Voorblad paper
Dit formulier moet samen met de paper worden ingeleverd. Met dit ingevulde formulier
heeft de docent alle informatie die nodig is om de opdracht te beoordelen en de beoordeling
te verwerken. Zonder deze gegevens kan de docent de paper niet beoordelen.
Dit formulier is een toevoeging aan de opdracht maar telt niet mee als pagina in de
opdracht.
Studentnummer: 995325469
Naam: Lara Brugman
Naam opleiding: HBO Bachelor Pedagogiek
Opleidingscode: 7931
Modulenummer: 1670
Modulenaam: Gespreksvoering met kinderen en
opvoeders
Versie (indien meerdere versies aanwezig): 1
Herkansing?: ja/nee Nee
In de opdracht is de juiste bronvermelding* Ja
toegepast:
In de opdracht zijn de verslagtechnieken Ja
toegepast:
* Voor juridische modules is dit de Leidraad voor Juridische Auteurs. Voor niet-juridische
modules zijn dit de APA-richtlijnen.
Houd rekening met de knock-out criteria!
Je paper dient aan de onderstaande punten te voldoen. Is dit niet het geval, dan wordt je
paper niet beoordeeld.
Het voorblad is professioneel opgemaakt (zie instructie verslagtechnieken NTI) en
aanwezig;
De bronvermelding is zowel in de tekst als in de aparte literatuurlijst opgenomen
volgens de juiste bronvermelding;
Het verslag voldoet aan de vereisten m.b.t. het aantal pagina’s (in de opdracht wordt
dit exact benoemd) en is in lettertype Times New Roman 12 als lettertype
opgemaakt met regelafstand 1,5;
Het verslag heeft een juiste paginanummering.
De instructie in de opdracht is leidend. Wanneer deze instructie afwijkt van de algemene
instructie (verslagtechnieken en juiste bronvermelding), dan is dit leidend voor de te
schrijven paper.
Je vindt de regels rondom APA, de Leidraad voor juridische auteurs en de
verslagtechnieken in de tegel Algemene informatie.
,Inhoudsopgave
1. Inleiding..................................................................................................................................2
2. Reflectieverslag.......................................................................................................................3
3. Plan van aanpak pedagogisch gesprek....................................................................................5
4. Gespreksverslag......................................................................................................................6
4.1 Personalia..........................................................................................................................6
4.2 Inleiding............................................................................................................................7
4.3 Gespreksverslag................................................................................................................7
4.4 Visie en advies van de hulpverlener..................................................................................7
4.5 Afspraken..........................................................................................................................8
5. Reflectie..................................................................................................................................9
5.1 Maatschappelijke en culturele achtergrond van de jongere..............................................9
5.2 Pedagogische relatie..........................................................................................................9
5.3 Toegepaste gesprekstechnieken........................................................................................9
5.4 Behoeften van de jongere................................................................................................10
5.5 Ontwikkelingsniveau van de jongere..............................................................................10
6. Literatuurlijst.........................................................................................................................11
Bijlagen.....................................................................................................................................12
A. Bijlage 1. Uitgeschreven minuut van rollenspel..............................................................12
1. Inleiding
Het hierop volgende paper omvat de eindopdracht voor de module gespreksvoering met
kinderen en opvoeders.
Het eerste onderdeel bevat het rollenspel dat ik tijdens de praktijkdag heb uitgevoerd met een
medestudent. Hierbij ging het om een pedagogisch adviesgesprek rondom seksualiteit en
,tienerzwangerschap. Hier heb ik 2 minuten van getranscribeerd en
toegevoegd als bijlage. Het gehele gesprek is terug te vinden via deze link:
https://youtu.be/rSjDBWj9Okk
Vervolgens heb ik op mijn gesprekstechnieken en houding in dit gesprek gereflecteerd.
Hierna volgt een pedagogisch gesprek in eigen omgeving, in mijn geval met mijn gezinsleden.
Na het plan van aanpak voor het gesprek, volgt het gespreksrapport.
Tot slot reflecteer ik nog op mijn pedagogisch handelen in alle onderdelen.
2. Reflectieverslag
Hier volgt een reflectieverslag rondom het rollenspel dat ik tijdens de praktijkdag voor deze
module heb uitgevoerd. Het ging hierbij om C., een jongen van 15 jaar, die bang is dat zijn
vriendin zwanger is geraakt. De jongen geeft aan niet klaar te zijn voor het ouderschap. In het
gesprek was het mijn doel om erachter te komen hoe C. zich bij de situatie voelt, hoe de
communicatie onderling tussen hem en zijn vriendin is en wat volgens hem de beste stappen
zijn om vervolgens te zetten.
,Ik merkte dat ik de 10 minuten lang vond duren en vooral bezig was met hoe ik die nog zou
kunnen vullen. Hierdoor was ik veel in mijn hoofd bezig en minder aanwezig in het gesprek.
Het bleek dat ik vooral moeite had met het laten vallen van stiltes en het laten uitpraten van de
gesprekspartner. Dit is juist cruciaal bij gesprekstechniek, een goede gespreksvoering houdt
onder andere in dat je de ander laat uitpraten (Delfos, 2016). Tot 2 keer toe onderbreek ik de
persoon, terwijl hij nog een zin wil zeggen. Dit is zonde, want hier had nog iets heel
waardevols uit voort kunnen komen.
Wat betreft de pedagogische relatie met het kind, vind ik dat er nog een aantal dingen
verbeterd kunnen worden. Ik maak een overhaaste introductie aan het begin van het gesprek
en kom nog niet helemaal lekker uit mijn woorden door de spanning. Ik merk dat ik het lastig
vind om op het level van het kind te komen en een connectie te maken.
Wat ik wel goed vond gaan is de open houding en vriendelijke uitstraling tegenover het kind.
Zoals Delfos (2016) stelt: oprechte belangstelling betekent meer vragen dan vertellen. Ik heb
hierop geprobeerd te letten door voornamelijk open vragen te stellen.
Als we het hebben over de situatie met zijn ouders bespreken, had ik meer moeten
doorvragen. C. gaf aan het niet te zien zitten dit bij zijn ouders neer te leggen. Er wordt ook in
de literatuur geregeld aangegeven hoe belangrijk een open gesprek over seksualiteit met de
ouders kan zijn (NewsRX, 2012). Die openheid en steun kan een grote rol spelen in het
verminderen van tienerzwangerschappen. Als ik er nu op terugkijk kon ik nog vragen naar of
er thuis wel eens over geslachtsgemeenschap, zwangerschap, voorbehoedsmiddelen etc. wordt
gesproken. In Nederland staan we er bij veel landen om bekend dat anticonceptiemiddelen
hier voor iedereen beschikbaar zijn. Ook wordt er over het algemeen al open gepraat over
veilige geslachtsgemeenschap (Schalet, 2004).
Het bespreken van seksualiteit en de puber regie geven over het eigen lichaam en de keuzes
die hij maakt, zijn in dit land groeiende waardes die voor C. van belang kunnen zijn.
Ik heb op het gebied van gespreksvaardigheden, verschillende dingen positief ingezet. Ten
eerste heb ik gedurende het gesprek voornamelijk open vragen gesteld. Hierdoor is C.
regelmatig aan het woord geweest en heb ik niet heel veel vragen hoeven verzinnen, omdat ik
door kon vragen op de antwoorden die hij gaf. De tweede succesvolle vaardigheid die ik heb
, ingezet is luisteren. Ik heb een open houding aangenomen en geprobeerd
om C. niet te veroordelen. Er ontstond hierdoor een prettige en veilige sfeer.
Overigens heb ik op het gebied van metacommunicatie veel laten liggen. Als er iets misgaat
of ik maak een sprong van het ene onderwerp naar de andere, dan vertel/verklaar ik dat niet
hardop. Metacommunicatie kan deze problemen herstellen (Delfos, 2014).
Ik heb geleerd dat hoeveel spanning ik ook ervaar en hoe veel ik ook bezig ben in mijn hoofd
met wat er misgaat, de gesprekspartner ervaart het niet zo. Ik kreeg als feedback te horen dat
ik heel prettig was om mee in gesprek te zijn. Dat het helemaal niet aan mij te merken was dat
ik me van binnen zo veel zorgen zat te maken. Het is goed om dit in de toekomst in mijn
hoofd te houden.
Mijn kennis heb ik redelijk kunnen overbrengen. Echter heb ik het af en toe lichtelijk
opgedrongen en het meer als een preek over laten komen, wat niet toepasselijk is bij de
leeftijd van 15 jaar (Delfos, 2016). Overigens heb ik wel dingen kunnen uitleggen over de
vruchtbaarheid van vrouwen en eventuele mogelijkheden naast abortus. Ik had wel nog meer
kunnen ingaan op het stukje voorbehoedsmiddelen en hierbij kunnen uitleggen hoe
toegankelijk die tegenwoordig zijn (Schalet, 2004).
Tot slot wil ik graag gaan werken aan de gespreksvaardigheden; stiltes laten vallen en
gesprekspartners laten uitspreken. Deze liggen dicht bij elkaar, maar blijven de vaardigheden
waar ik keer op keer de meeste moeite mee heb. Om deze te kunnen oefenen is het goed om
veel verschillende soorten gesprekjes voeren. Zowel met mensen in mijn directe omgeving als
daarbuiten (waar ik meer spanning ervaar). Hoe meer spanning ik voel, hoe sneller ik de
neiging heb om mensen te onderbreken of te snel een nieuwe vraag te stellen.
3. Plan van aanpak pedagogisch gesprek
Het gesprek wordt gehouden met mijn ouders (vader, 51 jaar en moeder, 48 jaar) en jongere
broer (17 jaar). Het doel van het gesprek is om de verwachtingen en gevoelens van alle
individuen rondom participatie in het huishouden helder te krijgen.
We voeren het gesprek aan de eettafel, in een ontspannen sfeer. Het gesprek duurt 20
minuten. Om in het gesprek mijn doel te bereiken houd ik het gesprek open en stuur ik af en
toe bij door middel van doorvragen (met een focus op verdiepende vragen). Er is
voornamelijk ruimte voor de gezinsleden om aan het woord te zijn.