100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Praktisch Burgerlijk Procesrecht, ISBN: 9789001593292 Burgerlijk procesrecht €4,89   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Praktisch Burgerlijk Procesrecht, ISBN: 9789001593292 Burgerlijk procesrecht

 8 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting van Praktisch Burgerlijk Procesrecht (ISBN: 3292) geschreven in 2021. Behandelt de hoofdstukken 1 t/m 10. Alle belangrijke onderwerpen zijn dikgedrukt waardoor je ze direct kan herkennen in het document.

Voorbeeld 4 van de 55  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 1 t/m 10
  • 4 november 2021
  • 55
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (23)
avatar-seller
jill04
Hoofdstuk 1

Het burgerlijk procesrecht geeft regels over de wijze van procederen in het
privaatrecht. Het materiële burgerlijk recht omvat inhoudelijke rechten en plichten:
rechtsregels om situaties, rechtsverhoudingen en handelingen juridisch te definiëren
en kwalificeren. Het formele burgerlijk recht geeft antwoord op de vraag volgens
welke procedureregels deze rechten en plichten kunnen worden geëffectueerd. Met
andere woorden: hoe kunnen de materiële rechtsregels worden afgedwongen bij de
rechter? Omdat het bij het formele burgerlijk recht gaat over de manier waarop een
procedure moet worden gevoerd, wordt ook wel gesproken over burgerlijk
procesrecht.

Het burgerlijk procesrecht omvat vormvoorschriften en procedureregels waarmee
een persoon in een civiele procedure zijn materiële rechten en plichten kan
effectueren, vast laten stellen, tot stand laten brengen, wijzigen of beëindigen.

Functies burgerlijk procesrecht:
- Het handhaven en beïnvloeden van materiële burgerlijke rechten en plichten.
Onderdelen hiervan zijn:
o Het effecturen van rechten en plichten;
o Het vaststellen van rechten en plichten;
o Het tot stand brengen van rechten en plichten;
o Het wijzigen van rechten en plichten;
o Het beëindigen van rechten en plichten.
- Het voorkomen van een gerechtelijke procedure;
- Het voorkomen van eigenrichting.

Effectueren  het tot stand brengen/ ten uitvoer brengen van iets.

De tweede functie van het burgerlijk procesrecht is de zogenoemde
preventiefunctie. De middelen die het burgerlijk procesrecht biedt, zoals het
instellen van een vordering, kunnen een preventieve werking hebben. Onder dreiging
van een gerechtelijke procedure zijn burgers vaak bereid om (alsnog) vrijwillig hun
verplichtingen na te komen.

Voorkomen van eigenrichting  eigenrichting houdt in dat een persoon zelf en met
eigen middelen zijn recht gaat halen zonder hulp van de overheid en zonder dat hem
daartoe een wettelijke bevoegdheid is gegeven. Mensen kunnen bijvoorbeeld door
hun recht af te dwingen via de rechtbank alsnog hun gelijk krijgen.

De vindplaats van een bepaalde rechtsregel wordt een rechtsbron genoemd. De
rechtsbronnen van het burgerlijk procesrecht zijn:
- De wet  Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en Wet op de rechterlijke
organisatie;
- Internationale verdragen;
- Jurisprudentie.
o EEX-verordeningen (herschikking)/ Brussel I-bis;
o EG-Bewijsverordening;
o EG-Betekeningsverordening;
o EVRM
1

,Het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bevat concrete regels voor het voeren
van een procedure bij een burgerlijke rechter.

Landelijke procesreglementen  dit zijn uniforme reglementen die worden
opgesteld door de Landelijke overleggen van de rechtbanken en gerechtshoven.
Deze reglementen bevatten nadere regels en praktische toepassingen van de civiele
dagvaardings-, verzoekschrift-, en kortgedingsprocedure.

In de Wet op de rechterlijke organisatie is opgenomen hoe de rechtelijke macht in
Nederland is georganiseerd. In de Wet RO zijn onder meer de organisatie, de taken
en de bevoegdheden van de rechtbanken, gerechtshoven en de Hoge Raad
vastgesteld.

In Brussel I-bis wordt bepaald welke rechter in burgerlijke en handelszaken in een
Europees conflict bevoegd is, evenals op welke manier uitspraken van buitenlandse
rechters in andere lidstaten erkend en uitgevoerd moeten worden. Brussel I-bis is
van toepassing op procedures die zijn ingesteld na 10 januari 2015.

De Eg-Bewijsverordening beoogt de samenwerking tussen de rechten van de
lidstaten op het gebied van bewijsverkrijging te verbeteren, te vereenvoudigen en te
bespoedigen.

De EG-Betekeningsverordening ziet op het vergemakkelijken van de betekening en
kennisgeving van stukken tussen de verschillende lidstaten.

Het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de
fundamentele vrijheden (EVRM) is tot stand gekomen binnen de Raad van Europa
met als doel het bereiken van een grotere eenheid tussen de lidstaten door het
handhaven en verder verwezenlijken van de rechten van de mens en de
fundamentele vrijheden. Het uitgangspunt voor het EVRM is de Universele verklaring
van de Rechten van de Mens.

De algemene uitgangspunten van het burgerlijk recht worden gevormd door
algemene rechtsbeginselen en voorschriften voor procedures. Enerzijds dienen zij
als leidraad voor de rechter, anderzijds dienen ze voor procespartijen als waarborg
voor een eerlijk proces. Dit zijn de algemene beginselen:
- Recht op rechtspraak en rechtsbijstand;
- Onafhankelijke en onpartijdige rechter;
- Hoor en wederhoor;
- Behandeling en beslissing binnen redelijke termijn;
- Openbaarheid bij zitting en uitspraak;
- Motiveringsbeginsel;
- Geen rechtsweigering en volledige beslissing;
- Beginsel van partijautonomie;
- Ambtshalve aanvullen van rechtsgronden.




2

,Recht op rechtspraak en rechtsbijstand  iedereen moet in de mogelijkheid zijn
om een geschil te kunnen voorleggen aan een overheidsrechter en eenieder heeft
recht op juridische bijstand binnen een procedure (art. 17,18 en 112 Gw). Een
belangrijk gevolg van deze beginselen is het toegangsprincipe: iedereen moet
toegang hebben tot de rechter en een rechtsbijstandverlener. Als gevolg hiervan
hebben minder draagkrachtigen in beginsel recht op gesubsidieerde rechtsbijstand:
van overheidswege wordt hen een advocaat toegewezen die hen zal bijstaan.

Onafhankelijke en onpartijdige rechter  onafhankelijkheid betekent dat de
rechter geen verantwoording verschuldigd is aan de overheid of aan collega-
rechters. Onpartijdigheid houdt in dat de rechter oordeelt zonder zich te laten leiden
door de personen van de procespartijen. De rechter moet objectief en
onbevooroordeeld oordelen; hij moet als het ware ‘blind’ te werk gaan. Indien een
partij op gerechtvaardigde gronden twijfelt aan de onpartijdigheid van de rechter, kan
die partij een verzoek tot wraking van een rechter doen (art. 36 Rv). Is de rechter
zelf van mening dat hij in een bepaalde zaak niet onpartijdig kan zijn, dan kan hij
verzoeken zich te laten vervangen door een andere rechter. Dit wordt verschoning
genoemd (art. 40 Rv). De rechter kan bijvoorbeeld een verschoningsverzoek doen
als hij ontdekt dat hij een van de procespartijen persoonlijk kent.

Hoor en wederhoor  het beginsel van hoor en wederhoor (ook wel aangeduid als
het gelijkheidsbeginsel) betekent dat beide partijen in de gelegenheid gesteld
moeten worden om hun standpunten in een zaak naar voren te brengen (art. 19 Rv).
Beide partijen moeten evenveel gelegenheid krijgen om hun vordering en verweren
kenbaar te maken en over en weer op elkaar te reageren. Bovendien mag de rechter
een oordeel dat in het nadeel is van een van de partijen niet baseren op stukken of
andere informatie waarover die partij zich niet voldoende heeft kunnen uitlaten.
Schending van dit beginsel levert een essentieel vormverzuim op.

Googelende rechter-arrest  partijen moeten in de gelegenheid worden gesteld
om een reactie te geven op alle informatie die de rechter gebruikt om tot een oordeel
te komen.

Behandeling en beslissing binnen redelijke termijn  de rechter en partijen
waken tegen onredelijke vertraging van de procedure: art. 20 lid 1 en 2 Rv. Zowel in
Rv als in het Landelijke procesreglement wordt concrete invulling gegeven aan art.
20 Rv. Zo gelden er bijvoorbeeld duidelijke termen voor het indienen van
processtukken.

Openbaarheid van zitting en uitspraak  zittingen moeten in beginsel in het
openbaar plaatsvinden (art. 27 lid 1 Rv). Uitzondering hierop zijn echter mogelijk (zie
art. 27 lid 1 aanhef en sub a tot en met d Rv). Ook de uitspraak moet in het openbaar
plaatsvinden (art. 29 lid 1 Rv). Op deze regel kan geen uitzondering worden
gemaakt.

Motiveringsbeginsel  de uitspraak moet de grondslagen bevatten voor de
beslissing en de argumenten waarop de rechter zijn beslissing heeft gebaseerd. De
grondslag hiervan is te vinden in art. 30 Rv.



3

, Geen rechtsweigering en volledige beslissing  de rechter dient in alle gevallen
een beslissing te geven over het geschil dat aan hem is voorgelegd: hij mag niet
weigeren om een uitspraak te doen, aldus art. 26 Rv en art. 13 Wet algemene
bepalingen. Bovendien moet de eindbeslissing van de rechter volledig zijn: de
eindbeslissing moet alle geschilpunten betreffen (art. 23 Rv). Deze uitgangspunten
houden verband met het recht op rechtspraak: elke procespartij heeft het recht om
zijn zaak volledig aan een overheidsrechter voor te leggen en (als gevolg) een
uitspraak te verkrijgen.

Beginsel van partijautonomie  de grondslag voor de beslissing van de rechter
wordt gevormd door de stellingen van de procespartijen (art. 24 Rv). Anders gezegd:
partijen bepalen de omvang van de gerechtelijke procedure. De burgerlijke rechter is
lijdelijk. Dat wil zeggen dat hij alleen oordeelt over vorderingen, verzoeken,
verweren, stellingen en argumenten die partijen aan hem voorleggen. De rechter kan
om die reden niet meer, of iets anders toewijzen dan hetgeen wordt gevorderd of
verzocht. Het wordt daarom ook wel het lijdelijkheidsbeginsel genoemd. De rechter
mag dus bijvoorbeeld niet de ontbinding van een koopovereenkomst toewijzen,
terwijl er alleen maar nakoming van de arbeidsovereenkomst is geëist.

Ambtshalve aanvulling van rechtsgronden  van het lijdelijkheidsbeginsel moet
worden onderscheiden de verplichting van de rechter om, indien nodig, op eigen
initiatief de rechtsgronden aan te vullen (art. 25 Rv). Als een procespartij zijn
vordering of verweer baseert op een onjuiste rechtsgrondslag, moet de rechter de
procespartij te hulp schieten door de juiste rechtsgrond aan te vullen. Voorwaarde is
wel dat de procespartij voldoende feiten en omstandigheden aanvoert om de juiste
rechtsgrond te kunnen onderbouwen: op grond van het zojuist besproken art. 24 Rv
mag de rechter immers geen feiten aanvullen.

Hoofdstuk 2

Aan een civiele procedure kunnen natuurlijke personen en rechtspersonen
deelnemen. Rechtspersonen zijn organisaties of bedrijven die juridisch (voor het
recht) als personen worden gezien en bepaalde rechten en plichten hebben. De vof,
cv en de maatschap zijn geen natuurlijke personen of rechtspersonen. Wel zijn ze
bevoegd om te procederen, op grond van art. 51 Rv. Een dergelijke bevoegdheid
bestaat als uitzondering ook voor de ondernemingsraad van een rechtspersoon. De
ondernemingsraad verkrijgt deze procesbevoegdheid op grond van art. 26 Wet op de
ondernemingsraden.

Wanneer een natuurlijk persoon niet handelingsbekwaam is, moet hij worden
vertegenwoordigd door een handelingsbekwame persoon die optreedt als zijn
wettelijke vertegenwoordiger. In geval van vertegenwoordiging van een
handelingsonbekwame procespartij, noemen we de vertegenwoordiger de formele
procespartij en de vertegenwoordigde de materiële procespartij. De formele
procespartij is degene die de beslissingen in de procedure neemt en op wiens naam
de procedure wordt gevoerd. De materiële procespartij is het rechtssubject van de
rechtsbetrekking waarover het geschil bestaat, met andere woorden: degene wiens
inhoudelijke belang in de zaak aan de orde is. Het is de materiële procespartij die
uiteindelijk jegens de wederpartij gebonden en/of gerechtigd wordt door de uitspraak
van de rechter.

4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jill04. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,89. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 81113 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,89
  • (0)
  Kopen