Samenvatting media en maatschappij: theorie
Hoofdstuk 12
12.1 Relevantie van onderzoek naar media-effecten
In overzichten van het Nederlandse medialandschap staan cijfers over de groei van
televisiezenders of van het aantal telefoonaansluitingen. In de communicatiekaart van
Nederland vind je een beschrijving van de Nederlandse printmedia, de audiovisuele media
en de werkvelden van reclame, concerncommunicatie en journalistiek. In de rapporten van
het Commissariaat van de Media, de Stichting Kijkonderzoek en het Sociaal Cultureel
Planbureau vind je informatie over mediagebruik.
12.2 Fundamenteel en toegepast communicatieonderzoek
Met fundamenteel onderzoek kun je de algemene kennis van de werkelijkheid vergroten. Je
stelt hypothesen op, die je vervolgens probeert te bevestigen of onderuit te halen. Bij
fundamenteel wetenschappelijk onderzoek wil je weten om te weten. Bij praktijkgericht
onderzoek wil je weten om te doen. Je wilt je kennis toepassen, daarom heet het ook wel
toegepast onderzoek. Je gaat dus echt met je kennis iets in de praktijk doen. Bij toegepast
communicatieonderzoek neem je een theorie als uitgangspunt om het probleem uit de
beroepspraktijk te omschrijven.
Bij corporate communication probeer je het hele proces van bedrijfscommunicatie te vatten.
Marketingcommunicatie en mediaplanning kun je inschakelen om de doelgroep te bereiken.
Je kunt ook uitgaan van een afzonderlijke modaliteit, een apart communicatie specialisme.
12.3 De richting en inrichting van het onderzoek
Metavragen gaan over het verwoorden van je vooronderstellingen en invalshoeken. Er zijn
bij communicatieonderzoek altijd meerdere analyse-eenheden in het geding: kenmerken van
zenders, specifieke eigenschappen van media, vormgeving van boodschappen en
karakteristieken ontvangers.
12.5 Vijf fasen in de theorievorming
Theorieën zijn geordende uitspraken en regels die de werkelijkheid beschrijven en verklaren.
De theorievorming kent 5 fasen. Per fase worden de macht en invloed van media op mens
en samenleving verschillend gewaardeerd. In fase 1 wordt de overheersende macht van de
media benadrukt. Deze sturende invloed wordt in fase 2 enigszins gerelativeerd doordat
men media-impact gaat verbinden met de invloed van de sociale omgeving van de
ontvanger. In fasen 1 en 2 is het onderzoek gericht op toen bestaande media. In fase 3 komt
de focus te liggen op de keuzemogelijkheden van de ontvanger. Men kent weinig invloed
aan de media toe. In fase 4, als de tv overal haar intrede heeft gedaan, wordt opnieuw de
macht van zender en massamedium benadrukt, maar wordt er ook kritiek geleverd op de
sturende invloed van de media.
,We zitten nu midden in een nieuwe fase, de tijd van internet en sociale media. In deze vijfde
fase maakt het denken in termen van eenrichtingsverkeer plaats voor theorievorming op
basis van interactiviteit. Mensen communiceren continu met elkaar. In de meest recente
mediaonderzoeken staat het fundamentele inzicht centraal dat communicatie in de wereld
van de media-explosie draait om het wederzijds gerichte karakter van multimediale
contacten. We beleven momenteel het definitief doorbreken van digitale platforms als
nieuwe interactieve media. Deelnemers kunnen nu meer actief dan vroeger het
communicatiegebeuren beïnvloeden. Op digitale platforms kunnen zender en ontvangen
steeds wisselen van rol. Mensen zitten op zoveel verschillende media, dat als je
mediagebruik gaat onderzoeken je dit allemaal moet meenemen in je onderzoek.
, Hoofdstuk 13
13.1 Massamedia als injectienaald
In de eerste fase van onderzoek naar media-effecten ontstond het beeld dat ontvangers
passief waren en gemakkelijk te manipuleren door massamedia. Men nam aan dat media
veel macht hadden en een directe invloed uitoefenden op hun publiek. Aan deze gedachte
ligt het stimulus-responsmodel: een prikkel leidt automatisch tot een reactie. De theorie van
deze fase noemen we one-step-flow theorie, reuzeninjectienaaldtheorie of theorie van de
magische kogel. De zender injecteert de passieve massa zo direct en schiet met de
boodschap zo hard op het publiek dat maar één enkele reactie mogelijk is. Die reactie is
voorspelbaar. Als zender kun je doen wat je wilt met je publiek. Er werd een duidelijk
onderscheid gemaakt tussen de kwetsbare anonieme ontvangers in de massa en de
daarboven verheven elite van krantenlezers, bioscoopbezoekers en geletterden. De elite was
niet te manipuleren, ze zouden meer mediawijs zijn en de werking doorhebben. Veel
psychologen namen destijds aan dat het menselijke gedrag bestaat uit het reageren op
prikkels van andere mensen. De zender geeft een prikkel aan de ontvangers.
-vanaf 1920
-mediatypen: dagbladen en tijdschriften, radio en film
-communicatiestroom: zender is actiegericht
-criterium: intentionaliteit (bedoeling zender staat voorop)
13.2 Bedenkingen tegen de one-step-flow-theorie
Er werd meer onderzoek gedaan en er werd steeds meer getwijfeld aan de theorie. Er werd
vastgesteld dat instructiefilms en propagandafilms over de Tweede Wereldoorlog een direct,
maar kortstondig effect op hun toeschouwers hadden. De kennisname van de kijkers nam
iets toe, maar hun houding tegenover de oorlog bleek niet zo eenvoudig te beïnvloeden. De
effecten bleken veel kleiner dan je met de theorie zou verwachten. Bezwaringen in tweeën:
-Het mechanistische en geïsoleerde mensbeeld bleek veel te beperkt te zijn. Bij het
doorgeven van info bleken gezinsleden en vrienden veel belangrijker te zijn dan men dacht.
-Ontvangers kiezen uit het aanbod van de media steeds die elementen die hen iets zeggen.
Ze nemen selectief waar en onthouden selectief. Selectiemechanismen worden
intermediërende factoren genoemd, omdat ze een filter aanbrengen tussen medium en
ontvanger. Selectie blootstelling, selectie waarneming, groepsnormering en
interpersoonlijke verspreiding bleken intermediërende factoren te zijn die als filters tussen
massamedium en publiek in stonden.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper NoelleKraam. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.