PORTFOLIO OWE 4
Naam student
Klas
studentnummer
Examinator:
Datum: 30 juni 2021
Portfolio
OWE4
1
, INHOUDSOPGAVE
Organisator en samenwerkingspartner 3
Communicator 5
Zorgverlener 7
Professional en kwaliteitsbevorderaar 10
Reflectieve EBP-professional 13
Literatuurlijst 16
Bijlage 1: Ecogram 18
Bijlage 2: Herman Veenbrink 19
Peerfeedback 1: Naam student 1 20
Peerfeedback 2: naam student 2 26
Portfolio
OWE4
2
, ORGANISATOR EN
SAMENWERKINGSPAR
TNER
Ketenzorg route mammacarcinoom
De doelgroep van de ketenzorg route mammacarcinoom, ofwel borstkanker, bestaat uit vrouwen
met borstkanker gediagnostiseerd zijn. Deze ziekte komt het meest voor bij vrouwen tussen de 50 en
de 70 jaar (kanker.nl, z.d.). Borstkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen
boven de 30 jaar. Volgens Kanker.nl (z.d.) krijgt 1 op de 7 volwassen vrouwen borstkanker.
Borstkaker komt vooral voor bij vrouwen, maar soms komt borstkanker ook voor bij mannen. In deze
opdracht richt ik mij op borstkanker bij vrouwen, omdat borstkanker bij vrouwen het meeste
voorkomt.
Zie bijlage1: Ecogram voor het ecogram van de betrokken organisaties, disciplines en professionals
van de ketenzorg. De betrokken organisaties, disciplines en professionals van de ketenzorg volgens
Berry, R. (z.d.):
Bevolkingsonderzoek: Iedere twee jaar worden vrouwen met de leeftijd 50 tot 75 jaar uitgenodigd
voor het bevolkingsonderzoek. Hier wordt een mammografie gemaakt. Als hierbij afwijkingen
worden gedetecteerd in de borst, dan vindt er vervolgonderzoek plaats op de mammapolikliniek
(Bevolkingsonderzoek Borstkanker, z.d.).
Mammapolikliniek: hier komen mannen en vrouwen waarbij een afwijking in de borst is gezien op
een borstfoto of gevoeld. Het doel is om zo snel mogelijk deze afwijking te onderzoeken en vast te
stellen of er sprake is van borstkanker.
Doktersassistenten: roepen patiënten op vanuit de wachtkamer en brengen de patiënt mee naar de
onderzoekskamer, de doktersassistent ondersteunt de chirurg tijdens het spreekuur.
Chirurgen: een chirurg zal bij vrouwen met borstkanker bepaalde operaties uitvoeren afhankelijk van
de behandeling. Dit kan een borstamputatie zijn, een okselklierverwijdering, een biopsie of een
borstsparende operatie. De chirurg is vaak de hoofdbehandelaar.
Radioloog: een radioloog is volgens Meander medisch centrum (z.d.) een medisch specialist die
onderzoekt, vaststelt, of uitsluit dat er sprake is van borstkanker met onderzoeken als: röntgenfoto’s
(mammografie), Stereotactisch onderzoek, echografisch onderzoek en een biopsie.
Patholoog: de patholoog onderzoekt cellen en weefsels van patiënten. De patholoog maakt volgens
Borstkankervereniging Nederland (2002) een rapport over het type borstkanker, de grootte van de
tumor en informatie over eventuele uitzaaiingen. De tumor krijgt een TNM-code en een gradering.
Radiotherapeuten: Bestraling is de behandeling van kanker waar straling voor wordt gebruikt
(Kanker.nl, z.d.). Wanneer de patiënt bestraald wordt tijdens de behandeling, dan wordt dit
uitgevoerd door de radiotherapeut.
Plastisch chirurgen: Een plastisch chirurg voert borstreconstructies uit.
Internist-oncologen: Volgens Kanker.nl (z.d.) is een internist oncoloog de arts die bij borstkanker de
behandeling met chemotherapie, hormonale therapie en doelgerichte therapie uitvoert. De internist-
oncoloog is bij uitgezaaide borstkanker vaak de hoofdbehandelaar.
Mammacare-verpleegkundigen: gespecialiseerde verpleegkundigen, zij zijn het vaste aanspreekpunt
voor de patiënt. Zij voorzien patiënten van voorlichting, nazorg en het regelen van afspraken. Soms is
de mammacare-verpleegkundige ook verpleegkundig specialist.
Portfolio
OWE4
3
, Verpleegkundig specialist mammacare: Volgens Kanker.nl (z.d.) is een Verpleegkundig specialist
mammacare een gespecialiseerd verpleegkundige die nieuwe patiënten onderzoekt en begeleidt. Zij
legt samen met de chirurg het behandelplan uit en coördineert de behandeling en zorg op de
polikliniek en voorziet de patiënt van voorlichting en ondersteuning.
Huisarts: de huisarts verwijst een patiënt bij verdenking van borstkanker door naar de mammapoli
voor verder onderzoek.
In het kwaliteitskader van Integraal Kankercentrum Nederland (2014) wordt gesteld dat
samenwerkingsafspraken op het gebied van diagnostiek, behandeling, nazorg en palliatieve zorg met
ketenpartners uit de 2e lijn, met andere ziekenhuizen en radiotherapeutische instituten schriftelijk
moeten worden vastgelegd. Ook moeten de samenwerkingsafspraken op het gebied van continuïteit
van zorg met ketenpartners uit de 1 e en 3e lijn, zoals huisartsen, eerstelijns paramedici en
psychosociale hulpverleners, thuiszorgorganisaties, revalidatiecentra, verpleeg- en verzorgingshuizen
en hospices zijn schriftelijk vastgelegd.
Om ketenzorg goed te organiseren is het volgens van der Wal (2009) nodig om één duidelijk
aanspreekpunt voor de patiënt te hebben tijdens de oncologische behandeling. Verder moet er één
duidelijke regisseur van het hele zorgproces van de oncologische patiënt zowel medisch als logistiek.
Er moeten duidelijke afspraken over de zorgketen zijn gemaakt, vastgelegd in een gezamenlijk
protocol, die altijd zijn aangepast op de individuele behoeften van de patiënt. Er moet worden
gefocust op informatieoverdracht in de keten tussen patiënt en behandelaars en tussen
behandelaars onderling. Tijdens multidisciplinair overleg worden belangrijke zaken besproken met
als doel het afstemmen en het optimaliseren van de behandeling. Tot slot moet er één geïntegreerd
dossier zijn die toegankelijk is voor alle betrokken zorgverleners.
Een belemmerende factor is dat de verleende zorg nog te veel gekenmerkt is door een vakgroep
gerichte benadering (van der Wal, 2009) Hierdoor probeert een individuele specialist, optimale zorg
te verlenen in zijn of haar deel van de keten, hierdoor kan de zorgketen niet geoptimaliseerd
worden. Een andere belemmerende factor is het gebrek aan tijd en geld om een goede ketenzorg te
realiseren.
De belangrijkste bevorderende factoren voor zorgprofessionals in de zorgketen is de waarde van
disciplinaire samenwerking begrijpen, het hebben van bestaande contacten, het behouden van
relaties en het hebben van een goede samenwerking tussen werkvloer en bestuur (De Wildt, 2012).
De meest relevante knelpunten zijn gebrek aan tijd en gebrek aan geld
Ik vind dat de ketenzorg in Nederland goed is georganiseerd. Uit de literatuur blijkt dat de ketenzorg
een grote groei heeft doorgemaakt. Een duidelijke keten is fijn voor zowel de patiënt en de
zorgprofessionals, omdat iedereen weet wat ze van elkaar kunnen verwachten met betrekking tot
het leveren van goede zorg. Je weet als verpleegkundige wat je van collega’s uit je eigen en andere
disciplines kan verwachten, omdat dit schriftelijk is vastgelegd. Ik vind het heel waardevol dat de
verschillende zorgverleners goed op elkaar afgestemd zijn. Het is ook fijn voor een patiënt, die hoeft
niet elke afdeling hetzelfde verhaal te vertellen of aan te horen.
Portfolio
OWE4
4