SOCIALE PSYCHOLOGIE
Inleiding tot de sociale psychologie
Psychologie = de wetenschap van het gedrag en de psychische processen van het individu.
De sociale psychologie is de wetenschap die bestudeert hoe de gedachten, gevoelens en
gedragingen van mensen worden beïnvloed dor de echte of denkbeeldige aanwezigheid van anderen
(sociale situatie).
Door de sociale invloed worden we allemaal beïnvloed door andere mensen. Hierbij gaat het ten
eerste over overreding, waarbij iemand opzettelijk probeert om het gedrag van een ander te
veranderen. Hierbij kun je denken aan reclametechnieken om een bepaald soort tandpasta te kopen.
Er is ook sprake van rechtstreekse overreding wanneer iemand je probeert over te halen om iets te
doen (drink nog één biertje!).
Sociale invloed gaat verder dan alleen het gedrag. Het omvat zowel onze gedachten en gevoelens als
onze onzichtbare handelingen. Naast opzettelijke pogingen tot overreding, worden we vaak ook al
beïnvloed door de aanwezigheid van anderen, ook wanneer dit volslagen vreemden zijn waar je geen
contact mee hebt. Je kan ook worden beïnvloed door anderen wanneer zij niet aanwezig zijn,
bijvoorbeeld bij de gedachte aan de goed- of afkeuring van je ouders, vrienden, leraren etc.
Hypothese = een schatting doen op basis van onderbouwde aannames. Sociaal psychologen
doen hypotheses om diverse vragen te beantwoorden. Na het opstellen van een hypothese
ontwerpen sociaal psychologen een experiment dat gedetailleerd genoeg is om de situaties op te
roepen die tot de ene of de andere uitkomst zullen leiden.
De sociale psychologie onderscheidt zich vooral doordat ze zich niet zozeer bezighoudt met sociale
situaties in een objectieve betekenis, maar doordat ze zich in eerste instantie richt op de manier
waarop mensen beïnvloed worden door hun interpretatie, of construct, van hun sociale omgeving.
Construct = de manier waarop mensen de sociale wereld waarnemen, begrijpen en
interpreteren.
Sociaal psychologen denken dat je pas kunt begrijpen hoe mensen door hun sociale omgeving
worden beïnvloed, wanneer je weet hoe ze die sociale wereld waarnemen, begrijpen en
interpreteren.
Sociale psychologie is een op experimenten gebaseerde wetenschap. Veronderstellingen,
vermoedens en ideeën over sociaal gedrag van mensen worden getest op empirische en
systematische wijze.
Persoonlijkheidspsychologen concentreren zich over het algemeen op individuele verschillen:
persoonlijkheidsaspecten van de betrokkenen die maken dat ze anders zijn dan anderen. Sociaal
psychologen zijn er van overtuigt dat je hierbij een essentieel onderdeel buiten beschouwing laat: de
machtige rol van de sociale invloed.
Sociologie richt zich op onderwerpen als sociale klasse, sociale structuur en sociale instituties. Het
grote verschil tussen sociologie en sociale psychologie is dat sociologie zich niet concentreert op de
psychologie van het individu, maar naar de samenleving als geheel kijkt. Het analyseniveau is een
groep of een sociaal systeem. Voor sociaal psychologen is het analyse niveau het individu in de
context van een sociale situatie.
,Het doel van de sociale psychologie is het identificeren van de universele eigenschappen van de
menselijke natuur die maken dat iedereen gevoelig is voor sociale invloed, onafhankelijk van sociale
klasse of cultuur.
Kortom: de sociale psycholoog beweegt zich op het gebied tussen de sociologie en de
persoonlijkheidspsychologie. De sociologie en de sociale psychologie hebben beide belangstelling
voor de manier waarop de situatie en de bredere maatschappelijke omstandigheden ons gedrag
beïnvloed. Sociaal psychologen richten zich echter meer op de psychologische gesteldheid van
individuen die hen gevoelig maakt voor sociale invloeden.
Sociologie Sociale psychologie Persoonlijkheidspsychologie
Verschaft algemene wetten en Onderzoekt de psychologische Onderzoekt de kenmerken die
theorieën over samenlevingen processen die mensen met maken dat individuen uniek
en niet over individuen. elkaar gemeenschappelijk zijn en van elkaar verschillen.
hebben, die maken dat ze
gevoelig zijn voor sociale
invloed.
Fundamentele attributiefout = de neiging om de mate waarin iemands gedrag wordt veroorzaakt
door interne, dispositionele factoren te overschatten en de rok van externe, situationele factoren te
onderschatten.
We hebben de neiging om het gedrag van mensen te verklaren door persoonlijkheid, en
daarbij de externe (sociale omgeving) te onderschatten.
Behaviorisme = een stroming in de psychologie die de stelling verdedigt dat men, om menselijk
gedrag te kunnen begrijpen, slechts hoeft te kijken naar de bekrachtigende eigenschappen van de
omgeving. Hoe positieve/negatieve gebeurtenissen in de omgeving verband houden met
specifieke gedragen.
Gedrag kan verklaard worden aan de hand van beloningen of straffen in de omgeving van het
organisme. Het is niet nodig om subjectieve zaken, zoals gedachten en gevoelens, hierbij te
betrekken.
De manier waarop mensen andere mensen en hun motieven, intenties en gedragingen waarnemen
noem je sociale perceptie.
Naïef realisme = de overtuiging dat ieder van ons dingen waarneemt “zoals ze echt zijn”. Als andere
mensen dezelfde dingen dus anders zien, moet dat wel zijn omdat zij bevooroordeeld zijn.
Hierbij geloof jij dat jouw waarheid, ook echt de waarheid is.
Motieven die onze gedachten en gedragingen beïnvloeden
- Benadering vanuit zelfwaardering: de behoefte aan een positief zelfbeeld
- Benadering vanuit de sociale cognitie: de behoefte om de wereld accuraat waar te nemen
- Biologische drijfveren: honger en dorst
- Psychologische drijfveren: liefde, goedkeuring, sociale uitwisseling
- Behoefte aan controle
De meeste mensen hebben een sterke behoefte aan een positief zelfbeeld; jezelf beschouwen als
een goed, competent en beschaafd persoon. Door een positief beeld te vormen over jezelf, ga je je
beter voelen.
, Sociale cognitie = hoe mensen denken over zichzelf en de sociale wereld. Hoe mensen sociale
informatie selecteren, interpreteren, herinneren en gebruiken om oordelen te vormen en beslissingen
te nemen. Ookwel de cognitieve benadering van de sociale psychologie genoemd.
Sociale cognitie
Sociale cognitie = hoe mensen denken over zichzelf en de sociale wereld.
Hoe mensen sociale informatie selecteren, interpreteren, herinneren en gebruiken om
oordelen te vormen en beslissingen te nemen.
Er zijn 2 typen sociale cognitie: automatische sociale cognitie en gecontroleerde sociale cognitie. In
de veel gevallen werken deze 2 typen uitstekend samen.
Automatische sociale cognitie is snel en automatisch. Als we iemand voor het eerst ontmoeten,
vormen we vaak razendsnel een indruk van hem of haar, zonder daar bewust over na te denken. Zo
nemen we soms ook zonder na te denken beslissingen; bijvoorbeeld boven op de rem gaan staan,
wanneer we een kind ineens de weg op zien stappen.
Op andere momenten pauzeren we om goed na te denken over wat de beste aanpak zou zijn. Dit
noem je gecontroleerde sociale cognitie. Dit kost meer inspanning en is meer weloverwogen.
Op basis van onze ervaring en kennis kunnen we de omgeving automatisch analyseren. Automatisch
denken is een onbewust, onopzettelijk, onwillekeurig proces dat geen inspanning kost. Automatisch
denken helpt ons nieuwe situaties te begrijpen, doordat we ze in verband kunnen brengen met
eerdere ervaringen.
We gebruiken schema’s: mentale structuren waarmee we onze kennis over de sociale wereld
organiseren. Deze mentale structuren beïnvloeden de informatie die we opmerken, waarover we
nadenken en die we ons herinneren.
De term schema is erg algemeen en omvat onze kennis over vele zaken: andere mensen, onszelf,
sociale rollen en specifieke gebeurtenissen. Een schema over een gebeurtenis wordt ookwel een
script genoemd. Een script is de beschrijving van hoe een bepaalde gebeurtenis gewoonlijk verloopt.
Onze schema’s bevatten onze basiskennis en de indrukken die we gebruiken om wat we over de
sociale wereld te organiseren en om nieuwe situaties te interpreteren.
Welk schema je in een nieuwe situatie gebruikt, wordt beïnvloed door de toegankelijkheid: de mate
waarin schema’s en concepten zich op de voorgrond van ons bewustzijn bevinden, waardoor het
waarschijnlijker is dat we ze gebruiken bij het interpreteren van de sociale wereld.
- Blijvend toegankelijk; schema’s die continu toegankelijk zijn
- Tijdelijk toegankelijk; schema’s die bijvoorbeeld gerelateerd zijn aan een bepaald doel wat op
dat moment belangrijk is
Priming = het proces waarbij recente ervaringen de toegankelijkheid van een schema,
concept of kenmerk verhogen.
Selffulfilling prophecy
= zichzelf waarmakende voorspelling. Situatie waarbij mensen een verwachting hebben over hoe
iemand is, die van invloed is op de manier waarop ze zich tegenover die persoon gedragen, waardoor
die persoon zich consistent met deze verwachtingen gaat gedragen, zodat hun verwachting uitkomt.