Running head: MUZIEKONDERWIJS BIJ KINDEREN 1
Het effect van speciaal muziekonderwijs op de executive functioning bij kinderen
Naam: Kelly van Son
Studentnummer: 852338399
Cursus: Onderzoekspracticum Experimenteel Onderzoek (PB0412)
Examinator: dr. R. Pat El
Inleverdatum: 8-11-2021
,Running head: MUZIEKONDERWIJS BIJ KINDEREN 2
Samenvatting
In dit artikel wordt onderzoek gedaan naar de effecten van muziekonderwijs en
frequentie van dat onderwijs op executieve functies. In het onderzoek zijn 700 leerlingen van
50 basisscholen opgenomen. De steekproef bestaat uit 433 leerlingen. Uit de respondenten
werden de klassen (groep 4) at random toegewezen aan een van de twee condities: speciaal
muziekonderwijs (SMO) of regulier muziekonderwijs (RMO). In beide
muziekonderwijscondities kreeg een derde van de klassen (at random) het onderwijs
hoogfrequent (tweemaal per week), een derde van de klassen met een gemiddelde
frequentie (eenmaal per week), terwijl de overige klassen eens per twee weken muziekles
kregen (laagfrequent).
De interventie startte in de eerste maand van het schooljaar en duurde 30 weken.
De onderzoeksvraag luidde: “Welke onderwijs- en frequentieconditie is de meest effectieve
manier om het executief functioneren te doen laten toenemen?”
De hypotheses zijn getoetst middels een mixed design ANOVA. Uit de analyse bleek
dat type onderwijs geen significant effect had op het executieve functioneren, terwijl
frequentie wel een significant effect had. Bij het vergelijken van de zes condities bleek dat
SMO in de hoge frequentie een significante verbetering liet zien op executief functioneren.
Indien basisscholen muziekonderwijs in willen zetten ter bevordering van executieve
functies, is de aanbeveling dit twee maal per week middels SMO aan te bieden.
, Running head: MUZIEKONDERWIJS BIJ KINDEREN 3
Het effect van speciaal muziekonderwijs op de executive functioning bij kinderen
Training in muziek speelt een rol bij de ontwikkeling van de executieve functies bij
kinderen (Jaschke, Honing, & Scherder, 2018; Joret, Germeys & Gidron, 2017; Roden,
Kreutz, & Bongard, 2012). Executieve functies hebben betrekking op een palet aan
vaardigheden (zoals plannen en zelfmonitoren), gedragingen en emoties (Diamond & Lee,
2011). Hoewel er nog veel discussie is over de precieze conceptuele definitie van dit begrip,
is er consensus over het belang van dit begrip voor het leren en de ontwikkeling van
kinderen, wat zich uit in een verbeterd cognitief en sociaal functioneren (Blair & Raver, 2015;
Diamond, 2016; Miyake et al., 2000).
Er zijn sterke aanwijzingen dat actieve participatie, zoals bewegen, vragen stellen en
actieve klassendiscussies de leerprestaties bevorderen doordat deze actieve participatie de
executieve functies verbeteren (Cavanaugh, Clemence, Teale, Rule, & Montgomery, 2017).
Dit heeft de afgelopen jaren geleid tot lesvormen waar leerlingen aangemoedigd worden om
meer te bewegen in plaats van stil te zitten, of om actiever bij de les betrokken te worden. Zo
is langzaam de vraag ontstaan in hoeverre muziekonderwijs in het bijzonder geschikt is om
de theorie te toetsen dat actieve participatie de executieve functies verbeteren. De
veronderstelling dat muziekonderwijs veelbelovend is voor de ontwikkeling van executief
functioneren is gebaseerd op het feit dat muziek verschillende relevante gebieden in het
brein activeert, inclusief de prefrontale cortex, die gelinkt is met executief functioneren
(Särkämö et al., 2014). Hoewel veelbelovend, is empirische ondersteuning voor een causaal
verband tussen muziek en executief functioneren nog zeer beperkt. Tevens zijn
generalisaties moeilijk te maken vanwege de grote diversiteit in de eerdere studies. Zo werd
muziektraining bijvoorbeeld geconceptualiseerd als instrumentele lessen (Joret et al., 2017),
vocale training (Bialystok & Depape, 2009), gestructureerd muziekonderwijs in school
(Jaschke et al., 2018) en als luisteren naar muziek (Moreno et al., 2011).
Voor zover bekend is bij studies naar muziektraining en onderwijs niet eerder een
interventie gedaan die plaatsvond in het reguliere schoolcurriculum. Een interventie die in het