Hoofdstuk 1: Macro economie
Model: Een vereenvoudigde, schematische weergave van de werkelijkheid.
Kringloopschema: Geeft een grafische voorstelling van de goederen- en geldstromen
tussen bedrijven, gezinnen, overheid en buitenland.
Gesloten economie: Er wordt geen rekening in het model gehouden met het
buitenland. Geen import en export. (Autarkie)
In het eenvoudige kringloopmodel zijn er slechts 2 sectoren:
Productiehuishoudingen die goederen leveren aan de consumptiehuishoudingen.
Consumptiehuishoudingen die arbeid leveren aan de productiehuishoudingen om
de goederen te vervaardigen.
In het eenvoudige kringloopmodel zijn er 4 stromen:
Van arbeid van de consumptiehuishoudingen naar productiehuishoudingen.
Van productiehuishoudingen naar arbeid van de consumptiehuishoudingen.
Consumptiegoederen van de productiehuishoudingen naar de
consumptiehuishoudingen.
Van de consumptiehuishoudingen naar de consumptiegoederen van de
productiehuishoudingen.
Verdiend inkomen: De geldstroom die bij de productiehuishoudingen binnenkomt door
de verkoop van goederen.
In het uitgebreide kringloopmodel zijn er 5 sectoren:
Gezinshuishoudingen (consumptiehuishoudingen).
Bedrijven (productiehuishoudingen).
De overheid.
Het buitenland.
De financiële instellingen (banken).
Open economie: Hier wordt wel het buitenland in het model opgenomen.
Boekhoudkundige methode: Een andere methode om de geldstromen binnen een
volkshuishoudingen weer te geven. Voor elke sector wordt een rekening van inkomsten
(baten) en uitgaven (lasten) opgesteld. De in- en uitgaande geldstromen worden per
sector geregistreerd en vormen de zogenoemde Nationale Rekeningen.
CBS: Centraal Bureau voor de Statistiek. Stelt jaarlijks achteraf de Nationale
Rekeningen samen en publiceert deze.
,CPB: Centraal Plan Bureau. Voorziet in de behoefte, van onder meer de regering,
aan cijfers voor de toekomst; aan prognoses dus.
Het CPB is een adviesorgaan van de overheid dat jaarlijks voorspellingen doet over de
economische ontwikkelingen van ons land in het CEP (Centraal Economisch Plan).
Het economische kringloopproces van een nationale volkshuishouding valt uiteen
in de volgende deelprocessen:
1. Het proces van productie en inkomensvorming.
2. Het proces van inkomensverdeling.
3. Het proces van inkomensherverdeling over de sectoren.
4. Het proces van inkomensbesteding per sector.
1. Het proces van productie en inkomensvorming.
Consumptiegoederen: Goederen die door de sector gezinnen voor eigen gebruik
worden afgenomen.
Investeringsgoederen/kapitaalgoederen: Goederen met een gebruiksduur langer dan
1 jaar die worden afgenomen door de sector bedrijven ter vervanging of uitbreiding van
hun productiecapaciteit.
Korte termijn effect investeringsgoederen: De toename/afname van productie en
afzet van investeringsgoederen leidt tot een toename/afname van het bbp.
Lange termijn effect investeringsgoederen: Productie en afzet van
investeringsgoederen leiden tot het in standhouden (vervangingsinvesteringen) en/of het
uitbreiden van de productiecapaciteit (uitbreidingsinvesteringen)
Bij onderlinge leveringen moet worden gewerkt met het begrip toegevoegde waarde.
Het doel hiervan is dubbeltellingen te voorkomen.
Toegevoegde waarde: De marktwaarde van de productie minus de inkoopwaarde van
de daarbij gebruikte grondstoffen en halffabricaten.
Bruto binnenlands product (BBP): Het totaal van de toegevoegde waarden die het
bedrijfsleven in een bepaald land voortbrengt.
Netto toegevoegde waarde: Bruto toegevoegde waarde minus de afschrijvingen.
Het bbp vertoont in het algemeen een jaarlijkse groei. Met onderscheidt daarbij:
Nominale groei: De groei gemeten in euro’s.
Reële groei: De groei in volume of de groei gecorrigeerd voor prijswijzigingen.
Binnenlands product: De toegevoegde waarde van de binnenlandse bedrijven plus de
toegevoegde waarde van de overheid. Bij het binnenlands product wordt geen rekening
,gehouden met inkomens die zijn betaald aan buitenlanders of inkomens die door het
buitenland aan Nederlanders zijn betaald.
BBP = C + I + O + E – M
C: Consumptie van de gezinnen.
I: Investeringen.
O: Overheidsbestedingen.
E: Export.
M: Import
2. Het proces van inkomensverdeling.
Bij het proces van inkomensverdeling wordt het bedrag van de toegevoegde
waarde toegerekend aan de sectoren bedrijven, gezinnen, overheid en buitenland
op basis van de verdeling in:
Indirecte belastingen en prijs verlagende subsidies.
Beloningen van de productiefactoren.
Primaire inkomens: Loon (beloning voor de factor arbeid), huur, pacht (beloning voor
de factor natuur), rente en dividend (beloning voor de factor kapitaal) en winst (beloning
voor het ondernemersinitiatief).
Secundaire inkomens: Sociale uitkeringen en toelagen in het kader van de regeling
studiefinanciering.
Ter bepaling van het BNI (Bruto nationaal inkomen) dient het BBP gesaldeerd te
worden met het saldo primaire inkomens buitenland:
BNI = BBP – saldo primaire inkomens uit het buitenland.
Economische grootheden kunnen worden gewaardeerd tegen:
Factorkosten (beloning van de productiefactoren).
Marktprijzen (inclusief kostprijsverhogende belastingen minus prijs verlagende
subsidies).
3. Het proces van inkomensherverdeling over de sectoren.
Het bruto beschikbaar nationaal inkomen (BBNI) is te berekenen als:
Bruto primair inkomen – directe belastingen – sociale premies + sociale uitkeringen +
saldo overige inkomensoverdrachten.
4. Het proces van inkomensbesteding per sector.
De macro-economische bestedingen zijn:
De consumptie van de gezinshuishoudingen.
De investeringen van de bedrijven.
De besteding van de overheid Overheidsconsumptie./ Overheidsinvesteringen.
De export.
, Overheidsinvesteringen: Duurzame kapitaalgoederen zoals gebouwen en wegen.
Bruto binnenlands product + invoer = totaal van de middelen = totaal van de
bestedingen.
Saldo inkomensoverdrachten buitenland: BBP (marktprijzen) – BNI (marktprijzen)
De samenhang tussen de verschillende grootheden:
Bruto binnenlands product (bbp) tegen factorkosten
Af/bij: Saldo primaire inkomens uit het buitenland
Bruto nationaal product (bnp) tegen factorkosten
Bij: Kostprijsverhogende belastingen
Af: Prijsverlagende subsidies
Bruto nationaal product (bnp) tegen marktprijzen
Af: Afschrijvingen bedrijven en overheid
Netto nationaal product (nnp)/ netto nationaal inkomen (npi) tegen
marktprijzen
Inkomen per hoofd van de bevolking: Het nationale inkomen gedeeld door het aantal
inwoners van dat land.
Conjunctuur: Geeft de schommelingen van de economische cultuur op korte termijn
aan.
Conjunctuurcyclus bestaat uit de volgende fasen:
Fase van toenemende bedrijvigheid (expansie).
Fase van ongeveer gelijkblijvende bedrijvigheid op hoog niveau (hausse).
Fase van afnemende bedrijvigheid met een daling naar een zeer laag niveau
(recessie).
Fase van laagconjunctuur op ongeveer gelijk niveau (depressie),
Fase waarbij de conjunctuur weer aantrekt in de richting van hoogconjunctuur
(herstel).
Conjunctuurindicatoren:
Het nationaal product/inkomen.
De productie van de verwerkende industrie.
De investeringen in vaste activa.
De uitvoer.
De werkloosheid.
De 5 doelstellingen opgesteld door de SER (Sociaal-Economische Raad):
1. Volledige werkgelegenheid: Streven is naar een laag en stabiel werkloosheid
niveau na een depressie.
2. Stabiele prijzen: Streven moet zijn om het gemiddelde prijsniveau in de hand te
houden, zoals dat het tot uitdrukking komt in het prijsindexcijfer voor de
gezinseconomie.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper timvos2. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.