100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Basisboek Recht (zeventiende druk) €6,48
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Basisboek Recht (zeventiende druk)

 12 keer bekeken  0 keer verkocht

Studiematerial voor het tentamen. Een uitgebreide samenvatting voor HBO-Rechten studenten voor het vak inleiding recht (Basisboek Recht- Van der Roest).

Voorbeeld 3 van de 17  pagina's

  • Nee
  • H.1, h.2, h,5, h.6.1 tot 6.3
  • 11 november 2021
  • 17
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
maaikewesseling
Hoofdstuk 1. Inleiding recht

Het recht regelt verhoudingen tussen mensen onderling en tussen mensen en de overheid. Het
ordenen van de samenleving en het geven van regels zorgt ervoor dat conflicten worden opgelost en
dat de orde kan terugkeren. Het recht zorgt er dus voor dat conflicten worden opgelost. Burgers
mogen namelijk niet zelf conflicten oplossen door middel van eigenrichting.

Wat is eigenrichting?
Eigenrichting betekent dat je in een geschil je gelijk wilt krijgen door zelf geweld te gebruiken
 Burgers zijn niet geoorloofd voor het uitoefenen van eigenrichting
 Alleen de overheid is geoorloofd voor het uitoefenen van eigenrichting. De overheid heeft
het monopolie op de rechtshandhaving met behulp van dwangmiddelen (geldboete of
gevangenisstraf)

Organisatie rechtelijke macht
 Rechtbank  enkelvoudige kamers (1 rechter kantonrechter of politierechter) en
meervoudige kamers (3 rechters)  uitspraak van de rechter het een vonnis.
 Gerechtshof (in hoger beroep gaan) meervoudige kamers (3 raadsheren) eenvoudige
zaken worden door 1 raadsheer behandeld  uitspraak van de rechter noemen we een
arrest.
 Hoge Raad (in cassatie gaan)  meervoudige kamers (5 raadsheren)  er wordt hier alleen
bekeken of de lagere rechter het recht juist heeft toegepast.

Sanctie en het niet-naleven van rechtsregels
Een sanctie betekent strafmaatregels. Een sanctie heeft een bestraffend karakter, omdat met de
sanctie bepaald gedrag wordt veroordeeld in de vorm van een straf.

Het college van burgemeester en wethouders kan een last onder dwangsom opleggen 
herstelsanctie, inhoudende:
 Een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding, en
 De verplichting tot betaling van een geldsom indien de last niet of niet tijdig wordt
uitgevoerd

Indeling van het objectief recht
Objectief recht (positief recht/geldend recht): het geheel van de in de maatschappij geldende
rechtsregels (rechten en plichten). Het zijn rechtsregels die door de overheid zijn vastgelegd of
erkend met het doel de samenleving te ordenen.

Onderscheid privaatrecht – publiekrecht

1. Privaatrecht (burgerlijk recht):
Het gedeelte van het objectief recht dat zich bezighoudt met de rechtsverhouding tussen
personen onderling.
 Natuurlijk persoon: mensen van vlees en bloed
 Rechtspersoon: een organisatievorm die door veel handelingen als natuurlijk persoon aan
het rechtsverkeer mag deelnemen.

2. Publiekrecht:
Heeft betrekking op de rechtsverhouding tussen overheid en burgers. Het staats- en
bestuursrecht, evenals het strafrecht en het recht van de Europese Unie, maken deel uit van
het publiekrecht.

,Belangrijk: ook de rechtsverhouding tussen een overheid en een burger wordt soms door het
privaatrecht beheerst, namelijk indien die overheid niet als zodanig, maar als rechtspersoon, dus net
als een burger, aan het rechtsverkeer deelneemt. Voorbeeld: als de staat met een leverancier een
koopovereenkomst sluit tot levering van de kantoorbenodigdheden, dan neemt de staat op gelijk
wijze als een burger aan het private rechtsverkeerd deel.

Onderscheid materieel recht – Formeel recht

 Materieel recht (inhoud):
Bevat regels die recht verlenen en verplichtingen opleggen tussen burgers onderling en
tussen burgers en de overheid, maar ook tussen overheden onderling.
 Formeel recht (procesrecht):
Regels voor de manier waarop de regels van het materiele privaatrecht gehandhaafd kunnen
worden.

Objectief en subjectief recht

 Objectief recht (positief of geldend recht):
Het geheel van de in de maatschappij geldende rechtsregels (rechten en plichten). Het recht
dat uit geldende rechtsbronnen wet, verdrag, jurisprudentie en gewoonte voortvloeit.
 Subjectief recht:
De bevoegdheid die door het objectieve recht aan een rechtssubject wordt verleend
(rechtssubject: drager van rechten en plichten) (rechtsobject: voorwerp van het recht)

Bijvoorbeeld: Het rechtsobject (IPad) behoort toe aan een rechtssubject (een persoon).

(Semi) dwingend en aanvullend recht

 Dwingend recht:
Rechtsregels waarvan partijen niet mogen afwijken. Wanneer er toch wordt afgeweken,
ontstaat er geen rechtsvervolg. Er is dan sprake van nietigheid.
Nietigheid: Een rechtshandeling heeft het beoogde rechtsgevolg niet; dit rechtgevolg wordt
geacht nooit te hebben bestaan.

Naast de regels van dwingend recht zijn er bijvoorbeeld in het BW ook veel regels te vinden a
het aanvullend (regelend) recht te vinden.
 Aanvullend recht:
Rechtsregels die in het burgerlijk recht gelden, maar alleen als specifieke afspraken tussen
partijen ontbreken.
 Semidwingend recht:
Tussenvorm tussen dwingend en regelend recht. Partijen hebben binnen de door de wet
gestelde vrijheid zelf een regeling te treffen.

Rechtsbronnen

Wet:
Bestaat uit een of meer regels die door de regering en Tweede Kamer zijn vastgesteld en waaraan
iedereen in Nederlands zich moet houden. Het begrip wet kent twee betekenissen, namelijk wet in
formele zin en wet in materiële zin.

, Wet in formele zin en in materiële zin

 Wet in formele zin:
Gezamenlijk besluit van de regering en de Staten-Generaal. Als in de benaming van een wet
gesproken wordt van ‘wet’ of ‘wetboek’ weten we dat we te maken hebben met een wet in
formele zin (bv: grondwet, burgerlijk wetboek, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en
het wetboek van strafvordering. Altijd gemaakt door eerste en de tweede kamer.
 Wet in materiële zin (inhoud)
Algemene regels (normen) van een tot regelgeving bevoegd overheidsorgaan, die de burgers
binden. Een wet in materiële zin in algemeen bindend: de regels zijn van toepassing in een
onbepaald aantal gevallen en voor een onbepaald aantal personen.

Het kan ook zijn dat wetten formele zin zowel ook in materiële zin kunnen zijn of andersom.
Er zijn dus 3 typen wetten:
 Wet in formele zin die ook wetten in materiële zin zijn  voorbeeld: het burgerlijk wetboek;
dit is gemaakt door de wetgever in formele zin en geldt voor iedereen binnen Nederland.
 Wet in formele zin die niet wetten in materiële zin zijn  voorbeeld: de wet die de voogdij
over de minderjarige Koning regelt. Deze is gemaakt door de wetgever in formele zin, maar
bindt niet alle burgers, allen de minderjarige koning in de kwaliteit van privépersoon.
 Wetten in materiële zin die niet wetten in formele zin zijn  voorbeeld: een provinciale
verordening; deze is niet gemaakt door de wetgever in formele zin, maar is wel bindend voor
alle mensen binnen de provincie.


Rangorde binnen de wetten in materiële zin

De volgorde van de drie wetten geven een rangorde (hiërarchie) aan. Wetten in materiele zin kunnen
zich onderscheiden in regels van een hogere en langere orde.

1. Grondwet
2. Wetten in formele zin (wetten gemaakt door de regering en de staten generaal gezamenlijk)
3. Algemene maatregelen van bestuur (een door de regering vastgestelde wet in materiële zin)
4. Ministeriële verordeningen
5. Provinciale verordeningen
6. Gemeentelijke verordeningen

Als een verordening van een lagere rang in strijd is met een hogere rang geldt de verordening niet.
De hogere wet gaat voor de lagere wet.

Gewoonterecht
Wanneer iets niet in een wet opgeschreven staat, maar wel een soort gewoonte is in een bepaalde
situatie, je deze bepaalde gewoonte ook als een bron van het recht kan zien. Wanneer een
onuitgesproken norm al heel vaak in het verleden heeft plaatsgevonden (herhaling) en de
deelnemers dit ook echt ervaren als een bepaalde norm (bepaald recht). Het gewoonterecht is niet in
elk rechtsgebied een rechtsbron (bv: strafrecht).

Legaliteitsbeginsel  alleen de wet bepaalt welk feit strafbaar is en data alleen de wet bepaalt welke
straffen in welke gevallen kunnen worden opgelegd.
Voorbeeld: op een paardenmarkt is het vrij gebruikelijk om dat voordat je een deal maakt elkaar de
handen schudt, anders is er namelijk heen deal. Iedereen in de paardenbranche weet dit. Dit is een
onuitgesproken norm die in deze branche een gewoonte is.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maaikewesseling. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,48. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 54879 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,48
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd