Probleem 1.2 – preventie en bestraffing
Leerdoelen
De beschrijving van de beheerscultuur verder uitgewerkt en processen die
daartoe hebben geleid en eerste zicht op hoe het in NL ging.
Bronnen
Garland, D. (2001). The Culture of Control. Crime and social order in
contemporary society. New York: Oxford University Press. Hoofdstuk
5, 6, 7 en 8.
Downes, D. & Swaaningen, R. van (2007). The road to dystopia?
Changes in the penal climate of the Netherlands. Crime and Justice,
3(1), 31-71.
Schuilenburg, M. (2019). De veiligheidsutopie voorbij? Over
geborgenheid en valse vrijheid. In Pragmatisch verzet tegen
cultuurpessimisme: In gesprek met het oeuvre van Hans Boutellier (pp.
155-168). Boom bestuurskunde.
Downes en Swaaningen
Rond 1950 waren de gevangenissen heel goed en schoon, rustig. Leek soms niet eens op een
gevangenis. Zo min mogelijk gebruik maken van gevangenis. Werd gebruikt als laatste optie.
1980 stijging van de criminaliteitscijfers. Steeds meer gebruik van gevangenissen, als
sociale bescherming.
Garland: van Penal-welfarism naar een beheerscultuur.
Nederland is anders dan Amerika en daardoor kon er langer penal optimisme zijn. Toch gaat
het van de utopie in Nederland naar een land waar ook veel straffen worden toegepast en
uitgebreid.
1. Van tolerantie naar desillusie (1945-1985)
- Tussen 1950 en 1970 is het aantal gevangenen heel erg gedaald. Ook toen het een
beetje kantelde bleef het het laagste van Europa.
- Het draaide in de gevangenissen om resocialisatie en hiervoor waren er veel
systemen bedacht (onderwijs, rechten).
Deze dingen zorgde voor veel hoop bij de andere landen. Echter leidde het in andere landen
uiteindelijk tot een stijging in criminaliteit.
Voor Nederland was ook de periode na de WOII voordelig, veel werk, goede economie,
goede afspraken met andere landen (gouden jaren).
Echter ontstond er wel veel jeugdig deviant gedrag (mensen zochten de grenzen op in
Amsterdam, bijvoorbeeld in drugs).
Er was ‘politiek van aanpassing’ nodig.
Wat speelde er in Nederland: verzuiling, van handel economie naar industrialisering.
Individualisme komt op. Tot zeker laat in 1960 ‘politics of accomodation’.
1
, Nederlandse tolerantie (liberaal, rationeel, wetenschappelijk). Liberaal sociaal democratisch,
welvaart voor iedereen.
Beleid was typisch penal welfarism: civilisatie idee, sociale wetenschappen en welzijn zou
het criminaliteitscijfers moeten doen dalen.
1a. Periode van decarceration 1945-1974
- Na de WOII wilde ze dus een nieuwe manier van straffen: daarom veranderde de
gevangenissen naar menselijke gevangenneming.
- Wetenschappers in NL vonden dat lange termijn gevangenneming niet werkte
(utrechtse School).
- Nederlanders hadden heel vele geloof in de maatregelen. Gevangenen hadden veel
rechten en mogelijkheden.
- Dit alles zorgde ervoor dat, ondanks dat criminaliteit omhoog ging, gevangenissen
sloten.
- Politiekklimaat veel werkgelegenheid, welvaart, vermijden van conflicten rondom
klasse, ras. In NL leefde de verschillende groepen in harmonie. Dit alles leidde tot een
succesvolle modernisatie.
- De criminaliteitscijfers gingen wel iets omhoog, maar heel langzaam.
- Resocialisatie was belangrijker dan vergelding.
zie je wel penal welfarism in terug.
1b. Begin van desillusie (1975-1985)
In deze tien jaar ging het van de liberale strafklimaat, naar een toename van gevangenissen.
Criminaliteitscijfers waren ook heel hoog. Er was een enorme groei in misdaden die opvielen
en hierdoor kwam er een heruitvinden van strenge straffen. culture of control.
Er ontstond ook meer spanning en ongelijkheid in de samenleving. Niet alle groepen werden
meer helemaal geaccepteerd in de samenleving.
Nieuw doel van de gevangenis: niet meer iemand helemaal in orde weer de samenleving
insturen, maar zorgen dat die persoon zo min mogelijk schade heeft aan de periode in
gevangenis.
Groot gat tussen het aantal overtredingen en het aantal reacties daarop (gap between bark
and bite) moesten die wel kleiner gaan maken.
Doel van rapport van Steenhuis zorgen voor een beter plan voor voorkoming van
criminaliteit. bestond uit harder straffen van erge misdaden en milde straffen voor kleine
misdaden (maar wel veel ingezet).
Vond wel de veranderingen in criminaliteit voornamelijk economische en sociale
verandering, dan door beleid.
In NL is dit dus iets later dan bij Engeland en Amerika.
2. Van desillusie naar Dystopia (1985-2005)
2