, Basisboek online marketing 4e druk
Online marketing: een proces waarbij organisaties (bestaande of potentiele) klanten via
internetwaarden en producten creëren en met elkaar uitwisselen.
Online: in verbinding staan met internet.
E-commerce: de verkoop van producten of diensten via internet.
E-business: ondernemen met behulp van digitale technieken.
Soorten websites:
- Corporate website: algemene site van het bedrijf, informatie over de organisatie. Vaak gericht op
stakeholders (klanten, medewerkers, pers en aandeelhouders)
- Communicatiesite: website waar bezoekers geïnformeerd worden over
de producten en diensten Veel informatie over het product maar je kan het
product daar niet daadwerkelijk kopen.
- Lead generation site: het in
contact komen met potentiele klanten. Klanten zoeken informatie over producten en diensten.
Site brengt je in contact met een bedrijf. (Leads genereren = potentiele klanten trekken)
- Merk site: vergroten van merkkennis en -perceptie: waar staat het
merk voor (vaak interactief en amusant) Branding, vooral laten zien dat het een mooi merk is.
Je kan het product daar niet kopen. Vaak gave plaatjes & filmpjes.
- Dienstverleningssite: verleent een dienst, verkoopt geen producten (9292, NS, anwb).
- Inhoudssite: geven informatie over actualiteiten en/of informatie voor hele specifieke doelgroep
en. Krijgen geld door advertenties. (nieuwssite)
- (Portalsite: pagina met linkjes (startpagina.nl))
- (Webshop: een website waarop een product of dienst kan worden aangekocht.)
Merk en consument groeien door internet steeds meer naar elkaar toe.
3 type media:
Bought media Alle media waar je voor betaald (gekochte advertenties)
Owned media Media van een bedrijf zelf, eigen platform (allerhande, website, facebook)
Earned media Gratis publiciteit (recensies)
Marketing mix 4 C’s:
Product customer solution (product levert oplossing voor de klant)
Price customer cost (kosten in zowel moeite als geld) prijskwaliteitverhouding
Place convenience (gebruiksgemak op de website)
Promotion communication (communicatie gaat twee kanten op)
Verschillende type shoppers:
1. Wereldgerichte shopper – Koopt vrijwel alles in een fysieke winkel.
Mensen die altijd in fysieke winkels shoppen, wel wat info zoeken online maar bijna niet
2. Pragmatische online shopper - gebruikt weinig touch-points. Maar wel veel onlinebronnen.
3. Grondige online shopper - gebruiken 4 touch-points, kopen altijd online.
4. Multiple touch-point shopper - meer dan 6 touch-points, maar ook gedeelte fysieke winkel.
Mensen die vaak in een winkel kopen en die hun touchpoints verdeeld hebben over het fysieke.
Die kijken op websites maar gaan ook navragen in winkels. Heel uitgebreid aan het zoeken.
5. Van online naar offline shopper - gebruiken 4 touch-points,
maar kopen uiteindelijk toch in fysieke winkel.
, Iemand die online zichzelf oriënteert maar uiteindelijk fysiek het product gaat kopen.
Meer vertrouwen in fysieke winkels. (webrooming)
Showrooming: offline naar online, mensen die in fysieke winkel informatie opdoen maar
het uiteindelijk online kopen.
Relevante trends
1. Augmented + Virtual Reality - samensmelting echte wereld en virtuele wereld en virtual reality.
(virtuele paskamer, games zoals PokémonGo, museum tour.)
2. Verdere ontwikkeling social media - gericht adverteren, data intergratie (verschillende media
met elkaar combineren en daarmee een campagne maken).
3. Internet of things – apparaten worden “slim” smart
home. Communicatie tussen verschillende apparaten. (smart koelkast die voor je besteld).
4. Artifictial intelligence - kunstmatige inteligentie, computer kan nadenken.
Computer leert van eerdere fouten.
5. Conversational systems - digitale assistenten te bedienen met stem (siri, alexa, google home)
6. Biohacking - prestaties van mensen optimaliseren met behulp van technologie. (Stappenteller,
chip in hand).
7. Digitalisering dienstverlening - toenemend gebruik van apps en robotisering. (Tikkie,
chatbots, zorgrobot).
8. 3D-printen - gemakkelijk gepersonaliseerde producten laten maken.
Vormen van cocreatie:
· Co-productie klanten nemen delen over van het productieproces.
(albelli - zelf fotos toevoegen)
· Customization Producten en diensten kunnen ‘op maat’ worden gemaakt.
(nike eigen schoenen ontwerpen)
· Integratie Producten van verschillende leveranciers worden als een geheel aangeboden. (sunw
eb, vlucht + accommodatie en transfer)
· Co-innovatie producten en diensten worden ontwikkeld samen met potentiele klanten.
(Danio: stuur eigen idee smaak in, populairste wordt gemaakt)
Customer journey: reis die de klant doorloopt voordat het je
product kent tot na de aankoop.
Online marketing funnel
Bezoeken – Hoeveel mensen bezoeken jou website?
Mensen moeten op een goede landingspagina komen, zodat ze niet meteen naar een andere
site ‘bouncen’. (=mensen die
op jouw website komen niet informatie vinden die ze zoeken en zo weer weg zijn)
Boeien - vinden ze de juiste informatie op
de pagina, zodat ze naar de volgende stap gaan. Zorgen dat bezoekers zo geboeid raken door
wat zij aantreffen op de website in de app of op het
social verkoopkanaal, dat zij zich verder in het aanbod verdiepen
Beslissen - producten met elkaar vergelijken, heeft de klant de juiste informatie om
de beslissing te nemen (product specificaties, afmetingen etc.)
Bestellen - is het gemakkelijk om te bestellen. (Stapsgewijs en duidelijk voor de klant)
Betalen - betaal methode moeten gemakkelijk en overzichtelijk zijn, gebruik van
de bekende betaalmethoden. Vertrouwen van klant winnen (door bijvoorbeeld keurmerk).