau, op basis van een
gezamenlijk geaccepteerd spelidee. Typerende kledingstukken helpen kinderen de rollen te
onthouden.
4. Regelspel (5-8): Kent regels die zijn gemaakt door de kinderen of door de leerkracht.
5. Bewuste leeractiviteit (vanaf 6): Het spelthema wordt gebruikt als context voor doelgerichte
leerprocessen.
1.4.2
Er zijn drie invalshoeken en geven de betekenis daarvan aan in relatie tot spel. Deze invalshoeken
zijn: Leerkracht, de klasgenoten en de omgeving.
De leerkracht draagt bij aan de kwaliteit van het spel. Als leerkracht pleeg je een interventie als de
betrokkenheid binnen het spel lager wordt en als de spelkwaliteit te wensen over laat. Er zijn een
aantal spelfasen en hoe je die kunt beïnvloeden
Spelbegeleiding bij manipulerend spel
Bij manipulerend spel kan je als leerkracht materialen aanbieden die zich goed aan de ontwikkelen
van de beweging bieden.
Spelbegeleiding bij rolgebonden handelingen
In deze fase gebruikt het kind attributen die het vanuit de eigen leefwereld kent. Als leerkracht kun je
de spelmogelijkheden voor kinderen vergroten door het scheppen van een rijke speelleeromgeving.
Lok ook samenspel en dialoog uit.
Spelbegeleiding bij thematisch rollenspel
Je kan de kinderen helpen bij het bedenken van spelverhalen.
Spelbegeleiding van regelspel
Je moet als leerkracht uitleg geven over het spel op een manier dat het voor iedereen duidelijk is.
Het is ook handig om mee te spelen, zo kunnen de kinderen speels de regels onder de knie krijgen.
Spelbegeleiding bij bewuste leeractiviteiten
Vaktaal wordt hier het belangrijkst.
De vier stadia van spel verlopen op natuurlijke wijze, maar je kan ze als leerkracht wel beïnvloeden.
De samenstelling van groepjes kan van invloed zijn op de spelontwikkeling.
1.5
Bij het ontwikkelingsgericht onderwijs is de leerkracht erg belangrijk, omdat hij de bemiddelaar
tussen het kind en het onderwijsaanbod is. Als de bedoelingen van de leerkracht altijd de enige
drijfveer zijn in de planning van het onderwijs, dan is er bijna sprake van programmagericht
onderwijs: er wordt weinig rekening gehouden met het kind. Je moet dus veel meer stilstaan bij de
interesses en activiteiten van het kind zelf.
, Deze samenvatting is gemaakt met behulp van het boek:
Onderwijs aan het jonge kind… een vak apart door: Wieke Bosch en Cobi Boomsma.
Om de betekenis van een activiteit op het spoor te komen is het vaak nodig om het kind nauwkeurig
te observeren en een gesprekje met het kind aan te gaan. Er zijn vier soorten betekenissen die je aan
een activiteit kunt toekennen:
1. De activiteit zelf
2. Het materiaal
3. De persoonlijke inhoud
4. Het sociale contact
1.5.2
Bij het ervaringsgericht onderwijs wordt er meer op zoek gegaan naar het gemeenschappelijke. Het
gaat hier om de kwaliteit van het spel. De state of flow/ betrokkenheid van een kind is belangrijk
voor hoe ze zich ontwikkelen. Bij het werken met jonge kinderen ga je uit van de basisbehoeften van
kinderen en van spel als start van de ontwikkeling.
De exploratieve betrokkenheid herken je in die activiteiten waartoe kinderen vanuit hun
exploratiedrang gedreven worden. De opgedane ervaringen hebben verwerking nodig. Dit zie je vaak
terug in de expressie terug.
Bij de ik-vormende betrokkenheid gaat het vaak om zelfrealisatie: ontdekken van wie je bent en wie
je wilt zijn.
De emotionele betrokkenheid speelt een rol in situaties waar emotionele problemen zich voordoen.
Bevrijdingsprocessen helpen kinderen gevoelens te erkennen en te aanvaarden.
2 Ontwikkelingspsychologie:
bron van kennis
Kleuters doen veel aan ontdekken. Dit ontdekken gebeurt door samenspel van allerlei aspecten: taal
en denken, bewegen en fantaseren, spelen en omgaan met elkaar. Deze aspecten dragen bij aan de
ontwikkeling van de kinderen.
2.1
De pedagogische ontwikkelingspsychologie is de ontwikkeling van kinderen ingebed in de
pedagogische omgang met volwassenen. Ook ontwikkelt een kind zich door deel te nemen aan het
sociale proces in zijn omgeving.
2.2
Met het begrip fysieke ontwikkeling wordt het geheel van de lichamelijke ontwikkeling bedoeld.
2.2.1
Jonge kleuters hebben vaak:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper saravsichem. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,69. Je zit daarna nergens aan vast.