Vroegmoderne tijd: Renaissancetijd (1500-1600)
Tijdvak 5 (Tijd van Ontdekkers en Hervormers)
KA 18
De West-Europeanen hebben een beperkt wereldbeeld alleen Europa, Noord-Afrika en de
Arabische wereld was bekend
Europese Expansie vanaf 15e eeuw
Portugal
Spanje (Deze landen liggen gunstig om gebieden zoals Afrika en Azië te
veroveren)
Waarom?
Europese willen zelf opzoek gaan naar zilver, goud, specerijen, grondgebied etc.
(dit toont rijkdom). Maar Islamitische handelaren lieten hun niet door hun gebied
-> daarom over zee.
Verspreiding christendom. Kerken worden gebouwd door Spanjaarden en
Portugezen.
Nieuwsgierigheid en zucht naar avontuur. Door de velen verhalen die werden
verspreid.
Technisch gezien werd er meer mogelijk.
Spaanse/Portugese vorsten steunen de ontdekkers, want ze kunnen hun rijk
uitbreiden waar ze machtig van worden.
1494: Lijn Tordesillas
- Spanje: oosten
- Portugal: westen
Europese expansie door Portugezen (vooral in het Oosten):
Hulpmiddelen: Armada’s (oorlogsvloten), stichten van factorijen (forten, huizen, pakhuizen
voor voedsel en water) en kolonisatie.
De inname van Ceuta zetten de Portugezen de reconquista buiten Europa voort (het begin
van de expansie).
1450: Na de ontdekking van de Goudkust gingen de Portugezen op zoek naar de route naar
Indië.
1488: Portugezen vonden bij Zuid-Afrika de grens tussen de Atlantische en Indische Oceaan:
Kaap de Goede Hoop (ze hoopten dat de rijkdommen van Indië voor het grijpen lagen).
1510: bereikten ze ook China en Japan.
Europese expansie door Spanjaarden (vooral in het Westen):
Hulpmiddelen: kolonisatie en migratie
1492: Columbus vaart naar het westen in Spaanse dienst naar Indië. Het leek niet op Indië
volgens de beschrijvingen van Marco Polo (er waren naakte mensen: indianen en de natuur
was anders), maar toch geloofde hij erin. Eigenlijk had hij Amerika (Nieuwe Wereld) ontdekt.
,-> bevestigd door Verspucci (Portugese dienst de kust van Brazilië verkende) en schreef
boeken waar hij Amerika de Nieuwe Wereld noemde.
Spanjaarden veroveren de rijken van de Azteken en Inca’s (J&V samenleving). De bevolking
(indianen) van deze rijken werden slecht behandeld (dwangarbeid, ziektes, kerstening etc.)
1522: bereikten de Spanjaarden via een andere route ook Indië.
1570: Filipijnen veroverd in het oosten.
: begin wereldeconomie
,KA 19
KA 20
Noord-Italiaanse stadstaten:
Maken zich los van de paus en de Duitse keizer: zelfstandig
Economisch: handel met midden-oosten + gunstig tussen Vlaamse steden
Oorzaken renaissance (wedergeboorte):
In Italië heb je zelfstandige Staten (rijk door de handel). Rijkdom konden ze tonen
door het kopen van schilderijen.
Antieke oudheid: kunst uit de oudheid zichtbaar -> interessant voor rijke burgers
Europese expansie: veel schriften uit de oudheid kwamen terug door onder
andere de verovering van het heilig land in 1453.
Boekdrukkunst: verspreidde de schriften uit de oudheid
Nieuwe belangstelling voor klassiek erfgoed (=architectuur/kunst op basis van
klassieke vormentaal)
Vb. Brunelleschi bouwde in Rome een koepel met behulp van elementen van de
klassieke vormentaal. Ook perspectief, anatomie, houdingen,
gezichtsuitdrukkingen van mensen werden uitgevonden om de oudheid te
verbeteren (dit zie je bijvoorbeeld terug in het werk van Michelangelo).
Nieuw mens-en wereldbeeld: van Memento mori naar carpe diem
Ook kwam het humanisme:
(Belangrijke vertegenwoordiger: Erasmus)
Kritische denkhouding op geschriften: doorgronden de oorspronkelijke betekenis
en herstellen deze. Ook gebruikten ze deze teksten voor onderwijs en opvoeding.
Universele mens (veel kennis over gebieden)
Wetenschappelijke belangstelling:
1. Herlezen
2. Nadoen
3. Verbeteren
Humanisten hadden alleen geen belangstelling voor de natuur, maar de
Renaissancekunstenaars wel zoals Leonarda da Vinci die lijken opensneed om te zien hoe
het menselijk lichaam eruitzag -> gedetailleerde tekeningen
, KA 21
Eind middeleeuwen: 1 geloof Rooms-Katholieke met aan het hoofd de Paus
Veel invloed op het dagelijks leven
Verandering: meer kritiek op de kerk en de manier van leven (celibaat overschreden
en antikleratisme= geld, macht, eten, drank, seks: wereldlijke zaken) van geestelijken.
Burgers en koningen: “Paus heeft te veel macht”
Kritiek van Humanisten op kerk:
Erasmus:
Hij maakte een nieuwe Bijbelvertaling (alleen de kerk kan bepalen wat het ware
geloof is en heiligenverering heeft niets te maken met het geloof), omdat hij vond dat
het ware christendom niet werd beschreven. Toch bleef hij trouw aan de katholieke
kerk om het uiteenvallen van de katholieke kerk te voorkomen.
Lof der Zotheid geschreven in 1509.
Maarten Luther:
Hij ging verder met de ideeën van Erasmus. Hij was tegen het verkopen van aflaten
waarmee je zonden zou kunnen afkopen en sneller in de hemel kon komen. Volgens
Luther deed de kerk dit alleen voor het geld. Ook schreef hij 95 stellingen (alle
kritiekpunten op de Katholieke kerk)
1521: Rijksdag van Worms, stellingen herroepen en daarna werd hij vogelvrij
verklaard.
Calvijn:
Hij benadrukte veel op de bijbel en zei dat God allang had bepaald wie er naar de
hemel zou gaan en wie niet, hier kon je niks aan veranderen.
Calvijns kerk was meer ingetogen zonder kunst, want dat had niks met geloof te
maken volgens hem.
Verschil tussen Calvijn en Luther:
Calvijn stelde dat de kerk op het juiste gedrag en geloof moest toe zien op zijn of haar
onderdanen, maar als de overheid zijn onderdanen niet nakomt en ware godsdienst ging
vervolgen mochten gelovigen onder de leiding van edelen zich verzetten en in opstand
komen. Dit was precies wat de bevolking in de Nederlanden wilden en er kwamen dus ook
meer aanhangers aan het calvinisme. Luther daarentegen ging uit van “Cuius regio, eius
religio” = “wiens gebied, wiens gebed”
Reformatie: splitsing tussen katholieken en protestanten
Reactie katholieke kerk:
In het concilie van Trente (1545) werd besproken wat de reactie zou worden op de
reformatie. De reactie op de reformatie kwam tot uiting in de contrareformatie. Hierin
werden ketters nog harder aangepakt, maar de katholieke kerk nam zelf ook bepaald
concessies (aflaten werden verboden en heiligenverering niet als goden)