Proactive nursing: Klinische problematiek inzichtelijk
Zorgthema 1 – Mentale functies
Mentale functies zijn de functies van de geest. Het wordt ookwel de psyche van de mens
genoemd.
Psychische problemen hebben te maken met gevoelens en gedachten.
Sociale problemen hebben te maken met anderen mensen of instanties.
Psychosociale problemen is een combinatie van beide.
1.1 Biopsychosociaal model (SCEGS)
Brengt de psychosociale problematiek van een patiënt in kaart.
SCEGS:
- Somatisch (signalen en klachten)
Hoe ervaart en beleeft de patiënt de symptomen van de ziekte?
- Cognitie
Wat denkt de patiënt over de klacht, wat verwacht hij/zij?
- Emotie
Non-verbaal gedrag, gezichtsuitdrukking, lichaamshouding.
- Gedrag
Wat doet of vermijdt een patiënt? Observaties gedrag.
- Sociale context
Reactie van patiënt, partner, ouders op ziekte.
,1.2 Copingsmechanismen
Voor de inschatting hoe een patiënt met de situatie omgaat.
Coping is de manier waarop iemand met de stress van het ziek zijn omgaat.
Stap 1: het constateren van het probleem
Stap 2: het beoordelen van het probleem. Hoe ernstig?
Stap 3: de reactie op het probleem, de coping.
7 copingsstijlen:
- Actief aanpakken: met opgeheven hoofd problemen tegemoet. Delen het probleem
op in stukjes en zoeken oplossingen.
- Sociale steun zoeken: mensen zoeken troost, begrip en steun bij anderen. Samen
oplossingen bedenken.
- Vermijden en afwachten: vluchten verstandelijk weg van het probleem. Vermijding
en ontkenning.
- Afleiding zoeken: vluchten emotioneel weg van het probleem, richten zich op andere
dingen. Toevlucht in drugs, alcohol, nicotine.
- Depressief reageren: laten zich overvallen door het probleem, zijn niet in staat het
probleem op te lossen. Piekeren, twijfelen, geven zichzelf de schuld en worden
depressief. Passieve copingstijl.
- Emotioneel expressief: raken gefrustreerd, gespannen en kwaad door het probleem.
Reageren emoties af op de omgeving, agressief en asociaal gedrag.
- Wensdenken en geruststellen: na regen komt zonneschijn, probleem valt wel mee.
2. Observeren
Psychosociaal assesment:
- Interviewen van de patiënt
- Observeren van de non-verbale signalen
Stress signalen:
- Verbale uitlatingen
- Gedrag: onrust, vlak, stil, (on)beweeglijkheid
- Kleur, geur
- Transpireren
- Mimiek
- Ademhaling
Pijnsignalen:
- Kreunen
- Fronsen
- Grimas
- Verandering ademfrequentie
- Verwijde pupillen
,3. Situaties met ernstige functiestoornissen
Draaglast: het totaal van ingrijpende gebeurtenissen die een patiënt te voorduren krijgt.
Draagkracht: de hoeveelheid stress die een patiënt aan kan.
Stressreacties:
Lichamelijke symptomen Psychische symptomen Gedragssymptomen
Hoge bloeddruk Angst Irritatie
Transpireren Boos Bezorgdheid
Hartkloppingen Machteloosheid Slecht slapen
Vermoeidheid Nachtmerries Alcohol/drugs/roken
Hoofdpijn Verdriet Klagen/verwijten
Posttraumatische stressstoornis (PTSS): een stoornis die ontstaat als om een of andere
reden een trauma niet goed verwerkt kan worden.
- Symptomen van herbeleving van het trauma
- Vermijding van personen of situaties (triggers)
- Negatieve gedachten en stemming
- Verhoogde prikkelbaarheid
, Zorgthema 2 – Sensorische functies en pijn
De sensorische functies zijn er om allerlei prikkels in de omgeving te registreren. Deze
prikkels gaan naar het zenuwstelsel, waar ze verwerkt worden en betekenis krijgen.
Zintuigen, zenuwstelsel en spieren werken samen om goed te sturen, te bewegen of te
communiceren.
Organen die betrokken zijn bij de sensorische functies:
- Oren
- Ogen
- Tong
- Neus
- Huid
- Spieren
- Pezen
- Gewrichten
- Vliezen
- Botvlies
- Interne organen
- Buikvlies
- Longvliezen
1.1 Klinische aandachtspunten
Zintuigelijke (sensorische), neurologische en motorische systemen zijn afhankelijk van
elkaar. Ook wel prikkeling, verwerking en reactie.
Functie: het waarnemen van externe en interne prikkels, waarop het lichaam adequaat kan
inspelen.
Zintuigen bevatten gespecialiseerde cellen (sensoren) die impulsen in zenuwcellen
opwekken.
Perceptie: waarneming van de signalen in de hersenen
Exterosensoren: sensoren die reageren op licht, druk, geluidsgolven, chemische stoffen.