Wat is psychologie?
• Psychologie is de wetenschappelijke studie van geest, brein en gedrag
• Psychologie is de wetenschappelijke studie van geest en brein om gedrag te verklaren
Waarom hebben we daar een wetenschap voor nodig? → Omdat gezond verstand faalt
Het idee over de genetische basis van een persoon wisselde flink in de afgelopen jaren:
• Jaren 70: men dacht dat het gedrag van een persoon alleen werd veroorzaakt door de
omgeving van een persoon
• Jaren 90: men dacht dat alleen genen het gedrag van een persoon veroorzaakt
• Heden: zowel de genen als de omgeving hebben invloed op het gedrag van een persoon
Genen:
• Betekenisvolle delen van het DNA-molecuul
• Regel de functie van de cel door instructies te geven voor het maken van eiwitten (proteïne)
Genexpressie:
• Of een gen ''aan'' of ''uit'' staat; de mate waarin een gen wordt getranscribeerd in een
volgorde van aminozuren (eiwit) → Het eiwit wordt niet geproduceerd als het gen ‘uit’
wordt gezet. Genexpressie is in dit geval niet aanwezig!!!
• Alle cellen bevatten dezelfde informatie. Door genexpressie verschillen cellen van elkaar
en hebben ze andere functies. Een huidcel is bijvoorbeeld heel wat anders dan een
hersencel. Alleen genen die een relevante functie hebben voor een specifieke cel worden
''aan'' gezet → Of een specifiek gen ''aan'' of ''uit'' wordt gezet, wordt bepaald door de
biomedische omgeving in de cel
➢ De biomedische omgeving in de cel wordt beïnvloed door bijvoorbeeld de
omgeving buiten de cel, timing in ontwikkeling, de algehele omgeving, ervaring en
gedrag
Genotype: De specifieke genen set van een organisme
Fenotype: De openlijke eigenschappen en gedragingen van een organisme. Dit wordt bepaald door
genotype en omgeving (ervaring, verleden en heden)
➔ denk aan eeneiige tweelingen die exact hetzelfde genotype hebben maar er toch een beetje
anders uitzien
,Elk gen is gekoppeld aan een ander gen. De paren bevinden
zich op overeenkomstige posities op paren chromosomen.
Een allel is een specifieke variant van een gen (AA, Aa, aa)
• AA, aa → Homozygoot
• Aa → Heterozygoot
• ''A'' is het dominante allel en ''a'' het recessieve allel
Een specifieke eigenschap of gedrag wordt bepaald door de interactie tussen de omgeving
(verleden en heden) en:
• Eén genenpaar
• Meerdere genenparen: polygenetische overerving
Het genoom is door de jaren heen gevormd door evolutie → Darwins evolutietheorie
De evolutie van Charles Darwin veronderstelde dat alle moderne organismen
• Afstammen van een kleine groep gedeelde voorouders.
• Zijn in de loop van de tijd samengesmolten door het proces van evolutie
Het belangrijkste mechanisme van evolutie is natuurlijke selectie. Natuurlijke selectie is de
differentiële overleving en een productie van individuen als gevolg van verschillende fenotypes.
Drie voorwaarden voor natuurlijke selectie:
• Er is variatie tussen individuen van een populatie
• Individuen met een bepaalde eigenschap overleven en reproduceren sneller dan anderen.
• De eigenschap die bij dit voordeel hoort, wordt doorgegeven van ouder op nageslacht.
Wanneer er wordt voldaan aan deze condities zullen specifieke eigenschappen beter
vertegenwoordigd worden in de volgende generatie
Darwin wist echter niet hoe variaties tussen individuen ontstonden en hoe ze werden doorgegeven
van ouders op nakomelingen
Organismen verschillen in genotype en variaties in genotype worden van generatie op generatie
doorgegeven. Waar het om gaat is het voortbestaan van genen en niet het voortbestaan van de
individuen. Dus ouders beschermen hun nakomelingen, zelfs als dat betekent dat ze in gevaar
zullen zijn
Het bewijs voor de moderne evolutietheorie komt uit vele bronnen. Bijvoorbeeld:
• Het fossielenbestand
• De gelijkenis tussen genomen van verschillende organismen
• Pseudogenes → dit is een inactief gen dat geen eiwit produceert (een soort niet-
functionerend gen). Dit gen functioneerde waarschijnlijk in onze voorouders, maar
functioneert niet meer als gevolg van een of andere mutatie.
, • Verspreiding van soorten over de wereld → continentale eilanden vs. oceanische eilanden
Een continentaal eiland → Was ooit verbonden met het grote continent (Pangea), b.v. Japan
Een oceanisch eiland → Was nooit verbonden met een groot continent (Pangea), b.v. Hawaii
Een continentaal eiland heeft een grotere variëteit aan soorten dan een oceanisch eiland.
Ondanks overweldigend bewijs blijven veel mensen sceptisch over de evolutietheorie.
De evolutietheorie volgt die evolutie niet:
• Verbetert organismen op de een of andere manier → alleen adaptiever.
• Kan alleen leiden tot rigide (=ster) gedragspatronen
Natuur (genen) versus Nurture (omgeving). Dit debat is steeds irrelevanter geworden. In plaats
daarvan is er een continue interactie tussen genen en omgeving! Wie we zijn, wordt bepaald door
hoe onze genen tot uiting komen in verschillende omgevingen
Onderzoek van Caspi (2002) → Onderzoekers hebben gemeten welke kinderen door hun ouders
werden mishandeld (nurture). De onderzoekers maten de aanwezigheid van het MAOA-gen, dat
in twee vormen voorkomt. De ene vorm leidt tot hogere niveaus van MOA, en de andere vorm leidt
tot lagere niveaus (nature). Het resultaat concludeerde dat degenen met het MAOA-gen voor lage
MOA-activiteit veel meer kans hadden dan anderen om veroordeeld te zijn voor geweldsmisdrijven
als ze als kinderen waren mishandeld. De effecten van mishandeling hadden minder invloed op
degenen met het hoge-MOA-gen.
Dus de combinatie van een MOAO-allel voor lage MOA-activiteit (nature) en ernstige
mishandeling (nurture), kan leiden tot een grotere kans om veroordeeld te worden voor
geweldsmisdrijven.
Conclusie: je genen bepalen de limiet van de persoon die je kunt zijn, maar je omgeving waarin je
opgroeit, bepaalt de persoon die je kunt worden
, Topic 2: Het brein en haar zenuwstelsel
Het zenuwstelsel bestaat uit twee basissoorten cellen:
• Glia → Hebben primair een ondersteunende functie
• Neuronen → Ontvangen informatie en geven informatie door
aan andere cellen door elektrische pulsen
Dendrieten: zijn gespecialiseerd in het ontvangen van informatie van
andere neuronen
Axon: is gespecialiseerd in het doorgeven van informatie aan andere
neuronen.
Verschillende soorten neuronen:
• Zintuiglijke receptoren: ontvangen de informatie van buitenaf
• Sensorische (afferente) neuronen: vervoert informatie naar het
CZS
• Motor (efferente) neuronen: brengt informatie vanuit het CZS
om spiercellen te activeren
• Interneuronen: neuronen die connecties maken binnen het CZS
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper noabax12. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,49. Je zit daarna nergens aan vast.