Samenvatting verplichte literatuur module inleiding in oncologie en
behandeling van kanker
Studieactiviteit 4.1
Oncologie, handboek voor verpleegkundigen en andere hulpverleners (2013)
Hoofdstukken:
H7 Radiotherapie
Ioniserende straling snel voortbewegende geladen en ongeladen kerndeeltjes
en elektromagnetische golven
- Fotonen (gammastraling of röntgenstralen
- Elektronen, neutronen of protonen (deeltjes)
Straling veroorzaakt zuurstofradicalen in de cel brengt schade toe aan DNA
- Schade kan alleen in een zuurstofarm milieu gerepareerd worden
Therapeutische dosis = wanneer voor de celkern essentiële plaatsen schade
wordt toe gebracht met voldoende dosis, dan zal wanneer de cel gaat delen deze
ten gronde gaan, omdat de schade niet meer gerepareerd kan worden.
- Snel delende weefsels is schade sneller zichtbaar
- Tumorcellen hebben minder herstelvermogen dan gezond weefsel na
bestraling
Tolerantiedosis = de dosis die gezond weefsel kan verdragen zonder blijvende
schade
Therapeutische breedte = het verschil tussen therapeutische dosis en
tolerantiedosis
Door vanuit meerdere richtingen de bestralen wordt de dosis op het gezonde
weefsel verlaagd.
Teletherapie = uitwendig straling waarbij gebruikgemaakt wordt van ioniserende
straling welke wordt opgewekt met behulp van een lineaire versneller
Inwendig therapie:
- Open bron stoffen die niet zijn ingesloten (vaak vloeistof)
- Gesloten bron = brachytherapie bestralingsbron wordt vanuit een
afterloadapparaat via een katheter rechtstreeks op de plaats van de tumor
geschoven (minder hoge dosis komt in omliggende weefsels)
Indicatie voor RTX hangt af van:
- Locatie van de tumor en de infiltratie in daaromheen liggende weefsels en
organen
- Pathologische uitslag van de tumor
- Toestand van de patiënt (WHO-classificatie)
- Voedingstoestand
- Mate van radicaliteit van een eventuele voorafgaande operatie, bijv of de
snijranden vrij zijn van tumor en of er sprake is van lymfklieraantasting
- TNM-classificatie
- Curatief of palliatief?
Taken radiotherapeut:
- Participeren in de tumorwerkgroepbespreking
- Lichamelijk onderzoek en anamnese
- Voorlichting (doel en bijwerkingen) en medische begeleiding patiënt
, - Zo nodig doorverwijzen naar o.a.: oncovpk, MH, tandarts, fysio, diëtist,
logo, psychosociale hulp
- Bepalen bestralingsprocedure, zoals doelgebied, dosis, techniek,
fractioneringsschema
- Intekenen en plannen van het doelgebeid
- Evaluatie patiënt tijdens de bestralingsperiode
- Follow-up en wetenschappelijk onderzoek
Taken radiotherapeutische laboranten (grootste beroepsgroep bij RTx):
- Het maken van eventuele hulpmiddelen op de mouldroom
- Handelingen bij het lokaliseren en aftekenen van het bestralingsgebied
- Plannen en berekenen van het door de radiotherapeut aangegeven
bestralingsgebied en dosis
- Dagelijkse behandeling
- Bieden van voorlichting en begeleiding aan de patiënt gedurende de totale
bestralingsperiode
Verpleegkundige:
- Psychosociale begeleiding
- Voorlichting en verpleegkundige begeleiding bij bijwerkingen ontstaan
door de radiotherapie, zoals veranderd voedingspatroon, pijn, obstipatie,
huidproblematiek, enz.
- Signaleren en zo nodig doorverwijzen
- Coördinatie wondzorg
- Afstemming en bewaken van continuïteit van zorg
- Verpleegtechnische handelingen
- Nazorg
Straling
o Fotonenstralen (= röntgenstralen = gammastralen)
- Lineaire versneller/röntgenbuis & energie is instelbaar (hoog – laag)
o Elektronenstralen
- Lineaire versneller gaat slechts tot een beperkte diepte door het
lichaam (1 – 6 cm) weefsel achter de tumor wordt gespaard
Stralingsdosis: Gy = Gray
- Hoog: 60-70 Gy 6 à 7 weken
- Middel: 35-45 Gy 3 à 5 weken
- Laag: 8-25 Gy aantal dagen of 1 dag (palliatieve
indicaties)
Maximaal te geven stralingsdosis wordt bepaald door de omliggende organen en
het totaal te bestralen volume
Niet alle tumoren zijn even gevoelig voor straling:
Gevoelig Redelijk gevoelig Matig tot slecht gevoelig
Testisseminoom (25-30 Gy) Carcinomen in de KNO (66- Tumoren v zenuwweefsel
70 Gy) (60 Gy)
Ziekte van Hodgkin/maligne lymfomen Basalcelca huid (65-70Gy) Wekedelentumoren (65-
(26-40 Gy) 70Gy)
Kindertumoren (medullablastoom, Borstca (66Gy) Bottumoren
wilmstumor)
Cervixca
Blaasca
, Rectumca
Snel delend weefsel geeft tijdens of enkele weken na de bestraling bijwerkingen
zoals beenmergtoxiciteit, beschadiging lymfeklieren en maag-darmslijmvlies
reversibel
Langzaam delend weefsel zoals longen, nieren en hersenen treedt past later
schade op vaak irreversibel
Opzet behandeling:
o Curatief (enige behandeling of combinatie met bijv chemo/chirurgie)
- Enige behandeling: tumor gevoelig voor RTx en/of niet omringd door
gevoelige weefsels + geen meta’s op afstand
- 4 – 7 weken 5x /week kleine fracties (bijv 2 Gy) ‘ gezond weefsel
hersteld beter dan tumorweefsel)
o Palliatief verlichting van door de tumor of meta veroorzaakte klachten
- Hangt af van duur van overleving, gevolgen van progressie, ernst van
klachten, effecten van de bestraling en de duur daarvan, de bijwerkingen
- Alles in het oog op kwaliteit van leven
- Indicaties: pijn door druk of prikkeling, compressieverschijnselen (v. cava
superiorsyndroom, dwarsleasie) of bloedingen te stelpen
o Electief (preventief) hals bestraling bij hoofd-hals tumoren om zo veel
mogelijk aanwezige micrometa’s te vernietigen of schedelbestraling bij
kleincellig longca
o Combinatie
- Bestraling en operatie: preoperatieve bestraling, postoperatieve
bestraling en peroperatieve bestraling (tijdens OK worden voorliggende
weefsel aan de kant gelegd)
- Bestraling en cytostatica: sequentieel (voor RTx), concomitant
(gelijktijdig met Rtx) of adjuvant (na de RTx)
- Bestraling en hyperthermie (cervixca) temperaturen tot 42-43C zodat
verbeterde oxygenatie plaatsvindt en tumorcellen gevoeliger worden
voor RTx
Consult radiotherapie:
o Algeheel lichamelijk onderzoek; doel van de bestraling; de bestralingsopzet
(curatief/palliatief); bestralingstechniek en de bestralingsdosis; bijwerkingen.
o Mouldroom maken van hulpmiddelen:
- De stand van bepaalde lichaamsdelen tijdens de bestraling te fixeren en
om deze stand dagelijks te kunnen reproduceren
- De referentielijnen de markeren op het hulpstuk, in plaats van direct op
de huid
- De radioactieve bronnen in te plaatsen
Taak verpleegkundige: signaleren van onduidelijkheden die leven bij de patiënt
en ervoor zorgen de dat vragen die hij heeft door de radiotherapeut en/of
radiotherapeutisch laborant worden beantwoorden, verder kan de vpk de
patiëent wel wijzen op:
- Eerste bezoek RTx afdeling bestaat alleen uit een gesprek
- Lijnen die zijn aangebracht om het te bestralen gebied zichtbaar blijven
- Oud shirt aandoen bij het aftekenen