Geschiedenis Samenvatting
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 6, Tijd van Regenten en Vorsten (1600-1700, Vroegmoderne tijd)..................................................1
Hoofdstuk 7 Tijd van Pruiken en Revoluties (1700-1800 Vroegmoderne Tijd)..................................................4
Hoofdstuk 8 Tijd van Burgers en Stoommachines (1800-1900, Moderne Tijd).................................................6
Hoofdstuk 9 Tijd van Wereldoorlogen en Holocaust (1900- 1950, Moderne Tijd)...........................................10
Hoofdstuk 10 Tijd van Televisie en Computers (vanaf 1950, Moderne Tijd)...................................................15
Hoofdstuk 6, Tijd van Regenten en Vorsten (1600-
1700, Vroegmoderne tijd)
Ontstaan van het handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
Bestuur en stedelijke cultuur in Nederland
De gouden eeuw: de tijd van bloeiende handel, economische vooruitgang en grote culturele bloei
van kunsten en wetenschappen.
De vrede van Münster in 1648 zorgt voor de vrede tussen Spanje en de Republiek der zeven
Verenigde Nederlanden. De republiek koos na de vrede met Spanje ervoor
om géén nieuwe landsheer te benoemen, tot de verbazing van andere
landen. Ze kozen voor gewestelijke zelfstandigheid. Dit houdt in dat alle
gewesten (soort provincies) zelf mochten bepalen welke regels er golden in
dat gewest. Ze waren dus zelfstandig (autonoom). Er was daarentegen wel
een Staten-Generaal waar afgevaardigden van elk gewest landelijke
afspraken maakten. In de Staten-Generaal moest eenstemmigheid klinken
zodra het ging over: Het sluiten van vrede, het afsluiten van verdragen, het
verklaren van oorlog of het opleggen van financiële verplichtingen.
De Republiek werd een statenbond genoemd waarbij alle gewesten de
afzonderlijke staten vormden.
De Gewestelijke Staten hebben een wetgevende en uitvoerende taak. De Gewestelijke Staten
kennen twee belangrijke ambtenaren: de stadhouder en een raadspensionaris. Een stadhouder heeft
bevoegdheden op het gebied van rechtsspraak en op het gebied van benoemingen in de
stadsbesturen. Ook is hij aanvoerder van leger en vloot van het gewest. Een raadspensionaris
onderhoudt de contacten met de gezanten in het buitenland en daarnaast is hij ook secretaris van de
Staten-Generaal.
Generaliteitslanden: rooms-katholieke gebieden die in een later stadium van de Tachtigjarige Oorlog
van Spanje veroverd waren. Dit zijn Staats-Vlaanderen, Staats-Brabant, Staats-Limburg en Oost-
Groningen. Ze hadden geen stem in het landsbestuur zoals de zeven andere gewesten dat wel
hadden.
De Duinkerker Kapers waren kapers die grote hoeveelheden schepen van de Republiek ten zinken
brachten tijdens de Tachtigjarige oorlog. Ze opereerden vanuit Duinkerke, Oostende en Nieuwpoort.
,Geschiedenis Samenvatting
Het twaalfjarig bestand in 1609 zorgt ervoor dat voor 12 jaar de vijandelijkheden tussen Spanje en
de Republiek worden beëindigd. Hiermee erkende Spanje het bestaan van de Republiek.
In 1619 wordt Van Oldenbarnevelt (raadspensionaris) onthoofd na een strijd met stadhouder
Maurits over interne politieke twisten.
Vanaf 1621 (het einde van het twaalfjarig bestand) probeert Spanje weer langzaamaan macht te
verkrijgen in de Republiek. Door geldnood bij de Spanjaarden en de verovering van de Zilvervloot
(Piet Hein) door de Republiek blijft de Republiek overeind. Uiteindelijk komt er in 1648 officiële vrede
tussen Spanje en de Republiek. Dit wordt de vrede van Münster genoemd:
o De Republiek wordt een zelfstandige staat
o De grens wordt bepaald door de frontlinie van dat moment
o De Schelde blijft afgesloten voor handelsverkeer naar Antwerpen
Frederik Hendrik overlijdt een jaar voor de vrede (1647). Zijn zoon Willem ll volgt hem op en probeert
de vrede met Spanje tegen te houden, maar tevergeefs. Willem ll overlijdt en er begint een nieuw
tijdperk: Het Eerste Stadhouderloze Tijdperk (1650-1672)
De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden gaat naast Engeland en Frankrijk een grote rol
spelen in Europa. Engeland wil de Engelse handel koste wat het kost uitbreiden en Frankrijk wil haar
machtspositie uitbreiden onder leiding van de ‘zonnekoning’ ook wel Lodewijk XIV genoemd. Hij was
een absoluut vorst, een alleenheerser. Alleen god kon oordelen over zijn handelen. Frankrijk had een
absolutistisch koningschap.
Willem III wordt stadhouder tijdens de oorlog met Engeland, Münster en Keulen. Deze eindigt in
1674. De oorlog met Frankrijk loopt nog tot 1678, maar in deze tijd trouwt Willem III met Mary Stuart
van Engeland. Hierdoor worden Mary en Willem koning en koningin van Engeland en is de Republiek
een ‘bondgenoot’ van Engeland. Hierdoor werd Frankrijk wat voorzichtiger in het aanvallen van de
Republiek.
In 1585 komt er een einde aan de economische machtspositie in Antwerpen als de stad is ingenomen
door de Spanjaarden en de Nederlandse opstandelingen de Schelde afsluiten. Ondernemende
kooplieden verlaten Antwerpen en vestigen zich in Amsterdam. Dit werd dan ook het centrum van de
wereldhandel. Hollandse kooplieden beheersen met hun exportproducten de handelsroutes in
Europa, waarbij Amsterdam de functie van stapelmarkt vervult (opslagplaats). De vraag naar allerlei
producten stimuleert de vestging van nevenbedrijven voor de productie van zeildoek, spijkers, ankers
etc.
De Oostzeehandel (ook wel moedernegotie) was de handel met landen rond de Oostzee. Ze gingen
heen met zout, haring, wijn, laken en edelmetaal en kwamen terug met graan, hout, pelzen, ijzer,
vlas en hennep.
De Amsterdamse grachtengordel is ontstaan door de economische activiteiten in de stad en omdat
er steeds meer mensen komen wonen, de stad moest 3x uitbreiden. Eerst de Herengracht, daarna de
Keizersgracht en dan de Prinsengracht. Door de grotere vraag naar voedsel door bevolkingsgroei
begint de Republiek met inpolderingen (droogleggen) waarbij molenbouwer Leeghwater een grote
rol speelde. Bij droogleggingen won men veen, die ze droogden tot turf (belangrijke brandstof
toentertijd).
In 1602 ontstaat de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Het doel hiervan is handel drijven. Ze
krijgen hiermee monopolie op het gebied Azië. De VOC verkreeg kapitaal voor de uitrusting van de
, Geschiedenis Samenvatting
schepen door middel van participaties (aandelen). Daarmee werd de VOC de eerste multinational. De
VOC handelt in voornamelijk kruidnagel, nootmuskaat, kaneel, zijde, porselein en thee.
Als in 1621 de oorlog van de Republiek met Spanje hervat wordt, valt het besluit om een West-
Indische Compagnie op te richten (WIC). Zij krijgen monopolie in de oostkust van Amerika en de
westkant van Afrika. De WIC gaf producten zoals textiel en rum vanuit de republiek aan Afrika,
vanuit Afrika nam de WIC Slaven mee naar Amerika. Vanuit Amerika kwamen suiker, tabak en katoen
naar de Republiek.
In de Gouden Eeuw blijven Bijbelse en historische thema’s in trek in de schilderkunst maar er
ontstaat ook vraag naar portretten en schuttersstukken. Niet alleen de kunsten bloeien op maar ook
de wetenschap doormaakt groei in de Gouden Eeuw.
Statenbijbel = de officiële Bijbelvertaling die op kosten van de Staten-Generaal in 1637 tot stand
komt.
Ieder Gewest kent zijn eigen onderwijsregelement.
Empirisme = studie van de wereld doormiddel van eigen waarneming.
Rationalisme = gebruik van het eigen verstand.
Alles in de Gouden Eeuw ontwikkelt zich tot een samenleving waarin weliswaar één kerk de officiële
is (de Nederlandse Hervormde Kerk), maar waar ruimte is voor tolerantie t.o.v. andere geloven. Er
was gewetensvrijheid in de Republiek. Er werd niemand vervolgt om zijn geloof maar niet elk geloof
had dezelfde rechten. Het calvinisme had de meeste rechten.
De Republiek had een relatief hoge welvaart, er was een lage werkloosheid en er was een armenzorg
voor als je toch werkeloos was.
Er vond een culturele bloei plaats in de Republiek bijvoorbeeld in de schilderkunst. Door de relatief
hoge welvaart hadden mensen het geld om hun huis te verfraaien met schilderijen. Naast de
schilderkunst bloeide ook de literatuur, wetenschap en de godsdienst op.