,Belangrijke begrippen:
Inspectie= systematisch observeren van de buitenkant
Palpatie= tasten met handen en vingers om iets te weten van dieper gelegen
structuren.
Percussie= aan de buitenkant kloppen op een deel van het lichaam om een indruk te
krijgen van het onderliggende weefsel.
Auscultatie=je luistert met een stethoscoop naar geluiden die door het lichaam
geproduceerd worden.
De anatomische houding= is de standaard positie van mensen. Rechtopstaand met
de armen langs de zijden en de tenen en handpalmen voorwaarts.
Je moet het verschil weten wanneer je bijvoorbeeld een mri of ct scan maakt. De
weke delen kun je bijvoorbeeld bij een mri het best zien en bij een ct scan
bijvoorbeeld bloedingen hersenbloedingen. Een ct scan mag niet gemaakt worden
bij bijvoorbeeld zwangere vrouwen door de röntgenstraling. Mri scans kunnen niet bij
mensen met niet metaal en platen in hun lichaam.
Doorsneden
frontaal: verdeeld het lichaam in voor en achter
transversaal: verdeeld het lichaam in het midden, boven en onderkant
sagittaal: verdeeld het lichaam in een linker en rechterhelft
,Deel 1: Cellen, weefsels en orgaanstelsels
Cel= kleinste stofwisseling eenheid van het lichaam
Lichaam heeft meer dan 60 biljoen cellen. Samenwerken staat centraal bij die 60
biljoen cellen in ons lichaam. Er moet een goede samenwerking en taakverdeling
zijn. Elke cel heeft een eigen vorm en functie
Orgaanstelsels- 11 stuks:
1. Zenuwstelsel
2. Hormoonstelsel
3. Huid
4. Beenderstelsel
5. Spierstelsel
6. Cardiovasculaire stelsel
7. Lymfestelsel
8. Ademhalingsstelsel
9. Spijsverteringsstelsel
10.Urinaire stelsel
11. Voortplantingsstelsel
● Metabolisme (ook wel stofwisseling)= alle biochemische reacties die in
cellen kunnen plaatsvinden.
2 typen biochemische reacties:
1) Anabole reactie
- Kleine moleculen worden samengevoegd tot grotere→ kost energie
(assimilatie)
2) Katabole reactie
- Grotere moleculen worden afgebroken tot kleinere→ levert energie op
(dissimilatie)
Verbranding(=celademhaling):
- Veelvoorkomende afbraakreactie
- Altijd zuurstof nodig dus altijd aerobe dissimilatie
- Brandstof is meestal glucose
- Reactie: Glucose + zuurstof → Energie + water + koolstofdioxide
- Is er geen glucose dan kunnen er ook vetten verbrand worden
↳Minder schoon + meer afvalstoffen
Reactie: vetten + zuurstof → Energie + water + koolstofdioxide +
afvalstoffen
, - Soms is er geen zuurstof in een cel, maar wel behoefte aan energie
- De cel gaat energierijke stoffen afbreken zonder zuurstof te gebruiken
(=anaerobe dissimilatie)
- Nadelen: energieopbrengst is lager en meer afvalstoffen
- Reactie: Glucose → energie + water + melkzuur
- Gebeurd bvb. bij spieren wanneer er niet genoeg zuurstof is doordat er te veel
arbeid verricht moet worden.
Energie opslaan:
- Wordt opgeslagen in een cel zodat er energierijke bindingen gemaakt kunnen
worden.
- Opgeslagen in ADP→ wanneer het molecuul is gebonden heet het ATP
↳2 fosfaat moleculen, derde fosfaat molecuul bindt zich → ATP
Reactie: ADP + P → ATP
- Wanneer ergens energie nodig is, wordt het derde molecuul losgelaten om de
energie vrij te geven. Reactie: ATP→ ADP + P + energie
● Enzymen= alle biochemische reacties in cellen vinden plaats met
reactieversnellers→ enzymen.
Adenosinedifosfaat (ADP) De energie opladen zodat er in de cel energierijke
bindingen worden gevormd.
Adenosinetrifosfaat (ATP) Stof die erbij word toegevoegd. ADP+ P+ energie = ATP
Kan zich overal in de cel bevinden, zodra er ergens energie nodig is word het derde
fosfaatmolecuul losgekoppeld en komt de opgeslagen energie vrij.
Kenmerken enzymen:
- Het zijn altijd eiwitten
- Worden door het lichaam gemaakt
- Versnellen biochemische reacties
- Zijn reactiespecifiek (sleutel slot principe)
- Extra stof nodig die reactie snel laat verlopen (=co-enzym)
- Temperatuur Specifiek
↳optimumtemperatuur (37 graden) → T te laag (langzaam werkend) T
te hoog (onherstelbaar beschadigd)
- Zuurgraad Specifiek
↳ optimale werking bij bepaalde pH → pH te zure of te basisch werkt
het enzym trager of helemaal niet.
- Worden zelf niet verbruikt of chemisch veranderd bij de reacties die ze
beïnvloeden→ kunnen steeds opnieuw ingezet worden.
- Naam eindigd meestal op ase, vernoemd naar stof die ze splitsen
(lipase, amylase) (soms niet zoals bij ptyaline, pepsine, trypsine)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jamillanoya. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,39. Je zit daarna nergens aan vast.