Hoofdstuk 9 Intellectuele eigendom
De creatieve geesten van deze wereld worden door middel van de wettelijke bepalingen
over het intellectuele eigendom beschermd. Zij krijgen enige tijd het exclusieve recht om hun
uitvinding, hun muziekstuk, hun boek of hun logo te gebruiken en te exploiteren.
§1 Octrooirecht
Het zou onwenselijk en oneerlijk zijn als andere bedrijven, die niet de tijd en het geld hebben
geïnvesteerd, de uitvinding van een creatieve concurrent zomaar mogen kopiëren en op de
markt brengen. Als dat wel zou mogen, dan zouden bedrijven een stuk minder investeren in
innovatie. Om die vernieuwende bedrijven te beschermen en innovatie te stimuleren,
bestaat de mogelijkheid om een octrooi aan te vragen.
Wat is een octrooi?
Een octrooi wordt ook wel een patent genoemd. In de Rijksoctrooiwet (ROW) staan de
bijzondere regelingen met betrekking tot octrooien. Het is een exclusief recht dat de
bedenker van een nieuw product de mogelijkheid geeft om als enige zijn uitvinding te
exploiteren (art. 53 ROW). In die zin krijgt hij van de overheid een monopolie. Onder
uitvinding wordt verstaan een nieuw product of productieproces of een tot dan toe
onbekende verbetering van een product of productieproces.
De centrale bepaling staat in art. 2 ROW: ‘Vatbaar voor octrooi zijn uitvindingen op alle gebieden
van de technologie die nieuw zijn, op uitvinderswerkzaamheid berusten en toegepast kunnen worden
op het gebied van de nijverheid.’
In andere artikelen wordt deze bepaling nader uitgewerkt. Om voor een octrooi in
aanmerking te komen moet het product of de productiewijze aan 3 vereisten voldoen:
1. Nieuw
2. Inventief
3. Industrieel toepasbaar
Nieuw
Een uitvinding moet nieuw zijn om een octrooi te kunnen verkrijgen. Een uitvinding is nieuw
zolang het nog niet tot de stand van de techniek behoort (art. 4 ROW). Dit houdt in dat de
uitvinding op de dag van de aanvraag nergens ter wereld schriftelijk of mondeling openbaar
mag zijn gemaakt. Het is met andere woorden essentieel dat iedereen, dus ook de uitvinder
zelf, geheimhouding betracht over zijn nieuwe product. Een publicatie op een website, een
voorlichting bij mogelijke klanten of een lezing aan derden kan een octrooiaanvraag al
dwarsbomen. Als medewerking van derden onmisbaar is bij de verdere ontwikkeling van het
product, kan een geheimhoudingsverklaring uitkomst bieden. Hierin kunnen, naast de
afspraak dat geheimhouding moet worden betracht in het licht van het nieuwheidsvereiste,
ook afspraken worden gemaakt bij wie uiteindelijk de octrooirechten komen te liggen.
Inventief
De uitvinding moet behalve nieuw ook inventief zijn. In art. 6 ROW is bepaald dat daaronder
moet worden verstaan dat de uitvinding voortkomt uit uitvinderswerkzaamheden, dat wil
zeggen dat het voor een deskundige op het terrein van de uitvinding niet in de lijn der
verwachtingen ligt. Er wordt als het ware gekeken naar de stand van de techniek vlak voor
het moment van de uitvinding en vlak daarna. Als de uitvinding niet een logisch vervolg van
, de stand van de techniek is, dan is er sprake van uitvinderswerkzaamheden. Het ligt met
andere woorden niet voor de hand dat deze oplossing is bedacht.
Industrieel toepasbaar
Het derde vereiste houdt in dat de uitvinding ook echt geproduceerd moet kunnen worden
(art. 7 ROW). Het moet toepasbaar zijn en het moet werken. Een onmogelijke constructie
die niet op de markt kan worde gebracht, is niet industrieel toepasbaar en dus niet
octrooieerbaar.
Overigens staan er in de wet ook enkele voorbeelden waarin expliciet is bepaald dat geen
octrooi is toegestaan. Te denken valt aan uitvindingen waarvan de commerciële exploitatie
in strijd is met de openbare orde en de goede zeden, natuurwetenschappelijke theorieën,
wiskundige methoden, geneeskundige behandelingen en planten- of dierenrassen (art. 2, 2a
en 3 ROW).
Aanvraagprocedure
De vraag is nu hoe iemand bescherming voor zijn ontwerp kan verkrijgen. De procedure
begint met een aanvraag. In de meeste gevallen zal dit in gang gezet worden door de
oorspronkelijke uitvinder. In sommige gevallen is het nieuwe product echter niet het resultaat
van een individueel idee. Als de uitvinding tot stand is gekomen tijdens een samenwerking,
dan wordt een gezamenlijk octrooi aangevraagd (art. 13 ROW). Als het nieuwe product is
ontwikkeld door een werknemer in de uitvoering van zijn taak voor zijn werkgever, dan is
deze laatste de rechthebbende (art. 12 ROW).
De aanvraag wordt ingediend bij het NL Octrooicentrum. Dit kan de uitvinder zelf doen, maar
vaak is het beter om dit, vanwege de juridische en technische complexiteit, door een
octrooigemachtigde te laten doen. Een octrooigemachtigde is iemand met een technische
of natuurwetenschappelijke opleiding die bevoegd is octrooiaanvragen in te dienen (art. 23a
e.v. ROW). Met die aanvraag geeft de uitvinder informatie over zijn product en wat
algemene gegevens. Het Octrooicentrum toetst of deze aanvraag voldoet aan alle formele
vereisten. De inhoudelijke toetsing naar nieuwheid, inventiviteit en industriële
toepasbaarheid vindt niet hier plaats. Voldoet de aanvraag aan de vormvereisten dan zal het
octrooi ook verleend worden. De aanvrager is wel verplicht om, uiterlijk binnen 13 maanden
na indiening van het octrooi (art. 32 ROW), een onderzoek naar de stand van de techniek te
laten verrichten door het Octrooicentrum (art. 34 ROW). Uit dat onderzoek zal dan blijken of
er al publicaties of iets dergelijks bestaan. Let wel, ook als uit het onderzoek blijkt dat de
uitvinding al tot stand van de techniek behoort, maar de aanvrager de procedure toch
doorzet, dan zal het Octrooicentrum het patent verlenen. Een inhoudelijk toetsing volgt
alleen bij een procedure voor de rechtbank. Degene die het niet eens is met de verlening
van een octrooi of degene die een octrooi heeft waarop een inbreuk wordt gepleegd, zal dat
voor de rechter moeten brengen. Die zal inhoudelijk toetsen en uiteindelijk beslissen.
Als de ondernemer verwacht dat zijn uitvinding niet alleen op de Nederlandse markt maar
ook internationaal een succes kan worden, dan heeft hij weinig aan alleen bescherming op
de Nederlandse markt. Ieder willekeurig bedrijf kan het dan kopiëren en in het buitenland op
de markt brengen. Het is dus zaak om een duidelijk beeld te hebben van mogelijk
toekomstige afzetgebieden, binnen of misschien wet buiten Europa.
Een Europees octrooi kan worden aangevraagd bij het Europees Octrooibureau. Na
verlening moet dit nog apart geregistreerd worden in de landen waar de uitvinder octrooi wil
hebben. Zo ontstaat een bundel nationale octrooien. De bescherming is voor 20 jaar. Omdat