Week 1
Een staat = een organisatie die met voorrang boven andere organisaties effectief gezag
uitoefent over een gemeenschap van mensen op een bepaald grondgebied. Kenmerken:
• Gemeenschap van mensen (vaak gemeenschappelijke cultuur en taal, maar dit is
niet noodzakelijk)
• Gemeenschap handhaaft opgelegde leefregels onder dwang
• Eén of meer organen zijn bevoegd tot het uitoefenen van dwang
• Erkenning door andere staten (geen formeel vereiste!)
• Territoriale grenzen
• Soevereiniteit: wanneer hij binnen zijn grondgebied het hoogste gezag voert
Staatsrecht = wordt gevormd door de regels + grenzen die betrekking hebben op de
organisatie van de met gezag beklede organen. Regelt de gezagsverhoudingen binnen een
staatsverband.
Kenmerken rechtsstaat:
1. Legaliteitsbeginsel
2. Machtenscheiding
3. Onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke macht
4. Grondrechten
Democratische rechtsstaat:
4 bovenstaande kenmerken +
5. Democratiebeginsel
Legaliteitsbeginsel = de overheid mag alleen ingrijpende maatregelen nemen als er een
wettelijke grondslag is. Nieuwe wetten mogen niet met terugwerkende kracht worden
toegepast.
Machtenscheiding
Het is niet de bedoeling dat alle macht van een land in handen is van één persoon of
instelling.
Model van Montesquieu:
• Wetgevende macht
• Uitvoerende macht
• Rechterlijke macht
In de theorie van Montesquieu zijn deze organen strikt gescheiden.
Checks and balances = in Nederland houden de verschillende organen elkaar in evenwicht
door middel van dit systeem. Dit houdt de verdeling van het gezag over verschillende
organen in. Elk orgaan kan maar een deel van het gezag uitoefenen, waardoor zij afhankelijk
van elkaar zijn. Zo wordt machtsmisbruik voorkomen.
Wetgevende macht Uitvoerende macht Rechterlijke macht
Parlement Koning (regering) Rechters
,Staatsvormen:
• Republiek
Staat waarvan het staatshoofd niet door erfopvolging wordt aangewezen, maar op een of
andere manier wordt verkozen.
• Monarchie
Absolute monarchie: regeringsvorm waarbij de vorst volledig gezag heeft. Hij is niet door
wetten gebonden en geen verantwoording verschuldigd.
Constitutionele monarchie: Aan het hoofd van het land staat een monarch/koning die zich
moet houden aan de Grondwet. Koning/Koningin = onschendbaar → ministers zijn
verantwoordelijk.
Nederland = constitutionele monarchie (koningshuis) met parlementair stelsel (Staten-
Generaal)
Bronnen staatsrecht
1. Het Statuut
2. Ongeschreven staatsrecht
3. Jurisprudentie (uitspraken van rechters)
Subdisciplines staatsrecht
1. Politiek staatsrecht
Hoofdrolspelers: parlement en regering
Wordt gekeken naar:
o Kiesrecht
o Bevoegdheden
o Organisatie/werkwijze
o Rechtspositie
2. Decentralisatierecht
NL = gedecentraliseerde eenheidsstaat. Gemeentes/provincies mogen zelf regels
vaststellen.
3. Grondrechten
Confederatie: bestuurseenheid van samenwerkende onafhankelijke soevereine staten.
Federatie: staatsvorm met deelstaten waarbij de deelstaten een grote mate van interne
autonomie behouden, maar belangrijke bevoegdheden zijn toebedeeld aan het centrale
gezag (niet echt zelfstandig) bijvoorbeeld Bondsrepubliek Duitsland.
1
, Koninkrijk der Nederlanden
Vroeger:
Koninkrijk der Nederlanden: Nederland, Aruba en Nederlandse Antillen (Curaçao, Bonaire,
Sint Maarten, St. Eustatius en Saba vormden één land)
In 1975 heeft Suriname zich al losgemaakt van het koninkrijk.
Na 10 oktober 2010: (zie afbeelding)
Sint Maarten en Curaçao zelfstandig. BES-eilanden onderdeel van Nederland (Caribisch
Nederland)
Organieke wet = een wet voortgekomen uit de grondwet.
Klassiek grondrecht = bescherming tegen de overheid, de overheid moet hier afblijven.
Sociaal grondrecht = overheid moet hierbij helpen
Rigid constitution (NL) = een grondwet is moeilijker te wijzigen dan een gewone wet.
Flexible constitution (VK) = de staatsregeling is grotendeels ongeschreven en in gewone
wetten vastgelegd. Deze zijn dus veel makkelijker te wijzigen (normale wetswijziging).
Directe democratie = burgers hebben direct invloed op beslissingen (bijv. een referendum)
Indirecte democratie = burgers kiezen de beslissende organen.
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lenamariahollander. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,99. Je zit daarna nergens aan vast.