Deze moduleopdracht betreft een uitgewerkte casus waarin een analyse van een levensloop van een persoon is beschreven.
Sociale emotionele en cognitieve ontwikkelingen komen hierin naar voren waarbij de theorieën van Piaget, Freud en Erikson leidend waren.
Module
opdrach
t Levensloopanalyse van J
Ontwik
kelings
psychol
ogie
Wessel van Veen
Studentnummer: 4746577
16 december 2019
NCOI Opleidingsgroep
HBO Bachelor Pedagogiek
Ontwikkelings- en levensfasepsychologie
Docente: Brigitte Klein - Bog
Mijn naam is Wessel van Veen en ik ben sinds 2008 werkzaam in de jeugdzorg. Momenteel bekleed ik de
functie van jeugd- en gezinswerker in de stad Utrecht. Sinds september 2019 ben ik begonnen aan de studie
HBO Bachelor Pedagogiek bij de NCOI in Amsterdam. Deze moduleopdracht en wordt uitgevoerd in opdracht
van de NCOI Opleidingsgroep.
Voor u ligt een moduleopdracht wat gaat over een analysebeschrijving van de levensfasepsychologie.
Belangrijk in de analyse is dat er een beschrijving op diverse ontwikkelingsgebieden wordt beschreven,
gekoppeld aan de relevante theorieën uit de psychologie. Tot op heden had ik weinig ervaring in het
beschrijven van een levensloop. Desalniettemin heb ik er voor gekozen om mijzelf extra uit te dagen. Ik heb
dan ook een bewuste keuze gemaakt om een complexe levensloopbeschrijving uit te werken.
De moduleopdracht die u nu voor u heeft, probeert koppelingen vanuit de theorie naar de levensloop van de
geïnterviewde te vertalen. Literatuurverwijzingen zijn vermeld in de teksten en als bijlagen toegevoegd. Na het
beschrijven van de verzamelde informatie en literatuur zal er een korte samenvatting gepresenteerd worden
van de bevindingen en mijn uiteindelijke conclusie beschreven worden.
Graag wil ik van de gelegenheid gebruik maken om mijn docent Brigitte Klein-Bog te bedanken voor de fijne en
constructieve begeleiding gedurende de module en lessen. Zij heeft in mijn optiek laten zien veel kennis te
hebben over de ontwikkelingspsychologie en weet dit op een leuke manier aan de medestudent over te
brengen.
Tot slot wil ik mijn collega J bedanken voor de openhartigheid tijdens de afname van het interview. Zonder
haar medewerking had ik deze opdracht niet kunnen voltooien.
J heeft weinig echte herinneringen uit haar babytijd. Ondanks de zeer heftige fase in haar eerste jaar oogde zij
als een rustige baby. Ze was verder wel een alerte baby. De senso-motorische fase van Piaget (1932) was
aanwezig. Ook de orale en anale fase van Freud (1920) verliepen zonder problemen. De theorie van Erikson
(1963) waar Feldman( 2018) over schrijft gaat onder andere over het stadium vertrouwen versus wanhoop.
Kenmerkend in deze tijd was de scheiding van haar ouders en het feit dat haar moeder moest vluchten voor
haar vader. Haar vader had onder andere psychische problemen. Hierdoor is er een onveilig hechtingspatroon
ontstaan.
In haar peuter- en kleutertijd zie je overeenkomsten met de theorie van Gilligan (1996) waar Feldman(2018) in
zijn boek naar verwijst. Joyce is vooral geleerd om ook oog te hebben voor de ander. Dit relateer ik aan
stadium twee volgens het Gilligan model, goedheid als zelfopoffering. De fallische fase van Freud (1920) laat in
het levensverhaal van Joyce zien dat haar belangrijkste identificatie met de agressor bij haar vader lag. Die was
afwezig waar ze dus automatisch veel meer binding met haar moeder had. De theorie van Erikson (1963) in het
stadium ‘initiatief versus schuldgevoel’, zegt iets over Joyce dat ze tijdens deze fase al vroeg werd gestimuleerd
in het maken van eigen keuzes. In de pre-operationele fase Piaget (1932) lijkt dat zij geen grote achterstand
heeft opgelopen. Concentratieproblemen, pestgedrag en dyslexie waren zaken die de voortgang stagneerde.
Zij compenseerde veel door haar intelligentie en creatieve geest.
De basisschoolleeftijd was een hele onrustige periode. Volgens het conventionele stadium van Kohlberg (1966)
streefde ze in deze tijd wel naar sociale goedkeuring. Ze wilde het graag volgens de regels doen. Volgens het
concreet operationele stadium van Freud bleek dat Joyce goed scoorde voor de creatieve vakken. Ze had een
achterstand op taalontwikkeling waarin naarmate de jaren haar vertrouwen in zichzelf afnam. Ze is naar het
speciaal onderwijs gegaan omdat ze door leerkrachten onvoldoende is gezien. Erikson (1963) spreekt in deze
fase van ‘vlijt tegenover minderwaardigheid.
Het ‘formele operationele stadium’ van Piaget (1932) zegt iets waarin mensen het vermogen ontwikkelen om
abstract te denken. In het geval van Joyce is dat voornamelijk op creatief gebied waar ze in de cognitieve
ontwikkeling vooruitgang heeft geboekt. Door de vele gebeurtenissen in de adolescentiefase , zoals het
overlijden van haar vader en opa, maar met name door de hectische tijd op school, veranderde ze in haar
persoonlijke ontwikkeling. Ze werd opstandiger en kreeg steeds meer moeite met externe autoriteit. De
genitale fase van Freud (1920) is kenmerkend in deze periode. Haar seksuele ontwikkeling kwam laat op gang.
Omdat haar vader in haar jeugd afwezig was, heeft zij altijd moeite gehad in het aangaan van relaties. Vooral in
mannelijke relaties.
Op het gebied van haar cognitieve ontwikkeling in haar jong volwassenheid is er geen sprake geweest van
verwarring ten opzichte van haar levensrichting. Ze had duidelijk voor ogen welke kant ze op wilde. Duidelijk is
dat ze in het uitvoerende stadium van Ginzberg (1972) bevond (Feldman, 2019). Kanttekening hierin was dat
ze de wens had om langere relaties aan te gaan. Daarbij was er ook altijd een kinderwens.
Terugkijkend op de benoemde fases kan je concluderen dat Joyce veel heeft meegemaakt en enorm hard heeft
gewerkt om te komen waar ze uiteindelijk wilde zijn. De kinderwens heeft ze losgelaten. Ze hoopt wel dat ze in
de fase van de middelbare leeftijd een leuke man ontmoet. De theorie van Erikson (1963) rondom
zelfaanvaarding versus wanhoop is bij Joyce niet aan de orde. Ze is tevreden over haar leven en de dingen die
ze heeft gedaan. Ze heeft veel plannen op privé en werkgebied. Zo wil ze uiteindelijk zelfstandig gaan werken
als kindercoach en vele mooie reizen gaan maken.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper wesselvanveen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €16,39. Je zit daarna nergens aan vast.