Angststoornissen
Hoorcollege 3.14
Inleiding en definitie
Angst is een onaangename emotie die optreedt wanneer mensen een in bedreigende situatie zitten
of een situatie als bedreigend ervaren. Angst heeft als doel zich aan een bedreigende situatie te
ontkomen: fight, flight of hide and fright/freeze. In het laatste geval voel je de lichamelijke effecten
het sterkste. Het beschermt tegen verwonding, beschadiging, pijn, letsel maar ook voor straf en
werkt preventief tegen gevaarlijk of roekeloos gedrag. Angst heeft een beschermende functie, is
nuttig en kan resulteren in betere effectievere prestaties. We hebben het hier over het positieve
aspect van angst: toegenomen aandacht en alertheid. Maar angst kan ook verlammend werken. Te
sterke angst werkt verlammend. Het kan ook afleidend zijn: alleen maar gefocust op bepaalde
prikkels en niet de andere dingen in de gaten hebben. En door de focus foute interpretaties maken,
illusies. Angst is een algemeen gevoel dat bestaat meestal zonder duidelijkheid over de bron. Er kan
ook vrees zijn gericht op een bepaald geselecteerd aspect. Een angststoornis heeft als kenmerk een
buitensporige angst of bezorgdheid met gevolgen voor het normale functioneren het dagelijkse
leven. Bij ongeveer 8% van de mensen is een angststoornis aanwezig. Met depressie en
slaapstoornissen behoren ze tot de meest voorkomende psychische stoornissen. Ze openbaren zich
meestal tussen 15 en 25 jaar, dus relatief jong.
Vormen angst
- Angst die al optreedt voor de confrontatie: anticipatie angst
- Angstreactie die alleen in een bepaalde situatie en context optreden: situationele angst
- Angst die optreedt los van de situatie, of heel verschillende situaties: gegeneraliseerde angst
- Plots met veel lichamelijke verschijnselen en verstoring van cognitieve functie: paniek:
aanvalsgewijze angst
Angst is een emotie: gedragen door het limbisch systeem waarbij de amygdala (amandelkern) een
belangrijke rol speelt. Deze bepaalt de emotionele betekenis van alles wat we waarnemen. De
amygdala activeert het stress systeem: noradrenaline en adrenaline komen vrij. Dit geeft:
- Tachycardie
- Tachypnoe
- Spierspanningstoename
- Misselijkheid
- Prikkelbaarheid
Het gevolg in gedrag kan zijn:
- Terugtrekken
- Rusteloosheid
- Nervositeit
- Vermijdingsgedrag
Angst in een echt bedreigende situatie is reële angst; brand, doodsbedreiging fysiek of natuur
geweld. Deze angst is reëel en normaal. Dit is angst waarvoor het evolutionair bedoeld is,
beschermend. Als er geen (objectief) bedreigende situatie is, geen begrijpelijke aanleiding dan is het
geen normale angst maar pathologische angst, buitensporig functionerend hinderend. Dan gaat het
ook hinderend werken en spreken we van een angststoornis.
, Indeling angst
Angst kan deel uitmaken van psychische stoornissen. Denk aan een delier, een psychose,
posttraumatische stress stoornis, middelen gebruik of juist onttrekking (drugs, medicatie, alcohol). Bij
depressie zijn dit secundaire angstsymptomen, het gevolg van een andere psychische of
psychiatrische aandoening. Primaire angst is dat de angst op zichzelf staat, dan hebben we in het
kader van DSM-5 over angststoornissen. Belangrijk is dat het minimaal 6 maanden aanwezig moet
zijn. Angststoornissen komen op alle leeftijden voor maar ontstaan vaak tussen de 15 en 25 jaar en
de piek ligt tussen de 25 en 45 jaar. Meerdere factoren bepalen de angst:
- Biologische factoren: aangeboren gevoeligheid, genetische kwetsbaarheid en neurologische
factoren
- Psychosociale factoren: bijvoorbeeld traumatische ervaringen
- Sociale factoren: gezinssituatie, opvoeding, sociale vaardigheden en gepest zijn of worden
Angstversterking: het onderdrukken van angst, vermijdingsgedrag of blijven piekeren versterken
angst vaak. Het komt veel voor: 15-20% van de mensen krijgt er last van in de loop van het leven, het
komt meer voor bij vrouwen dan bij mannen. In periodes van stress kunnen de klachten toenemen.
Angststoornissen behoren tot de chronische aandoeningen waarbij weinig spontaan herstel
optreedt. Soms er volledig herstel, tijdelijk herstel maar ook een terugval komt vaak voor.
Angststoornissen zijn in principe wel goed behandelbare aandoeningen. De oorzaak van
angststoornissen is multifactorieel bepaald. Naast erfelijke factoren spelen omgevingsfactoren een
rol bij het ontstaan.
Kwetsbaarheidsstressmodel
Er kunnen vier hoofdgroepen van determinanten onderscheiden worden, geordend volgens het
kwetsbaarheidsstressmodel:
1. Demografische factoren
Geslacht en leeftijd worden apart beschouwd omdat zij verwijzen naar zowel psycho-biologische
determinanten als omgevingsdeterminanten. Voor een deel biologisch bepaald: hormonaal.
2. Psycho-biologische factoren
Het gaat om weerbaarheid en veerkracht van het individu. Voorbeelden zijn: het genotype, het
temperament , (sociale) Intelligentie en somatische (lichamelijke) factoren.
3. Sociale factoren
De omgeving gebonden kwetsbaarheid of weerbaarheid. Voorbeelden: etniciteit, gezinssituatie,
arbeidsomstandigheden, sociale steun en sociaaleconomische status.
4. Levensgebeurtenissen
Stressvolle gebeurtenissen: verlies van partner, geboorte, echtscheiding en acuut
gezondheidsprobleem. Deze determinant kan, afhankelijk van verband met psychische ongezondheid
werken: kwetsbaarheid verhogend, luxerend (uitlokkend) of onderhoudend.
Draagkracht – draaglast model
Wanneer de draaglast hoger is dan de draagkracht ontstaat er een dysbalans en kan er een
angstprobleem ontstaan.