Dit is mijn examenmatrijs van het vak bestuursrecht. Het is niet een saaie langdradige samenvatting. Het is mooi, overzichtelijk en ook makkelijk om in je op te nemen.
Hier haal je zeker een goed cijfer mee!
“ISBN 978 90 3723 555 5”
Dhr. R.S.A. van Zoeren
Eerste druk
1
, 1.1 De kandidaat onderbouwt of het betreffende orgaan (op centraal of decentraal
niveau) belast is met wetgeving, uitvoering (bestuur) of rechtspraak.
Centraal niveau
De rijksoverheid ook wel het rijk of de centrale overheid genoemd is het onderdeel van de
Nederlandse overheid dat wettelijke taken heeft op landelijk niveau.
Decentraal niveau
De decentrale overheden zijn provincies, gemeente, waterschappen en de
gemeenschappelijke regelingen.
1.2 De kandidaat beoordeelt of een bestuursorgaan onder de bestuurslaag rijk,
provincie of gemeente valt, dan wel een zelfstandig bestuursorgaan is.
Bestuursorgaan
Een bestuursorgaan is een onderdeel van het Rijk, de provincie of de gemeente die
bestuurstaken uitvoert.
Zelfstandige bestuursorganen (ZBO)
Met een ZBO wordt een bestuursorgaan bedoeld dat zelfstandig een bepaald deel van de
bestuurstaak uitvoert en los staat van de centrale overheid. Anders gezegd: een ZBO staat
niet onder gezag van een minister, vandaar de term zelfstandig bestuursorgaan.
Een voorbeeld hiervan is een autogarage die een APK uitvoert.
1.3 De kandidaat onderbouwt of er in een situatie sprake is van autonomie of
medebewind.
Autonomie
Autonomie is de vrijheid van een entiteit, bijvoorbeeld een individu, organisatie of natie om
zelfstandig beslissingen te nemen.
Medebewind
Medebewind is de plicht van lagere overheden om medewerking te geven aan de uitvoering
van regelingen van de hogere overheid.
2.1 De kandidaat onderbouwt voor een situatie op grond van welke wettelijke
bepalingen een overheidsorgaan mag optreden (legaliteitsbeginsel).
Legaliteitsbeginsel
Het legaliteitsbeginsel houdt in dat de bevoegdheden van de overheid altijd hun basis
moeten vinden in de wet. Dat geldt ook voor bestuursbevoegdheden. Zo mogen
bestuursorganen alleen de bevoegdheid uitvoeren als deze terug te vinden zijn in de wet.
2.2 De kandidaat onderbouwt voor een situatie of er sprake is van een wet in formele
zin en/of een wet in materiële zin.
Wet in formele zin
Hierbij draait het om de totstandkoming van de wet. De wet moet tot stand zijn gekomen
door een formele wetgever (Staten-Generaal en regering gezamenlijk).
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rubenvanzoeren. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.