Weblecture 1
Wetenschap: op systematische wijze gegevens verzamelen
Eigen meetinstrumenten maken om bepaalde concepten te kunnen meten. Tot valide data
komen dmv goede meetinstrumenten.
4 kenmerken:
Empirisch (feiten die waarneembaar zijn)
Theoretisch (ontwikkelen theorie of bestaande theorie toetsen)
Systematisch (dataverwerking en verzameling)
Cumulatief (gebaseerd op eerdere onderzoeken, beginnen literatuuronderzoek, eigen
resultaten dragen bij aan toekomstig onderzoek)
Kenmerken empirisch-analytische benadering
Kenmerk Betekenis
Empirisch/systematisch Gebaseerd op waarneembare feiten, verzameld
in onderzoek dat herhaalbaar en
controleerbaar is
Theoretisch/cumulatief Theorie vorming en hypothese toetsing via
respectievelijk inductie en deductie om
kennishiaten op te vullen
Nomothetisch Gericht op verklaringen die algemeen geldend
zijn door het (kwantitatief / cijfermatig) meten van
een beperkt aantal variabelen (reductionisme) bij
veel onderzoekseenheden
Waardevrij Geen plaats voor normatieve opvattingen als
goed of slecht als onderzoeksuitkomst
Kenmerken empirisch-interpretatieve benadering
Kenmerk Betekenis
Empirisch/systematisch Gebaseerd op waarneembare feiten, verzameld
in onderzoek dat herhaalbaar en
controleerbaar is
Theoretisch/cumulatief Theorie vorming en hypothese toetsing via
respectievelijk inductie en deductie om
maatschappelijke verschijnselen te begrijpen
Idiografisch Gericht op begrip van unieke
onderzoekseenheden welke worden gemeten
via verschillende (kwalitatieve / interview)
methoden van dataverzameling (holistisch)
Subjectiviteit Ervaring en attitudes van de onderzoeker
beïnvloeden de dataverzameling en
interpretatie van die data
Wetenschappelijke integriteit
Herhaalbaarheid (replicatie) en controleerbaarheid van onderzoek
Explicitering van keuzes in onderzoeksplan
o Bij wie worden data verzameld?
o Wanneer en waar worden data verzameld?
o Hoe worden de data geanalyseerd?
,Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit
Uitganspunt
Wetenschappelijk onderzoek ontleent zijn status … aan het feit dat het gaat om een normatief
gereguleerd proces, waarbij die normativiteit deels methodologisch en deels ethisch van aard is.
Leidende principes:
Eerlijkheid: dat men over het onderzoeksproces correct rapporteert, dat men data of
bronnen niet verzint of vervalst
Zorgvuldigheid: dat men wetenschappelijke methoden gebruikt en optimale precisie
betracht bij het ontwerp, de uitvoering … van het onderzoek
Transparantie: dat het voor anderen helder is op welke data men zich heeft gebaseerd,
hoe deze zijn verkregen, … en dat stappen in het onderzoeksproces controleerbaar
moeten zijn
Onafhankelijkheid: dat men zich in de keuze van de methode, bij de beoordeling van de
data … niet laat leiden door buiten-wetenschappelijke overwegingen
Verantwoordelijkheid: dat men rekening houdt met de legitieme belangen van personen
en dieren … verantwoordelijkheid houdt ook in dat men onderzoek doet dat
wetenschappelijk en/of maatschappelijk relevant is
Wanneer deze principes niet leidend zijn, bedreigt dit zowel de kwaliteit als de betrouwbaarheid van
de wetenschap.
61 normen (uitgewerkte principes) voor goede onderzoekspraktijken zijn op schrift gesteld om ze te
delen en er elkaar, indien nodig, op aan te kunnen spreken. Zo blijft kwaliteit gewaarborgd
Ontwerp
o 5. Zorg voor een onderzoeksopzet waarmee de onderzoeksvraag beantwoord kan
worden
o 6. Geef een zorgvuldige methodologische onderbouwing
Uitvoering
o 16. Wees precies en accuraat bij de uitvoering van het onderzoek
o 17. Hanteer wetenschappelijke methoden
o 19. Verzin geen data of onderzoeksresultaten en rapporteer niet over verzonnen
data of onderzoeksresultaten alsof ze echt zijn
Verslaglegging
o 35. Wees transparant over de gevolgde methode en werkwijze, en leg deze waar
relevant vast in onderzoeksprotocollen, logboeken, lab journals of verslagen. De
wetenschappelijke argumentatie moet helder zijn en de stappen in het
onderzoeksproces moeten controleerbaar zijn. Doorgaans zal dit betekenen dat het
onderzoek voldoende gedetailleerd moet zijn beschreven om de dataverzameling te
kunnen repliceren en de data-analyse te kunnen herhalen
Studenten
Onderzoek van studenten valt binnen normatieve kaders van deze code. Maar zolang dat onderzoek
slechts educatief is kan dat niet leiden tot een klachtprocedure
,Onderzoekstypen
Fundamenteel
o Verzamelen van kennis, gericht op ontwikkeling en toetsing van theorie als oplossing
van kennisproblemen
o Wetenschappelijke normen (empirisch, theoretisch, systematisch, cumulatief)
Praktijkgericht wetenschappelijk
o Verzamelen van kennis, gericht op helpen oplossen van praktijkproblemen
o Wetenschappelijke normen en praktijknormen (bv. haalbaarheid oplossing)
Praktijkgericht niet-wetenschappelijk
o Niet uitgevoerd conform wetenschappelijke criteria (niet systematisch)
Fundamenteel onderzoek: Empirische cyclus
A. Kennisprobleem: Kennisprobleem vaststellen door middel van observaties
Wat veroorzaakt enorme stijging doden aan longkanker? Enkele observaties zoals:
Steeds meer gevallen van longkanker na WO 1. Steden werden groter. Meer gevallen in
verstedelijkte gebieden dan op platteland. Verwarming van huizen op kolen
B. Inductie Hypothesen: Hypothese opstellen op basis van deze observaties
In verstedelijkte gebieden komt longkanker steeds meer voor
In verstedelijkte gebieden wordt steeds meer kolen verstookt
C. Theorie: Beiden hypothesen combineren tot een theorie
Longkanker wordt veroorzaakt door het verbranden van kolen
D. Deductie hypothesen: Als theorie klopt, dan bepaalde voorwaarden. Anders terug naar
eerdere fasen, anderen observaties toevoegen, anderen inductie hypothesen zo nieuwe
theorie.
A: toename van roken i.p.v. pruimen van tabak
B: stedelingen roken steeds meer sigaretten
C: longkanker wordt veroorzaakt door het roken van sigaretten
D: als theorie klopt, dan komt longkanker vaker voor bij rokers dan bij niet rokers
E. Toetsing: Nagaan of de theorie klopt
Studie: geschiedenis van patiënten met longkanker werd vergleken met de geschiedenis
van patiënten met maag en darmkanker (experiment niet mogelijk want niet ethisch)
F. Evaluatie: Anderen onderzoekers niet overtuigd verband. Dus teruggaan in cyclus met
specifiekere hypothese
C: longkanker wordt veroorzaakt door het roken van sigaretten
D: Als theorie klopt, dan moet naarmate iemand meer rookt, de kans op longkanker
toenemen
E: Studie: 40.000 rokende artsen gevolgd
F: Na 2,5 jaar voldoende bewijs om theorie te ondersteunen
Vaak of fase ABC of DEF
, Praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek: Regulatieve cyclus (geen onderzoeksfasen!!)
In elke fase kan je onderzoek doen, eigenlijk beslismomenten.
Als het niet duidelijk is in een van de fase, wat voor onderzoek doe je dan?
A. Praktijkproblemen: Analyse praktijkprobleem in samenwerking met opdrachtgever
(=onderzoek)
B. Diagnose: Onderzoek naar mogelijke oorzaken
C. Planvorming: Inventariseren van realiseerbare oplossingen (geen taak onderzoeker!)
D. Plan- en besluitvorming: Keuze specifieke oplossing (geen taak onderzoeker!). Onderzoek
haalbaarheid (kleinschalig pilotonderzoek)
E. Ingreep of interventie: Onderzoek naar juiste uitvoering (grootschalig, interventie)
F. Verandering: Onderzoek naar effect op praktijkprobleem
Voorbeeld Regulatieve Cyclus:
A. Praktijkprobleem: Wat is het probleem?
Jongeren beginnen op jonge leeftijd met roken
B. Diagnose: Wat is de oorzaak van het probleem?
Advertenties
Onderschatten risico’s
Groepsdruk
C. Planvorming (geen taak onderzoeker maar van beleidsmaker)
Optie 1: verbied tabaksreclame (op social media)
Optie 2: plaats afschrikwekkende plaatjes op rookwaar
D. Plan- en besluitvorming: Welke oplossing is haalbaar / effectief
(keuze oplossing geen taak van onderzoeker, onderzoek naar haalbaarheid / effectiviteit wel!)
Optie 1: Onderzoek: onder welke condities kan een algeheel verbod op tabaksreclame
worden ingevoerd?
Optie 2: effect van plaatjes versus geschreven tekst op risico inschatting
E. Ingreep of interventie: Wordt de ingreep juist uitgevoerd / opgevolgd?
Optie 2: Onderzoek: in welke mate wordt rookwaar met afschrikwekkende plaatjes
aangeboden / verkocht
F. Verandering: Is er verandering in het praktijkprobleem?
Onderzoek: Neemt het aantal jonge rokers af?