Hoorcollege 1 - Ontzorgen en normaliseren
Inhoud en leerdoelen cursus (1)
Doel cursus: hedendaagse opvoedingspraktijken en -problemen leren begrijpen tegen de
achtergrond van veranderingen in de samenleving
Twee delen:
1. Ontwikkeling van opvoedingspraktijken door tijd heen
2. Actuele veranderingen in opvoedingspraktijken toegespitst op kinderen en jongeren die
‘anders’ zijn
Inhoud en leerdoelen cursus (2)
1. Kennis van en inzicht in pedagogisch relevante historische, sociologische en cultureel
antropologische theorieën en onderzoekstradities.
2. Verwerven van inzicht in de relatie tussen opvoedingsprocessen en maatschappelijke
ontwikkelingen.
3. Samenvatten van en reflecteren op de literatuur in zelf geschreven betoog.
4. Kennisverdieping door systematisch bij elkaar brengen van wetenschappelijke en niet-
wetenschappelijke literatuur.
5. Ontwikkelen van een attitude over omgaan met afwijkend gedrag vanuit de rol als
toekomstig academisch geschoold pedagoog. (gaat dit hoorcollege over)
Inhoud en leerdoelen cursus (3)
Cursusliteratuur
- Childhood in world history (Stearns) behandelt kindertijd chronologisch gezien. Geeft
beeld hoe attitudes ten opzichte van kinderen en opvoeding zich hebben ontwikkeld over de
tijd.
- Verbeter de wereld, begin bij de opvoeding (De Winter) houdt pleidooi voor hernieuwde
maatschappelijke ambitie in de pedagogiek.
- Ver van de boom (Solomon) vormt voor een belangrijk deel het denkkader van deze
cursus. Gaat over de zoektocht van ouders en uitzonderlijke kinderen naar hun identiteit.
Aan de hand van interviews. Belicht zowel de veerkracht als de moeilijkheden. Is geen
wetenschappelijk werk, haalt wel veel bevindingen aan maar het is narratief.
O&M en DPP
Belangrijke overeenkomst is dat (ervaren) afwijkend gedrag wordt bekeken vanuit ecologisch
perspectief (dus afwijkend gedrag wordt in een contextueel kader) =>
- Gedrag ontstaat en wordt in stand gehouden door complexe interactie van sociale,
cognitieve, biologische en maatschappelijke factoren.
- Deze factoren kunnen de ontwikkeling van het gedrag versterken (risicofactor) of
verminderen (beschermende factor).
Verschil:
- Bij DP meer de oorzaken van het afwijkend gedrag, dus vanuit medisch perspectief. En bij
O&M meer het sociale perspectief belicht.
Inhoud en leerdoelen van dit college
Onderwerpen:
1
, 1. Hervormingen in de jeugdhulp
2. Achterliggende pedagogische discussies
Doel:
- Prikkelen eigen standpunten t.a.v. kinderen die ‘anders’ zijn
- In aansluiting op cursusleerdoel 5 => Ontwikkelen van een attitude over omgaan met
afwijkend gedrag vanuit de rol als toekomstig academisch geschoold pedagoog
Denkkader
- Hoe gaan we in de huidige samenleving en cultuur om met kinderen en jongeren die zich
‘anders’ ontwikkelen?
- Welk beleid wordt ten aanzien van kinderen en hun opvoeders gevoerd?
- Welke invloed heeft een ‘afwijkende’ ontwikkeling op de opvoeding, binnen en buiten het
gezin?
- Welke rol spelen professionals in deze processen?
Hervormingen in de jeugdhulp
• Veel veranderingen in sociaal domein t.a.v. onderwijs, zorg, werk en jeugdhulp
• In gang gezet door Wmo (2007) en Welzijn Nieuwe Stijl (2010) en verder vorm gekregen
sinds decentralisatie van overheidstaken naar gemeenten (2015)
• Onderdeel van die veranderingen: passend onderwijs, werken naar vermogen én de Transitie
Jeugdzorg
=> Sinds januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van alle vormen van
jeugdhulp
Aanleiding:
1. Jeugdhulp beleggen bij bestuurslaag die dichtst bij jeugdigen en hun opvoeders staat
2. 1 financieringsstroom voor ondersteunings- en zorgaanbod
3. Inhoudelijke overwegingen => transformatiedoelen:
1. Preventie en uitgaan van eigen mogelijkheden van jeugdigen en hun ouders met
inzet van het sociale netwerk
2. Demedicaliseren, ontzorgen, normaliseren door het opvoedkundige klimaat in
gezinnen, wijken en pedagogische basisvoorzieningen (scholen, kinderopvang,
jeugdgezondheidszorg) te versterken
3. Beroep op gespecialiseerde zorg verminderen
4. 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur (integrale hulp), als de budgetten bij 1 partij liggen zijn er
meer mogelijkheden
5. Meer ruimte voor professionals
Terminologie: decentralisatie, transitie, transformatie.
Decentralisatie: uitvoering van en verantwoordelijkheid
voor wetten en regels wordt verplaatst van hogere naar
lagere bestuurslaag
= overheveling van taken van rijk en provincie naar gemeenten
Transitie: veranderen van het ‘huidige stelsel’ (regels, wetten, financiële verhoudingen) om tot de
gewenste veranderingen te komen
= vernieuwing van de structuur
Transformatie: realiseren van beoogde inhoudelijke effecten van de stelselwijziging
2
,= vernieuwing van de inhoud
• Hoofdconclusie eerste Evaluatie Jeugdwet (2018): transformatie moet nog grotendeels vorm
krijgen
• Risico: ondanks goede intenties verdwijnt de transformatie naar de achtergrond en
stelselvernieuwing wordt gerealiseerd zonder de gewenste inhoudelijke veranderingen
• Om dit te voorkomen moet transformatieproces gevoed en ondersteund worden en dat
gebeurt ook!
• Op veel plaatsen in het land zijn initiatieven gestart, bijv. de Academische Werkplaatsen
Transformatie Jeugd (2015-2019)
• 12 werkplaatsen in NL gericht op kennisvorming die gemeenten en
praktijkorganisaties ondersteunt bij de transformatie
• Ook in Utrecht stad is een werkplaats
• https://www.werkplaatsenjeugd.nl/
• RMO rapport uit 2012 ‘Ontzorgen en normaliseren’ =>
Principes die raken aan de basis van de hervormingen in de jeugdhulp en opmaat naar deel 2 van dit
college
RMO (2012):
• Elk gezin heeft vragen over opvoeding
• Meestal komen gezinnen daar uit, al dan niet met ondersteuning van sociale of professionele
omgeving
• Soms is meer professionele ondersteuning nodig
• Opvoedvragen groeien te snel uit tot opvoedproblemen
• Hulpaanbod te zwaar, niet passend, biedt geen langdurige oplossing
• Jeugdhulp loopt tegen haar grenzen aan (wachtlijsten, kosten)
• Oplossing: eerstelijns gezinszorg versterken o.b.v. de principes ontzorgen en normaliseren
Hervormingen in de jeugdzorg
• Ontzorgen: versterken van de veerkracht en het activeren en benutten van sociale
netwerken
• Normaliseren: tegengaan van onnodig problematiseren en etiketteren
• Om jeugdhulp volgens deze twee principes in te richten, moet geïnvesteerd worden in een
sterke sociaalpedagogische omgeving
• Dat wordt al jaren erkend, zo blijkt o.a. uit beleidsnota’s van het voormalig ministerie voor
Jeugd en Gezin
• Toch bleef focus van beleid op ingrijpen, mede gedreven door incidenten (gezinsdrama’s) en
het streven die te voorkomen
• Veel minder focus op een – parallelle – versterking van pedagogische
basisvoorzieningen (speeltuin, buurtwerk, onderwijs, opvang) en het
stimuleren van (mede)opvoeders om elkaar onderling te steunen
• ‘Veiligheidsbeleid’ i.p.v. gezinsbeleid volgens RMO
• “Deze beweging is te verklaren vanuit een samenleving waarin afwijkend
gedrag en risico’s steeds minder geaccepteerd zijn […]” (RMO, 2012, p.
14)
• Ingrijpen vs. afstand houden (overheid in lastige spagaat)
• Risicosignalering, actief opsporen van hulpvragen, doorverwijzen
3
, • Specialisten vs. generalisten, professionals zijn aan de slag gegaan met opvoedvragen en er is
minder gedacht vanuit de tranformatiedoelen, waar de ouders zelf hun kracht kunnen
versterken.
Welkom in Holland
Bereid je uitgebreid voor op reis naar Italië maar komt in Holland en moet je daar opnieuw in
verdiepen terwijl de rest naar Italië blijft gaan. Geeft mooi aan met welke emoties je te maken kunt
krijgen als ouder van een kind met een horizontale identiteit.
Achterliggende pedagogische discussies
Denkkader
- Hoe gaan we in de huidige samenleving en cultuur om met kinderen en jongeren die zich
‘anders’ ontwikkelen?
- Welk beleid wordt ten aanzien van kinderen en hun opvoeders gevoerd?
- Welke invloed heeft een ‘afwijkende’ ontwikkeling op de opvoeding, binnen en buiten het
gezin?
- Welke rol spelen professionals in deze processen?
Achterliggende pedagogische discussies
Dit komt ook terug in Solomon.
• Vormen afwijkingen een identiteit of een defect?
• Dat hangt af van de definitie van ‘afwijking’
Klinisch (medisch) model
• Afwijking is stoornis en moet zoveel mogelijk verholpen worden met oog op deelname aan
de samenleving
• Sluit aan op ‘humanistisch perspectief’ => lijden van individu verlichten met de
mogelijkheden die we hebben
Acceptatie (of identiteits-)model
• Afwijking is identiteit en moet geaccepteerd worden in de samenleving, kind en ouders
moeten worden ondersteund
• Sluit aan bij ‘sociale visie’ => diversiteit hoort bij de samenleving
Voorbeeld is de ledemaatverlenging, past bij het medisch model. Het niet-aanpassen van de
standaardmeubelhoogte (voor dwergen) past ook bij het klinisch (medisch) model.
Let op: ‘normalisatie’ (Solomon) ≠ normaliseren (RMO). Bij Solomon verwijst het naar de opvatting
om afwijkingen zoveel mogelijk te normaliseren/fixen (past bij klinisch model). Bij RMO verwijst het
naar het niet/onnodig labelen van afwijkend gedrag, past bij acceptatiemodel.
De laatste downer
4-delig programma. Gaat over Evelien en Sjoerd, hebben het syndroom van down. Gaan met de
verslaggever op pad om onderzoek te doen naar de toekomst van mensen met het syndroom van
Down.
Achterliggende pedagogische discussie
• Prenatale diagnostiek: opsporen van aangeboren of erfelijke afwijkingen bij het ongeboren
kind
4