Globalisering
Verschuivingen in het wereldsysteem
Economisch:
- (veranderingen in) centrum & periferie:
o centrum-periferiemodel = Verhouding rijke centrumlanden met macht en
arme landen en randpositie.
o Je kunt de wereld als een wereldsysteem beschouwen, gelet op welvaart.
o Er is harmonie tussen centrumgebieden (gedeeld belang), maar disharmonie
tussen centrum en periferie en tussen periferie onderling!
o Centrumgebieden: profiteren van globalisering (gedeeld belang om leidend te
blijven).
o Perifere gebieden worden ‘vergeten’ en hangen er maar een beetje bij. Zij
doen niet mee.
o Centrum: Rijk, ontwikkeld gebied waar andere regio’s politiek en economisch
van afhankelijk zijn.
o Periferie: gebied dat buiten het centrum van de macht en invloed ligt, maar
daarvan wel afhankelijk is.
o Voor welvaartsverschillen en de relatie tussen arm & rijk kun je het centrum-
periferiemodel toepassen
- Global shift
o Veranderingen in de internationale arbeidsverdeling:
o De wereldwijde verschuiving van handel, productie en vervoer naar landen
rond de Pacific, met Japan voorop.
o Global Shift heeft ook een samenhang met de interactie-theorie van Ullman
o Global shift is een proces van het verplaatsen van de belangrijkste
handelsstromen over de aarde in verloop van tijd. We zien nu een
verplaatsing van het zwaartepunt van de wereldhandel: van de randen van de
Atlantische Oceaan naar die van de Stille Oceaan, de zgn. Pacific Rim. Het is
duidelijk dat er gedoeld wordt op de verschuiving van de handelsmacht van
Noord-Amerika en West-Europa naar Azië.
Demografisch:
- Demografisch transitiemodel
o bevolkingsgroei ontwikkelt zich historisch gezien volgens een bepaald patroon
o Piramide: Hoog geboortecijfer, men wordt niet oud - Arme landen
o Granaat of klok: Alle groepen zijn ongeveer even groot - Rijke landen
o Ui of Urn: Geboortecijfer daalt + sterfteoverschot = vergrijzing - Rijke landen
Sociaal-cultureel
- Culturele diffusie
o De verspreiding en vermenging van vernieuwingen of ideeën over landen of
bevolkingsgroepen - verspreiding en vermenging van culturen
o Diffusie van cultuurelementen door: kolonialisme, internationale migratie,
moderne communicatie, internationale handel, toerisme
o Versterkt door tijdruimte compressie (afname rel. afstand)
Fast world = Mensen, plaatsen of gebieden die als producent of consument
direct betrokken zijn bij het internationale bedrijfsleven, communicatie,
consumptie, internationaal nieuws en entertainment
o Toenemende ruimtelijke verschillen veelal veroorzaakt door technologische
ontwikkelingen en moderne communicatie
1
, Slow world = Mensen, plaatsen of gebieden die als producent of consument
niet of nauwelijks betrokken zijn bij het internationale bedrijfsleven,
communicatie, consumptie, internationaal nieuws en entertainment
clusters: Ruimtelijke concentraties van onderling verbonden ondernemingen
en instellingen.
De fast world en clustervorming vergroten de tegenstellingen met de slow
world en de meer landelijke regio’s
Japan & China
o Tussen 1868 en het begin van de 20e eeuw ontwikkelde Japan zich van een
industrieel kapitalistisch centrumland met een eigen periferie: delen van
China, Taiwan, Korea en Mantsjoerije
o De afgelopen decennia werd de positie van Japan binnen het wereldsysteem
sterker. Ook Japan heeft met uitschuiving te maken: naar Taiwan en Zuid-
Korea bijvoorbeeld.
o Japan richt zich sinds die tijd meer op kennisintensieve industrieën.
o backwash-effecten: economisch & sociaal nadelig effect in een gebied als
gevolg van de ontwikkeling in een ander gebied.
o Het inkomen per hoofd van de bevolking is in China laag. De tegenstellingen
zijn groot. De bestemmingslanden van de uitvoer zijn vooral de VS, landen
van de EU en Japan.
o de liberalisering vooral van toepassing is op ‘speciale economische zones’.
o Sociaal gezien ging vooral de toplaag van de Chinese samenleving erop
vooruit. Armere lagen van de bevolking kampen met werkloosheid.
o De ruimtelijke verschillen namen toe. De tegenstellingen op lokaal niveau
hangen samen met die ruraal-urbane migratie.
o Gevolg: krottenwijken.
o Daarnaast: moderne snelgroeiende stadsdelen. Ruimtelijke segregatie
kenmerkt daarom veel steden.
o Ook op regionaal schaalniveau zijn de tegenstellingen soms enorm.
Brazilië
o Bij het verdrag van Tordesillas (1494) werd Latijns-Amerika in een Spaans en
Portugees deel opgesplitst. Uit het Portugese gebied ontwikkelde zich Brazilië.
o In het zuiden ontstonden vestigingskolonies van West-Europese landen.
o De urbanisatiegraad van Brazilië is hoog. De meeste steden liggen dicht bij of
aan de kust.
o Invoersubstitutie = verwerken van een deel van de eigen grondstoffen om
invoer te verkleinen - nieuwe infrastructuur
o Brazilië kent vier soorten gebieden: sterk verstedelijkte kerngebieden,
marktgerichte primaire productiegebieden, rurale probleemgebieden, ‘resource
frontiers’
o Als geheel kan Brazilië een sterk groeiend, semi-perifeer land worden
genoemd. Maar binnen Brazilië liggen enkele regio’s, waarop zonder meer
drie kenmerken van perifere gebieden van toepassing zijn: een laag inkomen,
eenzijdige productie van primaire goederen en een eenzijdig exportpakket.
o Ook op lokaal niveau is sprake van fragmentarische modernisering.
2