IMMUNOLOGIE Dinsdag 29 oktober 2019
HC3:
Prof. Dr. Yvette van Kooyk
(Immuunsysteem - Hoofdstuk 1, 2 en 3)
Self vs. Non-self: De afweer richt zich tegen antigenen (normaal gesproken is dit iets
vreemds, komt niet uit ons eigen lichaam). Het antigeen moet pathogeen-specifiek zijn, maar
het moet niet lijken op je eigen weefsel. Anders valt je afweersysteem je eigen lichaam aan
(auto-immuniteit).
Herkenning > vernietiging > herinnering
Pathogenen: Bacteriën, schimmels, virussen
1e Verdediging: Barrière
- Huid, haar en nagels
- Chemisch: mond en darmen produceren slijm dat bacteriën buiten houdt
- Microbiologisch: microbiota (je eigen bacteriën in bv je darm)
2e Innate (aangeboren) afweer: cellen waar ons lichaam in contact komt met de
buitenwereld. Alle cellen liggen al klaar om snel van start te gaan.
- Kenmerken: gaat snel, aspecifiek, verwijdering pathogeen
- Spelers: macrofagen, neutrophils, NK-cellen (natural killers), dendrietcellen
- Functie: fagocytose, lysis infected cells, productie cytokinen, productie chemokinen
om immuuncellen aan te trekken
3e Adaptieve afweer: aanzetten van herinnering (lymfocyten, antistoffen).
- Kenmerken: duurt lang (moet aangemaakt worden), antigeenspecifiek (herkenning is
peptide)
- Spelers: B- en T-cellen
- Functie: herinneringen maken
- T-cellen (cellulair) en B cellen (humoraal) (lymfocyten, in lymfeklier): APC presenteert
aan T cel. Er is 1 t-cel die het vreemde stukje herkent. Die T-cel doet klonale selectie>
zich vermenigvuldigen. Dan krijg je in het bloed veel identieke T-cellen > herinnering.
De T en B cellen kunnen we altijd weer inzetten om ons te beschermen.
,Pathogeen dringt binnen > herkenning innate afweer. Innate
cellen migreren naar de lymfeklier die daar de adaptieve cellen
informeren over hoe afweer moet starten. Alles communiceert
met lymfeklieren.
Afweer is aan- en uitzetten. Er is een balans tussen ontsteking en
resolutie (herstel). Als deze balans er niet is worden we ziek >
chronische infectie, allergie, transplantatie
(inzet is gedaan tegen de virus, maar de resolutie treedt niet op)
Tolerantie: dingen worden onderdrukt
Auto-immuniteit: afweersysteem is te actief en herkent iets uit
ons eigen lichaam als pathogeen (MS (myeline schede), Diabetes
(insuline), Reuma (collageen)).
Vaccinatie: artificiële immuniteit
Primaire lymphoide organen
- Beenmerg (ontstaan B-cellen > humoraal), thymus
(ontstaan T-cellen > cellulair)
- Stamcellen en immuun cellen ontstaan hier
Secundaire lymphoide organen
- Lymfeklier, mild
- Ontmoetingsplek waar antigeen cel zijn info brengt naar
lymfeklier
Koppeling innate en adaptieve:
Lymfeklier wordt groot omdat T en B cellen delen. De dendritische
cellen nemen informatie mee van pathogeen in weefsel via
lymfevaten naar lymfeklier (afferente vaten) door het antigeen te
presenteren aan de t cellen (DC is dus een APC). De T-cel die dit
antigeen herkent, gaat zich delen (kolonale expansie). T en B
cellen worden geactiveerd en gaan via de efferente vaten uit de
lymfeklier het bloed in. Ze gaan het bloed uit daar waar de infectie is.
Naïeve B en T cellen: zitten met unieke receptor te wachten.
Gaan in bloed
Actieve cellen gaan uit bloed
Het begint allemaal met een stamcel. Die zit in het beenmerg.
Dan komt een myeloide voorloper (innate afweer) en een
lymphoide voorloper (maakt T en B cellen aan. Alleen NK cel
hoort hierbij van lymfoide … )
, In het bloed: 70% adaptieve afweer, de rest lymfocyten.
Als we een adaptieve afweer missen, wordt herinnering niet aangemaakt. T en B cellen
zetten niet aan, dus infectie wordt niet geklaard.
Voor elk pathogeen heb je een andere afweer nodig.
Extracellulair Innate Immune Response > het complement systeem
Pathogeen komt binnen: C3 wordt gesplitst en daardoor geactiveerd
Complement activatie systeem: C3 (eiwit van ons zelf dat inactief is)
- Plasma-eiwitten met enzymatische activiteit
- Ze zijn inactief, maar worden actief door knippen (C3a:
signaal voor facogyterende cellen die reageren om naar de