Hoofdstuk 1 en 2
De plaats van het bestuursrecht
Ons land heeft een bestuur dat zorgt voor een goede gang van zaken. We spreken van
'Openbaar bestuur'.
Het bestuur is actief op verschillende niveaus:- gemeentebestuur (college van B&W)
- provinciaal bestuur (gedeputeerde staten)
- landsbestuur (regering)
- overige organen
Het bestuursrecht geeft regels voor de bestuurstaak van de overheid.
Inhoud bestuurstaak
De bestuurstaak van de overheid behartigt het algemeen belang, dat wil zeggen het
belang dat we als samenleving gemeenschappelijk hebben.
Wat wel of niet tot het algemeen belang hoort en hoe zwaar de overheid in elke
bestuurstaak moet investeren bepaalt de politiek.
Bij het besturen voert de overheid feitelijke handelingen (voorbeeld: wegen
aanleggen, brand blussen, vuilnis ophalen) uit en besluiten (voorbeeld: over uitkering,
studiefinanciering, bestemmingsplan)
Groei van de bestuurstaak
Van nachtwakersstaat naar verzorgingsstaat naar participatiesamenleving.
, Algemeen en bijzonder bestuursrecht
In het Algemeen bestuursrecht vind je regels die gelden voor alle verschillende
bestuurstaken van de overheid
Het bijzonder bestuursrecht richt zich op de inhoud van de verschillende
bestuurstaken (denk aan vreemdelingenrecht, sociale zekerheidsrecht,
milieurecht, belastingrecht, ruimtelijke ordening, etc.)
Bronnen van bestuursrecht
Internationale verdragen en Europees recht
Wetten (o.a. Grondwet, Awb en bijzondere wetten)
Provinciale en gemeentelijke verordeningen
Jurisprudentie
Gewoonte
Hoofdstuk 3
Kernbegrippen in het bestuursrecht
rechtspersonen (zie boek 2 BW). Deze worden opgericht door mensen en/of
organisaties
In het bestuursrecht krijg je te maken met publiekrechtelijke rechtspersonen. Deze zijn
ontstaan op grond van de wet om een deel van de overheidstaak uit te voeren (bijv.
De gemeente, de provincie en het Rijk). Publiekrechtelijke rechtspersonen worden ook
'openbare lichamen' genoemd
Bestuursorgaan (A- en B-organen)
Het bestuursorgaan voert een deel van de bestuurstaak van de overheid uit.
Zie Artikel 1:1 AWB:
1. een orgaan van een rechtspersoon dat krachtens publiekrecht is ingesteld
(burgemeester, college van B&W, gemeenteraad, gedeputeerde staten, provinciale
staten, ministers, etc.) = A-organen
2. Een ander persoon of college met enig openbaar gezag bekleed (bijvoorbeeld CBR,
apk-keuringsstations, etc.) = B-organen
In art. 1:1 lid 2 Awb lees je wie GEEN bestuursorgaan zijn (vanwege scheiding
wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht)
Bestuursorganen: ZBO
Er zijn veel meer publiekrechtelijke rechtspersonen dan gemeente, provincie en Rijk.
Denk aan DUO, UWV, Kamer van Koophandel, etc. (zie ZBO-register)
Deze bestuursorganen voeren zelfstandig een bepaald deel van de overheidstaak uit
en worden daarom 'Zelfstandige bestuursorganen (ZBO's) genoemd