Dit zijn alle hoorcolleges van staatsrecht van inholland uit 2024. Super gemakkelijk te lezen met een logische volgorde. Hier en daar eigen aantekeningen voor dingen die belangrijk zijn voor het tentamen.
Functies van het recht:
• Normatieve functie:
Gedragsregels die iedereen moet naleven, je wordt ervoor gestraft
als je ze niet naleeft.
• Geschil oplossende functie:
Een rechterlijke organisatie die bij uitsluiting oordeelt of iemand moet
worden gestraft en zo ja, op welke wijze en langs welke procedure.
• Additionele functie:
Een rechtsregel als partijen vergeten zijn op een bepaald punt
afspraken te maken.
• Instrumentele functie:
De knoop doorhakken op tal van onderwerpen zoals bijvoorbeeld
rechts rijden op de wegen (verkeersrecht).
Positief recht:
Het geheel van geldende rechtsregels.
Objectief recht:
Benoemen de verhoudingen tussen personen in termen van bevoegdheden
en verplichtingen.
Subjectief recht:
De bevoegdheid die iemand in een concreet geval aan een regel van
objectief recht ontleent.
Rechtsbronnen:
1. De wet
2. De jurisprudentie
3. De gewoonte
4. Verdragen en sommige besluiten van volkenrechtelijke organisaties.
De wet:
,Elke algemeen geldende geschreven rechtsregel die afkomstig is van een
tot wetgeving bevoegd overheidsorgaan.
De jurisprudentie:
Gezaghebbende rechterlijke uitspraken die een nieuwe rechtsregel
bevatten. Rechters worden nogal eens geconfronteerd met wetten waarin
minder duidelijke regels staan. In zulke gevallen formuleert hij zelfstandig
een nieuwe regel (alleen de Hoge Raad). Als andere rechters deze regel in
latere geschillen toepassen, is er sprake van jurisprudentie.
De gewoonte:
In veel sectoren van het bedrijfsleven heersen tal van gewoonten die niet in
de wet zijn vastgelegd, maar die daar wel als bindende rechtsregels worden
beschouwd en nageleefd. Er moet aan 2 voorwaarden voldaan zijn:
1. Vaste gedragslijn (usus).
2. Rechtsplicht (opinio iuris necessitatis).
Verdragen:
Een schriftelijke, bindende regeling tussen staten onderling of tussen
staten of volkenrechtelijke organisaties. In beginsel hebben verdragen in
ons recht dezelfde werking als gewone wetten en daarom behoren ook zij
tot het positieve recht.
Rechtstreekse werking:
Verdragen die rechtsregels bevatten die zonder tussenkomst van de
wetgever rechtstreeks in het nationale recht kunnen gelden (bijv. EVRM).
Monistisch systeem:
Rechtsregels uit een verdrag kunnen deel uitmaken van het nationale recht
zonder dat eerst omzetting in nationaal recht nodig is (Nederland heeft een
monistisch stelsel).
Soevereiniteit:
Binnen zijn grondgebied bepaald ieder land de omvang en de inhoud van
zijn nationale rechtsstelsel. Het staat ieder land in beginsel vrij in zijn
, wetgeving te regelen wat het nodig acht, en te bepalen welke
bevoegdheden aan de rechterlijke macht en het bestuur toekomen.
Voorrangsregel:
Als blijkt dat een regel van nationaal recht in strijd is met een regel of een
besluit van internationale herkomst geldt Art. 94 GW ‘Een ieder
verbindend’.
Functies van het recht:
1. Ordening van menselijk gedrag door het stellen van rechtsregels.
2. Handhaving van die regels door geschillenbeslechting.
Materieel recht:
Regels die de rechten en plichten van personen in hun onderlinge verkeer
regelen. Er wordt gekeken naar de inhoud. Deze wet werkt naar buiten
toe, naar de burgers. Het heeft algemeen geldende regels, zoals bijv. het
Wetboek van Strafrecht. Is afkomstig van een tot wetgeving bevoegd
gezag (hoeft niet een formele wetgever te zijn, maar mag wel.) Bijv.
Provinciale Staten en Gemeenteraad APV (Algemene Plaatselijke
Verordening). Een wet in materiële zin mag getoetst worden aan de
Grondwet.
Formeel recht (Procesrecht)
Geeft de regels hoe een bepaald proces gevolgd dient te worden. Zijn
afkomstig van de formele wetgever (Regering en de Staten Generaal). De
naam Wet staat altijd in de naam van de wet. Een wet in formele zin is
voor toetsing uitgesloten aan de Grondwet (Art 120 Gw).
1. De meeste wetten in formele zin zijn ook wetten in materiele zin bijv
het BW.
2. Sommige wetten in formele zin zijn geen wetten in materiele
zin bijv goedkeuring begroting
3. Sommige wetten zijn alleen wetten in materiele zin en geen wetten in
formele zin.
Dwingend recht:
Afwijken van deze rechtsregel is niet mogelijk, bijv. Wetboek van Strafrecht.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Scriptiebibliotheek. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,16. Je zit daarna nergens aan vast.