Stemmingsstoornissen zijn langer durende ontregelingen van de gemoedstoestand. Het
betreft een ernstige toestand die ieder aspect van het menselijk bestaan kan beïnvloeden.
Stemmingsstoornissen uiten zich in gevoelsmatige, lichamelijke en gedragsmatige
kenmerken en houden verband met de wijze en de inhoud van het denken. Sociale factoren
spelen ook mee en stemmingsstoornissen kunnen allerlei sociale consequenties hebben.
DSM-5-Classificatie van stemmingsstoornissen
Stemmingsstoornissen worden geclassificeerd in 8 categorieën van depressieve
stemmingsstoornissen en in 7 categorieën van bipolaire stemmingsstoornissen.
Depressieve stemmingsstoornissen
Disruptieve stemmingsdisregulatiestoornis: nieuwe classificatie binnen de DSM-5.
Word toegekend aan kinderen tussen de 6 en 18 jaar met ernstige chronische
prikkelbaarheid en frequente driftbuien.
Depressieve stoornis: gemoedstoestand met een ernstig gedrukte stemming.
Mensen die depressief zijn, zijn meestal erg somber, kunnen minder genieten,
voelen zich lusteloos, futloos en kunnen zich slechter controleren. Ook hebben ze
vaak last van slaapproblemen. Dit kan samengaan met zelfverwaarlozing. Een
depressieve stoornis gaat vaak gepaard met overmatig piekeren en negatieve
gedachten. Mensen die depressief zijn hebben ook vaak last van prikkelbaarheid,
angst of paniekklachten.
Verklaringsmodellen depressieve stoornis
Biologische verklaring: lichamelijke factoren spelen een rol bij het ontstaan van
depressieve stemmingsklachten.
Psychosociale verklaringen: verlies is een belangrijke risicofactor voor het
ontwikkelen van een depressieve stoornis. Andere factoren die meespelen hebben
te maken met de persoonlijkheid.
Leer theoretische verklaring: mensen met een depressieve stoornis hebben op de
een of andere manier aangeleerd om zich hulpeloos te gedragen.
Cognitieve verklaring: verkeerde manier van denken. Negatief denkschema
ontwikkelt door vroegere negatieve ervaringen.
Geïntegreerd verklaringsmodel: onderscheid gemaakt tussen endogene en exogene
depressie. Endogene depressie is vooral biologisch bepaald en de exogene depressie
gaat vooral samen met angst- en paniekklachten.
Behandeling depressieve stoornis
Cognitieve therapie/cognitieve gedragstherapie: depressieve stemmingsstoornissen
hangt samen met de neiging om allerlei zaken weer negatief op te vatten. Bewust
maken van hun negatieve denkschema. Er wordt ook vaak gebruik gemaakt van
oefeningen en huiswerkopdrachten die gericht zijn op het aanleren van ander
gedrag.
Farmacotherapie: toepassing van antidepressieve medicatie en eventueel medicatie
die is gericht op bijkomende symptomen. 4 soorten medicatie: SSRI’s, SNRI’s en de
NaSSA, mirtazapine, tricyclische middelen, stemmingsstabilisatoren.
, Verpleegkundigen heeft hier een belangrijke rol in. Bijvoorbeeld het verstrekken van
de juiste medicatie, motiveren tot inname, het geven van voorlichting en het
signaleren van bijwerkingen of complicaties.
Lichttherapie: therapie waarbij met speciale lampen wit kunstlicht wordt
aangeboden. Aangeboden bij seizoensgebonden depressieve stemmingsklachten.
Slaapdeprivatie: het uit hun slaap houden van depressief gestemde mensen.
Elektroconvulsietherapie: toediening van een kortdurende elektrische puls aan de
hersenen van de patiënt. Dit leidt tot afname van de onrust en verbetering van de
stemming. Verpleegkundige spelen hierbij een rol; verpleegtechnische handelingen
voor en na de behandeling. Voeren van gesprekken en het uitvoeren van gerichte
observaties.
Psychosociale interventies en interpersoonlijke therapie : psychosociale interventie;
dagstructuur aanbrengen of hulp bij schuldsanering . Meervoudige aanpak werkt
beter dan een enkelvoudige aanpak. Interpersoonlijke therapie is een steun gevende
en activerende gesprekstherapie.
Mindfulness: gericht op bewustwording en niet-oordelende acceptatie van de
actualiteit: aanvaarding van zowel positieve als negatieve ervaringen.
Persisterende depressieve stoornis (dysthymie): hetzelfde als een depressieve
stoornis maar de klachten verschillen in ernst en beloop. De stemmingsklachten zijn
minder uitgesproken maar per definitie chronisch van aard. Slechte eetlust,
inslaapproblemen, weinig energie, gering gevoel van eigenwaarde, slechte
concentratie en gevoelens van hopeloosheid.
Verklaringsmodellen persisterende depressieve stoornis
Gestoorde persoonlijkheidsontwikkeling. Samenhang tussen de stemmingsklachten
en het karakter of de persoonlijkheid van de persoon.
Behandeling persisterende depressieve stoornis
Inzicht gevende psychotherapie
Gezocht naar verbanden tussen de stemmingsklachten en min of meer traumatische
ervaringen in de levensloop van betrokkenen
Zelfde behandeling als bij depressieve stoornis
Premenstruele stemmingsstoornis: nieuwe categorie binnen de DSM-5. Ernstige
vorm van het premenstrueel syndroom. Affectieve labiliteit, dysforie en
angstklachten in de dagen of week voorafgaand aan de menstruatie.
Behandeling premenstruele stemmingsstoornis
Hormoontherapie
Toepassing antidepressiva
Depressieve stemmingsstoornis door een middel/medicatie
Depressieve stemmingsstoornis door een somatische aandoening
Ander gespecificeerde depressieve stemmingsstoornis
Ongespecificeerde depressieve stemmingsstoornis
Bipolaire stemmingsstoornissen: stemmingsstoornis die in essentie wordt
gekenmerkt door manische symptomen of een afwisseling van episoden met
voornamelijk manische dan depressieve symptomen. Manie is een toestand met
manische symptomen. Dit zijn kenmerken van een verhoogde stemming; overdreven
uitbundig en tegelijkertijd vaak prikkelbaar en emotioneel labiel.
, Behandeling
Farmacotherapie: stemmingsstabilisatoren, antipsychotica.
Psycho-educatie: door uitleg wordt ernaar gestreefd bij betrokkenen meer ziekte-
inzicht te ontwikkelen, zodat de motivatie voor trouwe inname van de medicatie
toeneemt.
Cognitieve therapie/cognitieve gedragstherapie
Interpersoonlijke therapie en sociaalritmetherapie: betrokkene houdt structuur in
zijn leefpatroon.
Family focused treatment: toegepast bij gezinnen waarvan een persoon leidt aan
schizofrenie. Educatie, communicatievaardigheden en het aanleren van strategieën
om problemen op te kunnen lossen.
Elektroconvulsietherapie
Bipolaire-I-stoornis: aanwezigheid van één manische episode.
Bipolaire-II-stoornis: nooit sprake van een manische of manisch-psychotische
episode.
Cyclothyme stoornis: milde variant van de bipolaire-I-stoornis. Erfelijke factoren
spelen een belangrijke rol. Behandeling is farmotherapie.
Bipolaire stemmingsstoornis door een middel/medicatie
Bipolaire stemmingsstoornis door een somatische aandoening
Andere gespecificeerde bipolaire stemmingsstoornis
Ongespecificeerde bipolaire stemmingsstoornis
Aan de hand van een verpleegplan begeleidt de verpleegkundige de patiënt en begeleid en
voert de verpleegkundige interventies uit. Het verpleegproces is een cyclisch proces waarbij
na evaluatie problemen of doelen worden bijgesteld en het proces opnieuw wordt
doorlopen. Verpleegkundigen geven psychoeducatie over depressie. Ook leveren
verpleegkundigen in de ambulante en klinische setting een bijdrage aan behandelingen
vanuit interpersoonlijke psychotherapie of cognitieve gedragstherapie. Op cognitief gebied
helpt de verpleegkundige de patiënt een start te maken met het herkennen en veranderen
van negatieve denkpatronen en het onder worden brengen van de betekenis van de
daarmee samenhangende gebeurtenissen. Verpleegkundigen hebben een belangrijke rol bij
de activering en het activiteitenpatroon van patiënten.
De verpleegkundige levert een bijdrage aan cognitieve gedragstherapie door het
ondersteunen van de gedragstherapeut dan wel het onder supervisie van de
gedragstherapeut uitvoeren van cognitieve gedragstherapie indien een opleiding tot
gedragstherapeutisch medewerker is afgerond.
Bij cognitieve gedragstherapie geeft de verpleegkundige uitleg over de rationale van
cognitieve gedragstherapie. Daarnaast helpt de verpleegkundige de patiënt een start
te maken met het herkennen en veranderen van negatieve denkpatronen en het
onder woorden brengen van de betekenis van de daarmee samenhangende
gebeurtenissen. Tot slot geeft de verpleegkundige psychoeducatie.
Bij gedragstherapeutische interventies registreert de verpleegkundige de activiteiten
van de patiënt en maakt een activiteitenrapport. Op basis van dit rapport stelt de
verpleegkundige samen met de patiënt een gebalanceerd activiteitenplan op,
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper indydortmans. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.