Aardrijkskunde Samenvatting Hoofdstuk 8
Paragraaf 1:
Leesboek:
Leven op aarde:
5 kenmerken om op aarde te kennen leven:
De dampkring: In de dampkring zitten belangrijke stoffen zoals zuurstof en Co2 (koolstofdioxide).
Door het natuurlijke broeikaseffect is het +15 graden in plaats van -18 graden. Zonder broeikasgassen
zoals: methaan, lachgas, waterdam en koolstofdioxide zou de wereld onbewoonbaar zijn
Zuurstof: Iedereen op aarde heeft zuurstof nodig, anders kun je niet leven. We ademen zuurstof in
en blazen koolstofdioxide uit, dat gebruiken planen en bomen om weer te groeien, en zij brengen na
een tijd weer zuurstof in de lucht. Door deze soort van kringloop blijft het zuurstof in de lucht gelijk,
ongeveer 21%
Zwaartekracht: we hebben zwaartekracht nodig om op de aarde te blijven want als het er niet is
slingeren we zo van de aarde af. Ook zorgt de zwaartekracht ervoor dat de gassen in de dampkring
niet weggaan.
Voedsel: Elk mens heeft eten nodig om zichzelf in leven te houden. Het eten halen ze rechtsreeks uit
de natuur of produceren ze in de landbouw.
Water: Een vrouw bestaat 50% uit water en een man 65% dus water is heel belangrijk. 97,5% van het
water zit in zee en is zoutwater, het zoetwater zit vaak in de ijskappen en de aquifers en een klein
deel in meren en rivieren. Ook planten hebben water nodig.
Duurzaam leven:
We maken de aarde op, wij gebruiken meer dan dat de aarde kan produceren. We gebruiken meer
water, gas, voedsel dan dat de aarde kan produceren. Het raakt op. Duurzaam gebruik van de aarde
betekend dat we zuiniger gaan leven, zodat onze kinderen ook nog kunnen leven.
Je ecologische voetafdruk zegt iets over wat je gebruikt van de aarde, hij meet hoeveel gas, water ect
je gebruikt. Als het netjes wordt verdeeld kan iedereen 1,8 hectare gebruiken van de aarde. Maar we
gebruiken teveel, ieder mens gebruikt zo 2,7 hectare. We maken de natuurlijke hulpbronnen van de
aarde op.