De Jongh. Diagnostiek van alledaagse klachten. H. 27;
Pijn op de borst
Als mensen met pijn op de borst komen dan is het belangrijkste om een ernstige aandoening uit te
sluiten. Dit doet de huisarts ook, waardoor de specificiteit van het huisartsen oordeel hoog is en de
sensitiviteit matig. Mensen kennen vaak iemand die aan hartinfarct overleden is en zijn daarom
gelijk angstig bij pijn op de borst. Vaak is er echter sprake van niet cardiale problematiek.
Slechts 10 % van de mensen met pijn op de borst komt naar de huisarts. De laatste jaren is dit
minder geworden omdat men zich door campagnes over goed handelen bij hartinfarct eerder meldt
bij spoedeisende hulp.
Differentiaaldiagnose van pijn op de borst:
aandoeningen skelet; Soorten: traumatisch, myalgie, syndroom van Tietze (Onbegrepen
pijn van kraakbeen tussen sternum en ribben). Deze categorie dekt 50% van de pijn op de
borst gevallen.
hartaandoening: 20%, waarvan slechts 40% hartinfarct.
A Thijssen De Jongh Diagnostiek H27 en H30 1
, o acuut coronair syndroom: onstabiele angina pectoris of zelfs een infarct (necrose).
De pijn is gelijk aan angina pectoris maar heviger en verdwijnt niet in rust.
Complicaties zijn ventrikelfibrilleren en hartfalen. 40% van de mensen met infarct
overlijdt. Je kunt kijken of er sprake is van MI adhv ECG en bloedonderzoek.
o angina pectoris (disbalans tussen zuurstof vraag en zuurstof aanlevering. De vraag
is verhoogd door tachycardie of hyperthyreoïdie of aanlevering te laag door
atherosclerose, aortastenose anemie). Deze mensen hebben pijn op de borst bij
inspanning, koude, emotie die uitstraalt naar arm(en), hals, rug, kaak.
o Pericarditis: vaak vocht in het hartzakje. Pijn wordt erger bij bepaalde houdingen
en slikken. Meestal na een virale LWI.
psychiatrisch: angst. 10% Je hebt vaak tintelingen rond mond en handen. Aangezien
dergelijke paniek ook bij een infarct voor kan komen is het onderscheid moeilijk. Bij
paniekaanvallen komen de aanvallen vaker terug en vertoont men vermijdingsgedrag.
Daarnaast hebben deze mensen meestal psychische comorbiditeit (depressie/
gegeneraliseerde angststoornis).
gastro-intestinaal: refluxoesophagitis = scherpe branderige pijn op de borst bij bukken of
liggen, spasmen= dit is lastig omdat dit vaak ook reageert op nitroglycerine.
vasculair: dissectie van aorta thoracalis, vaak na een aneurysma, atherosclerose,
hypertensie, marfan. Bij grotere dissecties (loslaten intima) heb je uitstralende pijn naar de
rug.
huid: herpes zoster= ontsteking van huidzenuwen. Pijn is onafhankelijk van houding en
ademhaling. Na een aantal dage ontstaan er blaasjes.
pulmonaal:
o embolie: Pijn vastzittend aan de ademhaling, dyspnoe en soms hemoptoe. 10%
overlijdt. Vaak na trombosebeen.
o Pneumonie: koorts, hoesten dyspnoe, pijn vast aan ademhaling.
o Pneumothorax: pijn lateraal in de borst, kortademig en een droge hoest.
Voorgeschiedenis: aanwijzingen voor mogelijk cardiale aandoening
atherosclerose; Perifeer arterieel vaatlijden, TIA, CVA, hartinfarct of ischemie
diabetes mellitus
risicofactoren: hyperlipidemie, roken, hypertensie, alcohol. (verhoogd de a priori kans
maar de leeftijd en aard van klachten zijn belangrijker)
Leeftijd
Vaatlijden
men heeft vaak voorafgaand aan dissectie al een aneurysma. Risicofactoren daarvoor zijn;
vaatafwijkingen, hypertensie, hypercholesterolemie, claudicatio, angina pectoris of TIA/CVA
pulmonaal
pericarditis: 3 weken ervoor bovenste LWI
longembolie: eerder longembolie
pneumothorax: rokers, astma, COPD, cystic fibrose, marfan, jonge lange mannen
Anamnese
locatie: retrosternaal (ischemie, reflux, oesophagusspasme of pericarditis), lateraal (spieren
of skelet of pneumothorax longembolie en herpes zoster pijn niet over de middellijn)
aard: drukkend (ischemie), stekend (pericarditis, skelet), scherp branderig (reflux)
kwantiteit: zeer hevig lang durend (acs), aanvalsgewijs voorspellend (angina), niet in
aanvallen (pericarditis), uitstraling naar rug (dissectie), uitstraling naar arm of kaak (acs;
toch groot deel geen uitstraling).
A Thijssen De Jongh Diagnostiek H27 en H30 2