Netwerksamenleving
https://boeken-rechtsgebieden-boomportaal-nl.ezproxy.hhs.nl/publicaties/9789089742803#16
College 1
Wat is een netwerk? Het is een verbinding tussen een groep of systeem (computernetwerk, sociaal
netwerk). Het woord ‘netwerk’ duidt op een structuur, ‘nodes’ die aan elkaar zijn verbonden op een
niet-hiërarchische manier.
Voorbeelden van netwerken
o Mensen -> migratie van mensen: diaspora, migranten, toeristen, studenten en vluchtelingen
o Media -> wereldwijde telecommunicatie, sneller en makkelijker toegang tot toenemende
hoeveelheden informatie
o Financieel -> mondiale geldstromen, internationale handel
o Ideologisch -> verbreiden van ideologie, wereldbeelden, vrijheid, welvaart, democratie,
soevereiniteit en terrorisme
Een sociaal netwerk bestaat uit een aantal mensen (organisaties) die aan elkaar verbonden zijn door
betekenisvolle sociale relaties. Netwerken ontstaan door het denken in verbindingen tussen personen,
organisaties en dingen.
Het concept netwerken is een nieuwe manier van kijken naar de wijze waarop de wereld om ons heen
verbinden is (economisch, cultureel en maatschappelijk). Er is een sociologische noodzaak om een
nieuwe manier te ontwikkelen om naar de samenleving en de organisatievormen binnen de
samenleving te kijken. Het is een analytisch hulpmiddel om betekenis te geven aan de sociale
problemen en daar oplossingen voor te bedenken.
Waarom denken in netwerken? Niets gebeurt in isolement. De meeste gebeurtenissen en fenomenen
hebben verbintenissen met elkaar en worden veroorzaakt door een enorme hoeveelheid stukjes van
een grote complexe puzzel. Kleine oorzaken kunnen grote gevolgen hebben. Netwerken ontstaan min
of meer spontaan, bottom-up. Het is een antwoord op reductionisme en het op een statische manier
bedrijven van sociale wetenschappen.
Breder perspectief
o Tijd -> geen momentopname maar onderdeel van een proces
o Ruimte -> nooit of zelden een lokale aangelegenheid
o Sociale netwerken -> niet van een enkel persoon of een enkele organisatie
o Kennisgebieden -> multidisciplinair
Het veiligheidscomplex hoofdstuk 1
Reeds midden jaren negentig concludeerden de vooraanstaande politiewetenschappers Bayley en
Shearing (1996) dat in de ontwikkeling van criminaliteitsbeheersing en rechtshandhaving in de meeste
westerse landen een fundamentele breuk optrad. Toekomstige generaties, zo meenden zij, zullen op
ons tijdperk terugkijken als een periode waarin het ene systeem van policing eindigde en vervangen
werd door een ander.
In de afgelopen 20 tot 25 jaar hebben zich belangrijke veranderingen voorgedaan in de zorg voor
maatschappelijke veiligheid. In navolging van onder andere Johnston (1998), Garland (2001) en
Newburn (2001) wordt hier als uitgangspunt gehanteerd dat deze veranderingen samenhangen met
maatschappelijke ontwikkelingen die wel zijn omschreven als de overgang naar een ‘laatmoderne’
samenleving. Deze ontwikkelingen gaan in de meeste landen gepaard met het ontstaan van een
relatief hoog niveau van criminaliteit, een sterk besef onder burgers van onveiligheid en van
aanzienlijke moeilijkheden voor burgers, overheid en andere partijen om via traditionele, zowel formele
als informele, wegen antwoorden te vinden op de problemen van criminaliteit en overlast. Bovendien
hebben deze ontwikkelingen bijgedragen aan een veranderende positie van de overheid.
1
,Laatmoderniteit en onzekerheid
De overgang naar een laatmoderne samenleving die in de laatste decennia van de twintigste eeuw
zichtbaar werd, is door Giddens (1991,1994) geanalyseerd als het resultaat van drie al langer lopende
ontwikkelingen:
o Het proces van globalisering, waardoor activiteiten en gebeurtenissen die op grote afstand
van elkaar plaatsvinden, directer met elkaar verbonden raken.
o Sociale activiteiten worden steeds meer losgekoppeld van hun lokale context (disembedding).
Hierdoor verliezen tradities aan gewicht en ontstaat een posttraditionele sociale orde.
o De sociale reflexiviteit groeit, de noodzaak voor mensen om steeds meer te reflecteren op hun
keuzes en handelingen. Dit leidde tot groeiende culturele pluriformiteit en fragmentering en
het proces van individualisering. ‘Keuzedwang’.
Met deze ontwikkelingen verandert ook het sociaal vertrouwen van karakter. Was het vertrouwen
tussen mensen eerder vooral gebaseerd op lokale verhoudingen en persoonlijke bekendheid, met het
uit elkaar vallen van traditionele banden en het ontstaan van nieuwe relaties en afhankelijkheden over
grotere afstand, wordt het onderling vertrouwen minder context- en persoonsgebonden en meer
gebaseerd op zogenoemde ‘abstracte systemen’.
De drie genoemde ontwikkelingen en het wankele, abstracte vertrouwen dat daarmee gepaard gaat,
leiden ertoe dat de laatmoderne samenleving zich kenmerkt door onzekerheid en een hoog besef van
risico’s onder burgers. In de laatmoderne tijd zouden mensen worden geconfronteerd met een
‘ontologische onzekerheid’ in een wereld die hun lijkt te ontglippen -> runaway world
De processen van globalisering, ontlokalisering en groeiende sociale reflexiviteit hebben ingrijpende
gevolgen voor de economie van westerse landen. De verschuiving vindt plaats van een overwegend
industriële, manneneconomie naar een meer op dienstverlening en informatie gebaseerde economie,
met gevolgen voor maatschappelijke ongelijkheid en achterstand. Er is een cultureel gefragmenteerde
onderlaag ontstaan, waarin vele vormen van achterstand zijn te vinden.
De ontwikkeling naar een laatmoderne samenleving heeft in veel westerse landen ook consequenties
voor de positie van de (centrale) overheid. Decentralisatie, privatisering, invoering van marktwerking,
uitbesteding, zelfregulering en de overname van taken door supranationale overheden domineren
sinds de jaren tachtig de beleidssectoren.
De hier in hoofdlijnen geschetste sociale, culturele en economische contouren van laatmoderne
samenlevingen vormen een belangrijke context voor het begrijpen van de ontwikkelingen in de
veiligheidszorg over de afgelopen ruim twintig jaar. Veel van deze samenlevingen hebben te maken
gekregen met een hoog niveau van criminaliteit, wijdverspreide gevoelens van onveiligheid en
complexe, vaak tegenstrijdige verwachtingen van burgers ten aanzien van de overheid.
Onveiligheid als sociaal probleem
Als gevolg van culturele fragmentering en maatschappelijke individualisering hebben op vele terreinen
normen en regels hun duidelijkheid en gezag verloren. Dit stelt hogere eisen en regels aan de
zelfbeheersing en het normbesef van burgers.
Tegelijk zijn door toegenomen mobiliteit en ontbedding van het sociale leven informele en ingebouwde
vormen van sociale controle en toezicht verdwenen of hebben deels hun kracht verloren.
Leden van de nieuwe onderlaag, vooral jongens en jonge mannen, hebben in veel gevallen een
beperkte binding met de samenleving en zoeken hun eigen aanpassingsstrategieën die hen in botsing
kunnen brengen met de dominante samenleving en de daar gestelde regels.
High-crime society -> hoog niveau van criminaliteit in de samenleving
Politieregistraties kunnen een vertekend beeld geven van de omvang van de criminaliteit, omdat deze
afhankelijk zijn van de mate waarin de politie op de hoogte raakt van gebeurtenissen en deze vastlegt.
Naast kwantitatieve veranderingen treden in de onveiligheid ook kwalitatieve ontwikkelingen op. De
eerdergenoemde maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de individualisering, het meer mobiele en
open karakter van de samenleving, de opkomst van informatie- en communicatietechnologie en de
2
,verdere globalisering, zijn daarin vaak herkenbaar. Illegale economieën waarin min of meer
georganiseerde criminele verbanden opereren, kennen vaak wereldwijde vertakkingen.
Niet alleen de objectieve onveiligheid, maar ook de subjectieve, door burgers ervaren onveiligheid
bepaalt in hoeverre sprake is van veiligheid als sociaal probleem. Het besef van veiligheidsrisico’s in
het leven van burgers blijft een belangrijk thema. Dit uit zich in verschillende manieren:
o De omvang van de criminaliteit heeft er in de Nederlandse samenleving toe bijgedragen dat
veel burgers in hun dagelijks leven voortdurend bedacht zijn op en rekening houden met
criminaliteit en onveiligheid
o Er blijft sprake van een wijdverspreid gevoel onder burgers dat de onveiligheid een groot
probleem is, hoewel het niveau van de maatschappelijke veiligheid, zowel gemeten naar
slachtofferschap als naar concrete onveiligheidsgevoelens, de afgelopen jaren is verbeterd.
Eurobarometer -> criminaliteit wordt door burgers in Nederland nog steeds beschouwd als het
belangrijkste thema dat in hun land speelt.
Op basis van het voorgaande blijkt dat onveiligheidsgevoelens en daarbij aansluitende
gedragsaanpassingen slechts in beperkte mate samenhangen met het bestaande niveau van
‘objectieve’ veiligheid. Het gaat hier slechts om een angst persoonlijk slachtoffer te worden van
criminaliteit. Veel meer betreft het hier een vage maatschappelijke onrust en een gevoel dat
onveiligheid een belangrijk maatschappelijk probleem is.
Veiligheid als sociaal probleem kan niet los worden gezien van haar politieke dimensie. Zoals
objectieve en subjectieve veiligheid niet altijd parallel lopen, geldt dat ook voor veiligheid als sociaal en
als politiek probleem. Veiligheid als sociaal probleem is daarvoor te complex en tegenstrijdig en dat
geldt ook voor de verwachtingen en opvattingen van burgers.
Verwachtingen en opvattingen burgers
Veel burgers verwachten van de overheid vooral dat ze oplossingen, zo niet garanties voor
oplossingen biedt voor de veiligheidsproblemen in de publieke ruimte. De opvattingen van burgers
over hoe de overheid (vooral de politie) dat moet doen, bevatten echter inconsistenties en
tegenstellingen.
Tegenover de verwachting dat de overheid, en vooral de politie, de verantwoordelijkheid zal nemen
voor de veiligheid, staan sinds eind jaren zestig het tanende gezag en de groeiende
legitimiteitproblemen van de politie. Voor het begrijpen van het verlies aan gezag en legitimiteit van de
politie zijn twee maatschappelijke ontwikkelingen belangrijk:
o Onder invloed van individualisering vindt de-traditionalisering en groeiende sociale reflexiviteit
op vele terreinen een verschuiving plaats van een bevels- naar een
onderhandelingshuishouding.
o Vanaf de jaren tachtig resulteren processen van uitsluiting in een nieuwe stedelijke
onderklasse.
Er zijn ook andere redenen die ervoor zorgen dat de politie voor burgers een symbolische betekenis
houdt. De massamedia hebben vele autoriteit van hun voetstuk gestoten, vooral in de jaren zestig en
zeventig. Maar tegelijk vormen zij een belangrijke stimulans bij het ontstaan van een nieuwe cultuur
van emoties.
Ontwikkelingen in de veiligheidszorg
De ontwikkelingen in de aanpak van criminaliteit en overlast over de afgelopen 25 jaar kunnen worden
gezien als uiteenlopende pogingen antwoorden te vinden op de hier geschetste veranderingen in de
maatschappelijke veiligheid en de problemen deze op te leveren.
In de veiligheidspolitiek spelen emoties en symbolische aspecten een belangrijke rol. Deels gaat het
erom te laten zien dat de overheid tegemoetkomt aan problemen en klachten van burgers.
Naast deze stellige toon wordt het beleid rond veiligheid regelmatig gekenmerkt door onzekerheid
over de te volgen strategie, kerntaken of verantwoordelijkheden. Hierbij past dat in de ontwikkeling
van veiligheidsbeleid en veiligheidszorg periodes van crisis en crisisstemming vaak een belangrijke rol
spelen.
3
, Zes deelontwikkelingen van het Nederlandse veiligheidsbeleid en de Nederlandse veiligheidszorg:
Verandering in organisatorische en beheersmatige arrangementen
Verhouding overheid en andere partijen
Bij de verschuiving van government naar governance kunnen drie deelontwikkelingen worden
onderscheiden:
o Het zogenoemde lokaal integraal veiligheidsbeleid dat zich in Nederland heeft ontwikkeld
sinds begin jaren negentig.
o De privatisering kan van de politiefunctie worden onderscheiden.
o Er bestaat vanaf begin jaren negentig in Nederland een groeiende belangstelling voor het
versterken van de betrokkenheid van burgers en bedrijven bij de aanpak van onleefbaarheid
en onveiligheid.
Transnationalisering van politie en veiligheidszorg
Binnen de transnationalisering van de politie kan onderscheid worden gemaakt in vijf
deelontwikkelingen die vaak onderling verbonden zijn:
o Het ontstaan van transnationale politieorganisaties.
o Er bestaat in uiteenlopende vormen samenwerking tussen politieorganisaties uit verschillende
landen op meer tactisch en operationeel niveau.
o Er zijn allerlei vormen van beroepsmatige uitwisseling, waarbij politiemensen uit verschillende
landen elkaar informeel kunnen treffen.
o Er kan worden gewezen op het groeiende gebruik van internationale politie- of
vredesoperaties waaraan politieorganisaties uit meer landen kunnen deelnemen.
o Het gaat bij transnational policing om de internationale verspreiding van politieconcepten, -
modellen en -strategieën.
De vijf deelontwikkelingen leiden tot een complex, onoverzichtelijk en vaak gefragmenteerd gehaal
van transnationale politievormen.
Niet alleen de politie krijgt steeds meer een bovennationale dimensie, dit geldt nog sterker voor de
private veiligheidszorg.
Strafrecht en de opkomst van nieuwe discoursen
Hoewel het beroep op het strafrecht is toegenomen heeft het zijn monopoliepositie als discours in
belangrijke mate verloren. Naast het strafrecht zijn er andere vooral aan openbaar bestuur en
bedrijfsleven ontleende discoursen naar voren gekomen, zoals dat van het risicomanagement.
Met deze nieuwe discoursen krijgen andere waarden een grotere betekenis in de reacties op
criminaliteit en overlast. Door Feeley en Simon is er in een vroeg stadium op gewezen dat het
risicodiscours ook invloed krijgt op het strafrecht, waarbij strafrechtelijke middelen niet reactief, maar
meer proactief kunnen worden ingezet, zoals onder meer bij de aanpak van terrorisme.
Actuarial justice -> de logica van schadelastbeperking dringt zo door in de afwegingen ten aanzien
van de inzet van dwangmiddelen en van opsporingsbevoegdheden en in de reikwijdte van
strafbaarstelling.
Politics of uncertainty -> strafrecht komt deels in het teken te staan van de door risico-
overwegingen. Traditionele uitgangspunten zouden worden opgerekt ten gunste van een
voorzorgslogica en uitbreiding van toezichtmogelijkheden.
Veiligheidstechnologieën
De afgelopen decennia is in de zorg voor veiligheid in toenemende mate gebruikgemaakt van deels
nieuwe technologische middelen. De eerdergenoemde transnationalisering van de politie is slechts
mogelijk dankzij technologische vernieuwingen, zoals nieuwe communicatiesystemen en over grote
afstand te raadplegen informatiesystemen.
Minder spectaculair, maar vermoedelijk met uiteindelijk meer maatschappelijke gevolgen is het
groeiende gebruik van nieuwe technologische middelen in preventie en toezicht. Het gebruik van deze
middelen past bij de groeiende nadruk in de afgelopen decennia op fysieke, situationele preventie.
4