Leerdoelen Module Vervolg
Acute Zorg
Inhoudsopgave
1. Infectiepreventie en Hygiëne..............................................................................................................2
2. Cardiologie..........................................................................................................................................4
3. 12 afleidingen ECG............................................................................................................................13
4. Shock................................................................................................................................................14
5. Bloedgasanalyse...............................................................................................................................22
6. Elektrolytstoornissen........................................................................................................................26
7. Advanced Life Support (ALS).............................................................................................................32
8. Airway & Breathing...........................................................................................................................33
9. Farmacologie....................................................................................................................................36
10. Non-invasieve beademing..............................................................................................................42
11. Specifieke zorgvrager......................................................................................................................45
11.1 Psychiatrische patiënt...............................................................................................................45
11.2 De oudere patiënt.....................................................................................................................46
12. Temperatuur, drainage systemen en transport..............................................................................48
12.1 Temperatuur.............................................................................................................................48
12.2 Drainage...................................................................................................................................51
12.3 Transport..................................................................................................................................56
13. Anesthesie en postoperatieve complicaties...................................................................................57
13.1 Anesthesie................................................................................................................................57
13.2 Postoperatieve complicaties.....................................................................................................61
1
,1. Infectiepreventie en Hygiëne
Leerdoelen:
- Benoemt wat de rol is van de ziekenhuishygiënist op de bewakingsafdeling
- Benoemt welke maatregelen getroffen kunnen worden om (kruis) infecties te voorkomen
- Legt uit wat multiresistente bacteriën zijn en welke gevolgen dit kan hebben voor de patiënt
en de verpleegkundige
- Benoemt wat meldingsplichtige infectieziekte zijn en wat dit betekend voor de
verpleegkundige zorg.
De student benoemt wat de rol is van de ziekenhuishygiënist op de bewakingsafdeling.
- Opstellen/mede implementeren van (isolatie) beleid
- Adviseren: isolatieverpleging, aseptische- en hygiënisch beleid, bouw/verbouw en inrichting
- Uitbraakmanagement (team bestaat uit: MMB, viroloog, dermatoloog, leidinggevende)
- Onderwijs en voorlichting
- Audits/tracer: controleren en vervolgen
De student benoemt welke maatregelen getroffen kunnen worden om (kruis) infecties te
voorkomen kruisinfecties.
- Handhygiëne: belangrijkste maatregel ter voorkomen kruisbesmettingen, compliance vaak
onacceptabel laag, vaak wordt dit niet of niet goed uitgevoerd.
- Handdesinfectie (geeft voorkeur): doden micro-organismen, handen wassen: verwijderen
micro-organismen (zichtbaar vuil, plakkerigheid, na toilet)
- 5 momenten voor handhygiëne:
o 1. Voor patiënten contact
o 2. Voor aseptische handeling
o 3. Na patiënten contact
o 4. Na mogelijke blootstelling aan lichaamsvloeistof (handen wassen)
o 5. Na contact met patiënten omgeving
- Goede techniek, geen lange mouwen, geen sieraden, geen nagellak, geen kunstnagels.
Persoonlijke hygiëne:
Dagelijks schone werkkleding, werkkleding niet mee naar huis, schoenen/klompen reinigen, haren
opgestoken, gebruik papieren zakdoek, niet eten en drinken ruimtes patiënten, wondjes afdekken
met pleisters/handschoenen
Reiniging en desinfectie materialen
2
, - Algemene voorzorgsmaatregelen, draag: handschoenen bij mogelijk contact
lichaamsvloeistoffen, (plastic) halterschort bij mogelijk risico op spatten werkkleding, spatbril
en mondneusmasker bij spatten in gezicht.
- Risicohandelingen bij: bronchiaal toilet, aanprikken bloedvat.
- Reinigen: water en zeep, wegwerpschoonmaakdoekjes, disposable microvezeldoeken.
- Desinfecteren: Alcohol 70%: voor kleine oppervlakken, chloortabletten voor grotere
oppervlakken.
- Reinigen als het kan, desinfectie als het moet Wanneer: zichtbaar vuil (eerst reinigen en
daarna desinfecteren), bij niet zichtbaar vuil desinfecteren Wat: niet patiëntgebonden
materialen
Eilandverpleging
Omgeving patiënt beschouwen als besmet werkeiland, niet zomaar naar volgend eiland, eiland
gebonden materialen
Isolatiemaatregelen:
Isolatiemaatregelen als basis hygiëne niet meer voldoende is: Persoonlijke beschermingsmiddelen,
eisen aan omgeving: isolatie/sluis.
Wanneer: verdenking besmettelijke infectie, uitslag lab, melding afdeling, overdracht van ziekenhuis
met infectieproblemen, heropname gelabelde patiënt, naar aanleiding van BRMO anamnese.
De student legt uit wat multiresistente bacteriën zijn en welke gevolgen dit kan hebben voor de
patiënt en de verpleegkundige zorg kruisinfecties.
- Een multiresistente bacterie is een bacterie welke resistent is tegen een aantal of meerdere
soorten antibiotica, ofwel BRMO: bijzonder resistente micro-organismen.
- Een andere afkorting voor een multiresistente bacterie is: MRGNS (multi resistente gram
negatieve staaf), bijvoorbeeld: ESBL.
De meest voorkomende BRMO/MRGNS zijn:
- MRSA: Methicilline (multi) resistente Staphylococcus aureus (huidbacterie/slijmvlies)
- ESBL: Extended spectrum beta-lactamase (resistent voor: penicilline, cefalosporine)
- VRE: Vancomycine Resistente Enterokok
- CPE/KPC: Carbapenemase procuderende Enterobacteriaceae (resistent voor: meropenem en
imipenem)
Indien een patiënt drager is van een multiresistente bacterie wordt iemand in isolatie verpleegd om
de bacterie niet verder te verspreiden naar andere patiënten of verpleegkundigen.
De volgende isolatievormen kunnen worden ingezet, afhankelijk van de bacterie:
- Contactisolatie > bij direct en indirect contact
- Druppel isolatie > hoest- en niesdruppels, wordt toegepast bij micro-organismen en
infectieziekten die via de lucht in kleine druppels over een korte afstand.
- Aerogene isolatie > de overdracht van infectieziekten / micro-organismen vindt plaats over
grote afstand door de lucht.
- Strikte isolatie (viraal) > onder (in)direct contact wordt verstaan het contact met de patiënt
en /of zijn excreta, of met materialen in de omgeving die besmet zijn geraakt met deze
micro-organismen.
De student benoemt wat meldplichtige infectieziekten zijn en wat dit betekent voor de
verpleegkundige zorg infectieziekten.
- Infectieziekten meldingsplichtig: melden aan GGD
- Vier groepen: A, B1, B2, C
3
, - Trends kunnen signaleren/opkomende uitbraken om adequate maatregelen te kunnen
nemen
- Om aanvullende maatregelen te kunnen nemen: gedwongen opname, contactonderzoek,
verbod op beroepsuitoefening
De Wet publieke gezondheid regelt de organisatie van de openbare gezondheidszorg, de bestrijding
van infectieziektecrises en de isolatie van personen/vervoermiddelen die internationaal
gezondheidsgevaren kunnen opleveren.
Groep A:
Mogelijk wettelijke maatregelen: gedwongen opname tot isolatie of thuisisolatie, gedwongen
onderzoek, gedwongen quarantaine (incl. medisch toezicht), verbod op beroepsuitoefening. Zoals:
Ebola, Polio, Pokken, Sars
Groep B1:
Mogelijk wettelijke maatregelen: gedwongen opname tot isolatie of thuisisolatie, gedwongen
onderzoek, verbod op beroepsuitoefening Tuberculose, Difterie, Pest
Groep B2:
Mogelijk wettelijke maatregelen: verbod op beroepsuitoefening Kinkhoest, Mazelen, Hepatitis A/B/C
infectie, Streptokokken
Groep C:
Dwingende maatregelen kunnen niet opgelegd worden. Maar melding en persoonsgegevens zijn
nodig om de inzet van maatregelen rondom patiënt in de gemeenschap mogelijk te maken, zoals:
MRSA, Brucellose, BOF, ZIKA-virus, Rubella.
2. Cardiologie
Leerdoelen:
- Legt uit hoe de anatomie en de fysiologie van het hart eruit ziet
- Legt uit hoe angina pectoris, infarct en decompensatio cordis ontstaan
- Benoemt de symptomen van angina pectoris, infarct, en decompensatio cordis
- Benoemt welke specifieke medicatie gebruikt wordt bij bovenstaande ziektebeelden
- Benoemt welke behandelmethoden er zijn bij bovenstaande ziektebeelden
- Beredeneert welke ritmestoornissen kunnen ontstaan bij deze cardiologische patiënten
- Benoemt wat Advanced Life Support inhoudt en de rol van de verpleegkundige hierbij.
Anatomie en fysiologie
Kleppen:
- Tricuspidalisklep, rechts, drieslippig, Mitralisklep, links, tweeslippig
- Sacculaire drieslippige kleppen, aortaklep en pulmonalisklep
Kleppen zitten vast middels chordae tendineae aan de spierwand, papillairspieren.
Coronairarteriën:
- Ontspringen achter twee van de
klepslippen van de aortaklep
- Worden gevuld op het moment dat de
klep dicht is niet doorstroomd onder
(hoge) systolische druk
4