, Grondslagen van de Marketing
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Wat is marketing ........................................................................................................................ 3
Hoofdstuk 2 Strategieontwikkeling en marketingplanning.............................................................................. 8
Hoofdstuk 3 Marketingomgeving ................................................................................................................. 16
Hoofdstuk 4 Koopgedrag .............................................................................................................................. 21
Hoofdstuk 6 Marktsegmentatie en positionering .......................................................................................... 34
Hoofdstuk 7 Product- management en merkbeleid ...................................................................................... 45
Hoofdstuk 8 Productontwikkeling en dienstenmarketing ............................................................................. 59
Hoofdstuk 9 Marketingcommunicatie strategieën ........................................................................................ 67
Hoofdstuk 10 Reclame.................................................................................................................................. 77
Hoofdstuk 11 Salesmanagement .................................................................................................................. 87
Hoofdstuk 12 Prijsbeleid .............................................................................................................................. 98
Hoofdstuk 13 Distributiebeleid ................................................................................................................... 108
H5, 14 en 15 ontbreken
,Hoofdstuk 1 Wat is marketing
1.1 De betekenis van de marketing
1.1.1 Verschil tussen verkoop en marketing
In grote lijnen doen bedrijven aan verkoop en marketing.
Marketing: Het inspelen op de behoeften en wensen van de consumenten. Slaat een brug tussen
productie en consumptie. Ervoor zorgen dat je de juiste spullen voor je klanten op de plank krijgt.
Verkoop: Zien kwijt te raken wat je op de plank hebt. Klanten hebben niet of nauwelijks keus.
1.1.2 Definitie van marketing
Bij marketing gaat het om een uitgekiend product, juiste distributiekanalen, gunstige prijs en
promotiecampagnes. Deze 4 vormen de marketingmix -> als 1 van de 4 mist word product niet goed
verkocht.
Marketing: Omvat de - op de markt afgestemde – ontwikkeling, prijsbepaling, promotie en
distributie van producten, diensten of ideeën en alle andere activiteiten die de klanten toegevoegde
waarde bieden; deze leiden systematisch tot een hogere omzet of andere gewenste respons, een
goede reputatie van de organisatie en een duurzame relatie met de klanten, waarbij alle
belanghebbenden hun doelstellingen bereiken.
1.1.3 De marketingmix
De 4 p’s:
Prijs: Hoeveel geld er voor het product of de dienst wordt gevraagd.
Product: Goederen, diensten of ideeën die aan de wensen en behoeften van de klanten
tegemoetkomen
Promotie: Hoe een bedrijf met de markt communiceert en de verkoop bevordert
Plaats: Hoe de onderneming het product in handen van de kopers krijgt.
1.1.4 Doelgroep keuze en het ruilproces
Doelgroep: Het deel van de markt waarop de organisatie zich richt en dat zij tot klant wil maken.
Ruilobjecten: Zijn waardevol, worden vaak tegen geld geruild, maar kunnen ook een dienst, idee,
arbeidsinspanning of zelfs status zijn. Bv.: Studenten betalen collegegeld maar krijgen een goede
opleiding ervoor terug. Is dus waarde scheppend; beiden betalen en gaan er door de transacties op
vooruit.
1.2 Commerciële economie of marketing
1.2.1 Plaatsbepaling
Algemene economie: Het bestuderen van de leer van de keuzehandelingen (waarom kopen
consumenten deze producten).
Macro-economische invalshoek: Analyseren van gedrag van consumenten of ondernemers als groep
Micro-economische invalshoek: Analyseren van gedrag van consumenten of ondernemers
individueel.
Bedrijfseconomie: Houdt zich bezig met de economische aspecten van activiteiten binnen een
‘bedrijfshouding’ en hun onderlinge samenhang. Bv. Vraagstukken over kostprijsberekening.
Commerciële economie: Verklaren van het handelen van de consument die bedrijven in staat stellen
de producten optimaal afstemmen op de wensen van de consument.
1.2.2 Bijdragen van andere wetenschappen
Commerciële economie ‘moeder’ van marketing.
,Dankzij psychologie van hebben marketeers meer inzicht in het gedrag van de individuele mens die
door bepaalde aankopen zijn behoeften te bevredigen.
De sociologie onderzoekt het gedrag van de consument in groepsverband met invloed van cultuur
etc.
Statistiek en wiskunde hebben voor modellen en technieken gezorgd die helpen bij het ontwikkelen
van marktonderzoeken.
1.3 Niveaus van marketingsystemen
1.3.1 Macromarketing
-> De marketing bekijken vanuit een proces dat goed moet functioneren om de economische
doelstellingen van de maatschappij als geheel te verwezenlijken.
1.3.2 Mesomarketing
Ligt tussen macro en micromarketing in. Hierbij gaat het om de gezamenlijke uitgevoerde
marketingactiviteiten van bedrijven die actief zijn op dezelfde markt.
Bedrijfskolom: de reeks personen die betrokken zijn bij de productie, distributie en het verbruik van
producten en diensten.
Brancheorganisatie: Werken op verschillende niveaus van een bedrijfskolom, maar zijn verenigd in
brancheorganisaties. Bijvoorbeeld reclamemaking voor melk.
Mesomarketing word ook mee bedoeld: organisaties met een gemeenschappelijk belang (detaillisten
in hetzelfde winkelcentrum.
Producent-> groothandel-> detailhandel -> consument
Deze (vereenvoudigde) stappen van een bedrijfskolom noemen we een bedrijfstak.
Binnen een bedrijfstak noemen we een groep organisaties die bepaalde overeenkomsten vertonen
op het gebied van de productietechniek en de geleverde producten een branche. Bv. Boekenbranche
in de grafische bedrijfstak of levensmiddelenbranche in de bedrijfstak detailhandel.
Producent-> groothandel-> detailhandel -> consument
Links naar rechts: geldstroom
Rechts naar links: informatiestroom
Als de toegevoegde waarde van een bedrijfstak te laag is vervalt de bedrijfstak.
1.3.3 Micromarketing
Het individuele bedrijf en het management daarvan staan centraal bij micromarketing
(marketingmanagementbenadering).
Marketingmanagementbenadering: Omvat analyse, planning, implementatie en voortdurende
evaluatie van alle activiteiten die gericht zijn op het zo goed mogelijk afstemmen van de producten
en diensten van een organisatie op de wensen en behoeften van (potentiële) klanten. Houdt eigelijk
in: Formuleren en uitvoeren van product, promotie, prijs en distributiebeleid, waarmee de
onderneming zich kan aanpassen.
1.4 Ontwikkeling van de marketinggedachte
1.4.1 Productie- en productgerichte bedrijven
Een productiegericht bedrijf concentreert zich op een zo efficiënt mogelijk productieproces.
Productieconcept: Door zich te concentreren op het mechanisme
Productconcept: Verbeteren van de kwaliteit van het product
Vroeger was er een verkopersmarkt, waarbij de klant weinig keus had en de aanbieders het voor het
zeggen hadden.
1.4.2 Verkoopgerichte bedrijven
Door gestegen welvaart na WOII ontstaan kopersmarkt: kopers hebben een sterkere positie dan de
aanbieders doordat aanbod groter is dan de vraag. Leidt tot strijd om gunsten van consument.
Verkoopconcept: startpunt van het denken ligt bij het bedrijf.
,1.4.3 Marketinggerichte bedrijven
Door gestegen koopkracht -> belangrijker om op wensen en behoeften van consumenten in te
spelen-> ontstaan klantgericht denken en het marketingconcept in de praktijk toe te passen.
Marktgerichte bedrijven houden bij de beleidsvorming niet alleen rekening met de consument, maar
ook met de tussenhandel en de concurrenten. Beginnen met marktonderzoek, dan vaststellen
doelgroep. Daarna volgt de rest (financiering, organisatie, ontwikkelen producten en diensten etc.).
Marketing omvat een totaalplan voor een product, verkoop is daar slechts 1 element van. Een
marketinggericht publiek wil ook graag feedback, en gebruikt dat weer om te verbeteren.
Relatiemarketing betekent een goeie relatie hebben met je klant, en je klanten bij je houden.
Maatschappelijk marketingconcept: Aandacht voor de langetermijnbelangen van de samenleving.
Het zoveel mogelijk voorkomen dat de belangen van kopers en niet-kopers geschaad worden.->
Marketeers moeten dus evenwicht vinden tussen consument, producent en samenleving.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO): Houdt in dat bedrijven letten op het effect van
hun activiteiten op mens en milieu, zonder dat dit wettelijk verplicht is.
1.4.4 Relatiemarketing
Relatiemarketing houdt in dat bedrijven een stap verder gaan in hun klantgerichtheid door bewust
een goede relatie met hun afnemers op te bouwen om hen zo lang mogelijk als klant te behouden.
Ook koesteren veel ondernemingen duurzame relaties met hun leveranciers.
Zie tabel 1.1 blz. 21 in boek Grondslagen van de Marketing.
1.5 Het marketingconcept
1.5.1 Tevreden klanten
Klantgerichtheid moet centraal staan. Wel moeten er keuzes gemaakt worden; kan tenslotte niet
iedereen tevreden houden. Sommige consumenten wil je liever niet als klanten (Bv. Luidruchtige
vissersclub in chique restaurant).
Klantenservice:
Anticiperen op wensen en behoeften van afnemers
Zinvolle informatie geven over de producten en diensten
Het klanten gemakkelijk maken de producten te gebruiken
Onderzoeken of de klanten tevreden zijn over de aankoop van hun product
Contact onderhouden met kopers en een relatie opbouwen
Klachten of problemen van klanten zo goed mogelijk oplossen
Klantenservice wordt extern gezien als uitstraling, wordt dus vanuit een bedrijf als heel belangrijk
geacht.
1.5.2 Geïntegreerde aanpak
Bij een productgerichte werkwijze ‘bepalen alle medewerkers zelf hoe ze werken’, en wordt alles
geïsoleerd van elkaar uitgevoerd.
Bij een marketinggerichte werkwijze wordt het beleid vooral bepaal door de wensen en behoeften
van de consument (door marktonderzoek). De verschillende taken bestaan nog wel, maar worden als
1 geheel gezien. Hier is ook interne marketing belangrijk: alle medewerkers moeten goed getraind
en gemotiveerd zijn.
Zie figuur 1.10 op blz. 25 voor meer duidelijkheid.
1.5.3 Breed omschreven werkterrein
Ondernemingen die het marketingconcept niet toepassen drukken hun werkterrein uit in een
omschrijving van wat ze maken (Bv. Wij maken brilmonturen). -> Kan leiden tot
marketingbijziendheid: geen rekening ermee houden dat hun producten verouderd kunnen raken
(Bv. Lenzen)
,Om je sneller aan te kunnen passen aan wensen en behoeften van klanten kiezen bedrijven voor een
ruim werkterrein en een missie.
Missie: Rol en ambities in het werkterrein beschrijven.
1.5.4 Concurrentieanalyse
Alle bedrijven weten dat hun producten ooit zullen verouderen. Daarom moeten ze hun
concurrenten goed in de gaten houden -> Concurrentieanalyse. Een goede concurrentieanalyse leidt
tot concurrentievoordelen: Voorlopen op de concurrentie -> leidt tot snelle innovatie.
1.5.5 Marktonderzoek en doelgroep keuze
Bij het nemen van beslissingen is de mening van de consument vereist. Een goed georganiseerde
vergadering en systematische analyse van alle relevante marketinginformatie is essentieel.
Marktonderzoek vormt de basis van marketing. Door de juiste gegevens te verzamelen segmenteer
je het volk en vind je je doelgroep.
1.5.6 Winstbijdrage
De omzet zegt niks, de winst is veel bepalender. De winstbijdrage van een bepaald product is bij het
toepassen van het marketingconcept een belangrijker criterium dan de omzet. Ieder bedrijf moet
erin slagen om op lange termijn voldoende winst te maken (Bv. Door brand equity)
1.6 Taak van marketing in een bedrijf
1.6.1 Marketing eerste taak
De eerste taak van de marketing is de wensen en behoeften op de markt op te sporen en te
inventariseren -> Creëren ‘ideale producten’ voor consumenten.
Behoeften: Een tekort hebben aan iets en de neiging hebben om dat tekort op te heffen. Kunnen
bijna niet beïnvloed worden door bedrijven, ze zijn aangeboren (Bv. Dorst). Kunnen meestal door
meerdere producten bevredigd worden.
Wensen: Na meerdere producten geprobeerd te hebben ontstaat de wens voor 1 bepaald product.
Consumentengedrag: Bestaat uit 3 onderdelen: zoekgedrag, koop en gebruik/verbruik van het
product.
1.6.2 Marketing tweede taak
Na de eerste taak van de marketing onderzocht te hebben moet hier op worden ingespeeld.
1.6.3 De drie R’s
Om de 4 P’s optimaal in te zetten moet ook de Reputatie, de Relatie en de Respons goed zijn
Reputatie: Positieve indruk maken op de consument, d.m.v. een goede kwaliteit te leveren en een
uitstekende service aan te bieden.
Relatie: De consumenten moeten weten bij wie ze het product kopen, en waarom het zo goed is.
Door de goede interactie met de klant zal de relatie tussen bedrijven en consumenten verbeteren en
zal de loyaliteit vergroten.
Respons: Door een goede relatie moet de respons goed zijn; als de klant terugkomt is de respons
positief.
1.6.4 Waarde van klandizie
Sommige bedrijven zijn zo erg bezig met het zoeken van nieuwe klanten, dat de oude klanten
vervallen. Dat schaadt de positie op lange termijn. Hier moet een juist evenwicht zien gevonden te
worden.
De waarde van klandizie kan verhoogd worden door:
1. De kosten van klantenwerving te verminderen
2. Meer klanten langer te behouden
, 3. De winstgevendheid van deze klanten te vergroten door hen meer producten en diensten met
hogere marges te verkopen tegen lagere marketingkosten
Life-time value: De waarde van een individuele klant in contanten wat de winst van die ene klant
oplevert als de klant behouden word. Marketeers realiseren dat dit heel veel geld oplevert en doen
hun best om het klantentrouw te verhogen.
1.7 Marketingtoepassingen en vooruitblik
1.7.1
Belangrijke toepassingsgebieden van marketing zijn:
- Dienstenmarketing
Marketing activiteiten die ontastbaar zijn.
- Internationale marketing
Gericht op de markt en doelgroepen in het buitenland
- Direct marketing
Rechtstreeks (online, mail, telefoon) op een individuele klant afgestemde boodschap,
ontwikkeld op basis van een database. Dit is ook een goede manier om duurzame relaties
met de klant op te bouwen.
-Databasemarketing
Vorm van direct marketing. Waarbij een bedrijf systematisch informatie over klant
(koopgedrag) verzamelt, analyseert en opslaat in een database.
-Trade marketing
Trade marketing is gericht op de afzet van producten aan de tussenhandel en/of retailer.
- Retailmarketing
Retail marketing richt zich op de kopende klant. Retail marketing wordt dan ook wel shopper
marketing genoemd.
- Demarketing
Tijdelijk of permanent afremmen van producten. Bijvoorbeeld als dit schadelijk is voor de
maatschappij.
- Interne marketing
Gericht op medewerkers of afdelingen binnen de eigen organisatie.
- Digitale marketing
Online marketing.
- Businessmarketing
(Ook wel industriële marketing genoemd) afnemers om van grondstoffen een eind product
te maken en te verkopen.
- Non-profitmarketing
Organisaties zonder winst doelstelling.
Zie boek (anders wordt het letterlijk overtypen)
Kopersmarkt
Markt waarop het aanbod groter is dan de vraag waardoor kopers sterker staan dan verkopers.
Agressieve verkooptechnieken om producten aan de man te brengen zijn het resultaat.
verkopersmarkt
marktsituatie waarin de verkopende of aanbiedende partijen de prijs en transactievoorwaarden voor
zekere goederen of diensten kunnen bepalen, veelal doordat de vraag groter is dan het aanbod
overtreft; gunstige marktsituatie voor verkopers