100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Cariologie eenheid H uitwerking ZSO's €6,49   In winkelwagen

Overig

Cariologie eenheid H uitwerking ZSO's

 2 keer bekeken  0 keer verkocht

Dit document bevat uitwerkingen van de zelfstudieopdrachten die als aanvullende leerstof wordt gegeven bij het vak Cariologie wat in hoofdfase 2 wordt gegeven. Hierbij worden de hoorcolleges, literatuur én folders van het Ivoren Kruis bij gebruikt. Eenheid H

Voorbeeld 4 van de 41  pagina's

  • 22 november 2021
  • 41
  • 2021/2022
  • Overig
  • Onbekend
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (39)
avatar-seller
studentmzkhan
ZSO H1: Behandeling: Preventie door middel van Fluoride (11 sbu)
1. U kunt, indien gevraagd, een kort referaat houden over de
geschiedenis van de ontdekking van fluoride in relatie tot de
mondgezondheid.
Rond 1970 was de gebitssituatie in Nederland slecht. Er werd toen maar in 5% van de bevolking
fluoride gebruikt. Het fluoride advies toen was: vanaf 4 jaar 4 fluoride tabletjes op een dag innemen.
Dit werd goed opgevolgd maar uiteindelijk bleek maar een klein gedeelte van de kinderen het te
gebruiken en dit waren meestal de kinderen die het minder nodig hadden.

Na 1975 kwam fluoridetandpasta op gang en werd de fluoridegel geïntroduceerd. Er kwam een
verbetering en het advies was (om overdosis te voorkomen): kinderen t/m 4 jaar geen
fluoridehoudende tandpasta met meer dan 1000 ppm (0,1%) fluoride bevatte gebruiken. Het werd
steeds moeilijker voor kinderen om tandpasta zonder fluoride te kopen en daarom kwam er een
ander advies 1982: peutertandpasta met een aangepaste lage dosering van 250 ppm (0,025%)
fluoride. Dit zou minder tot tandfluorose leiden.

Toch hadden een aantal kinderen een lichte vorm van tandfluorose en de aanbeveling van 4 tabletjes
was in de praktijk moeilijk uitvoerbaar. Er kwam in 1988 een advies met een aanpassing van het
fluoride advies. 2 fluoride tabletjes per dag.

Sinds de jaren 80 is de gebitssituatie gestabiliseerd. Kinderen met veel cariës komen vaker uit een
lager sociaal economisch milieu.
- Tanden poetsen werd de belangrijkste fluoride maatregel.
- Gebruik fluoridetabletjes is geschrapt.
- Het risico op fluorose is bij tabletgebruik groter dan bij tandpastagebruik. Men wilde ook zo
min mogelijk medicatie gebruiken en tabletjes zijn kostbaar + moeilijk te gebruiken.
- Fluoride werkt alleen maar daar waar het wordt aangebracht: als je dus niet goed op de
tabletjes kauwt, werken ze minder. fluoride tabletten werden uit het advies geschrapt

1982: peutertandpasta met lage concentratie fluoride zodat kinderen niet teveel binnen zouden
krijgen.
- Bij fluoridetandpasta was de samenstelling aanpassen mogelijk 1988: peutertandpasta
met 500-750 ppm (0,05-0,075%). In plaats van de 250 ppm wat toen gangbaar was.
nu was het niet meer nodig om naast peutertandpasta nog fluoridetabletjes voor jonge
kinderen te blijven gebruiken.

Voor 1982 werd er veel belang gehecht aan het effect vóór het doorbreken van de elementen. Door
de studie Tiel-Culemborg met drinkwater wat gefluorideerd werd, veranderde dit:
- Fluoride toegevoegd aan drinkwater heeft een pre-eruptief effect.
- Zo’n effect gaat ook uit van fluoride ingeslikt van andere fluoridepreparaten voor de
doorbraak van de elementen.


2. De discussie over pre- en posteruptief effect van geconsumeerd
fluoride is nog steeds actueel. Sommige wetenschappers houden
nog steeds vast aan het grote belang van inbouw van fluoride tijdens
de vorming van glazuur. Aan het eind van dit onderdeel moet u in
staat zijn om in deze een positie in te nemen en die te verdedigen.
Pre-eruptief effect geeft weinig bescherming op het moment dat je wegtrekt uit het gebied met
fluoride drinkwater.

,In 1940 werd gedacht dat het effect van fluoride kwam door de post-eruptieve periode (voordat de
elementen doorbreken). theorie: opname van fluoride in het glazuur tijdens de vorming van het
glazuur zorgt dat de apatiet kristallen groter worden en krijgen een beter vorm. Dit zorgt ervoor dat
de kristallen minder snel oplosbaar zijn. Daarom werden er fluoride tabletten geproduceerd.

Nu is de post-eruptieve meer van belang. Hierbij wordt fluoride ingebouwd in het oppervlak + kern
van de kristallen.
Bij een pH-waarde = 7 is speeksel oververzadigd ten opzichte van hydroxyapatiet ionen gaan
neerslaan. Maar… in het speeksel zitten enzymen die aan calcium binden en zorgen ervoor dat de
ionen minder snel neer gaan slaan.
pH-waarde daalt steeds meer: buffers uit het speeksel neutraliseren het weer tot 7fosfaat ionen
en hydroxyl ionen worden bij een pH <5,5 onderverzadigd ten opzichte van het speeksel
hydroxyapatiet gaat oplossen (ionen gaan uit kristallen neerslaag in de plaque/speeksel: dus slaan
neer).
pH-waarde = 4: met kleine concentratie fluoride is de plaque oververzadigd ten opzichte van het
fluorhydroxyapatiet. wanneer de pH-waarde daalt tot <5,5 en hydroxyapatiet oplost , slaat
fluorhydroxyapatiet neer op het oppervlak van de kristallen.

Fluoride is op 2 manieren werkzaam:
systemische route: inslikken zodat het in het plasma terecht komt en dar op locaties kan komen bij
de tand waar het werkzaam kan zijn
lokale route: fluoride wordt direct op de tanden gebracht
De systemische route kan op 2 manieren plaatsvinden:
voor de doorbraak van elementen (post-eruptief)
na de doorbraak van elementen (pre-eruptief)
De systemische route vindt plaats in het plasma en kan pre-eruptief en post-eruptief zijn. De lokale
route is post-eruptief. En dat gebeurt doordat producten met fluoride erin, in de mond gebracht
worden en direct in de mond achterblijven.

Eerst dacht men dat het pre-eruptieve effect heel belangrijk was. De werking van fluoride gaat
eigenlijk meer via de lokale aanwezigheid tijdens het demineralisatie en remineralisatie proces.
Het pre-eruptieve effect is niet meer zo belangrijk door de volgende studie:
Mensen werden gevolgd die in een fluoride arm gebied opgroeide maar later naar een fluoride rijk
gebied gingen . Ze zagen dat de mensen ongeveer hetzelfde voordeel hadden van de fluoride en dat
het pre-eruptieve effect niet zo veel verschil maakt.

3. U weet waar ‘ppm’ voor staat en kunt met deze eenheid werken.

,4. U bent op de hoogte van de fysiologie van fluoride in het lichaam.
U bent bekend met de term tandfluorose en kunt het ontstaan ervan
aan derden uitleggen.
Fluorose = gevlekt glazuur
- Ontstaat tijdens de tandvorming
- Fluorose is een ontwikkelingsstoornis, de aanleg van de tanden wordt verstoord door de
hoge concentratie fluoride in het plasma. Het kan dus alleen optreden als de tanden in
aanleg zijn. Na de doorbraak kan het niet meer optreden
- Het glazuur vermindert en is minder verkalkt hypocalcificatie. Er is té weinig verkalking
opgetreden door de verstoring van de opname van proteine tijdens de maturatiefase van het
glazuur. Er blijft meer proteïne achter in het weefsel en er is minder ruimte voor het mineraal
hypomineralisatie.
o Het risico op fluorose is het grootst op de leeftijd van 0-3 jaar.
o Komt voor in het melkgebit en blijvende gebit
o Het glazuur wordt poreuzer door de stoornis in opname van mineralen.
o Meer bij premolaren en molaren dan bij voortanden
o Er is géén drempelwaarde maar een dosis-respons relatie.
Fluoride wordt soms voorgeschreven bij osteoporose omdat het een positief effect heeft op de
afbraak/aanleg balans van het bot

5. Welke voedingsbronnen bevatten van nature fluoride in
verhoogde mate?
Fluoride in bladeren van de thee plant concentratie is hoger in theezakjes dan in theeblaadjes en
in zwarte thee zit het meer dan in groene thee.
- Preventief effect tegen cariës is gebaseerd op antimicrobiële eigenschappen en bron van
fluoride.
6. U kent het risico op acute intoxicatie met fluoride, bent zich
bewust van de toepassingen / producten / patiëntengroepen die een
dergelijk risico herbergen en weet hoe u in het geval van verdenking
op intoxicatie moet handelen (zie ook Advies Cariëspreventie).
Acute toxiciteit
- Slechts enkele bekende sterfgevallen in relatie tot tandheelkundige producten
- De dosis is toxisch bij 5 mg/kg lichaamsgewicht (ondergrens)
o Dit is afhankelijk van soort fluoride en opname/clearance.

Wat gebeurt er bij een overdosering
- Zeer snelle opname, je ziet al een piek na 30 minuten!
- Snelle symptomen: schade aan de maag overgeven en buikpijn

, - Verpreiding door het bloed
- Daarna: Ca/K balans wordt verstoord. Calcium wordt weggevangen door affiniteit. De
elektrische signaalverwerking wordt verstoord hartritmestoornissen, ademdepressie,
hartritmestoornissen
- Coma dood binnen uren of dagen

Wat moet je doen bij overdosering?
- Opname van fluoride vertragen of voorkomen  melk drinken (veel calcium), maag spoelen
- Plasmawaarden verbeteren  vocht toedienen, pH verhogen, calcium

Eenmalige hoge overdosering
Het hoge gehalte aan fluoride verlaagt de vrije calcium in het bloed hypocalciëmie & verhoogt het
kaliumniveau hyperkaliëmie.
- Gevolgen: misselijkheid, transpiratie, braken, buikpijn en diarree.
De verstreken tijd is relevant omdat fluoride bij een lege maag binnen een half uur uit de maag is
geresorbeerd en in het bloed is opgenomen.
- Letale dosis (dodelijke dosis) is 5 mg per kg lichaamsgewicht.




Bij kinderen is er sprake van een geringe acute intoxicatie bij 25 mg fluoride.
- Slachtoffer laten braken
- Melk laten drinken door het calcium wat aan het fluoride kan binden en remt de opname uit
de maag.
- Drinken zodat uitscheiding van fluoride sneller gaat
Als er meer dan 75 mg binnen wordt geslikt, moet het slachtoffer naar het ziekenhuis om de maag
leeg te pompen en schoon te laten spoelen
- Laxeermiddelen voorgeschreven
Preventie van acute intoxicatie
- Voor toepassingen thuis: fluoridepreparaten buiten kinderen te houden
- Gel-in-lepel door mondhygiënist: kleinste lepel gebruiken en afzuigen + goed laten uitspugen
- Klassikaal spoelen met fluoride-oplossing: vanaf groep 3 omdat ze het uit moeten spugen.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper studentmzkhan. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67474 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49
  • (0)
  Kopen