Sociale problemen
Societal problems as public bads
Hoofdstuk 1
We maken verschil tussen social problems en societal problems. Social problems gaat over
problemen in relaties en interacties tussen mensen. Maar een social problem wordt pas een
societal problem als het gedeeld wordt door een grote groep mensen en zijn stempel achterlaat
op de maatschappij als geheel. Societal problems zijn public bads, wat in contrast staat met
public goods.
Societal problems worden in deze context gezien als onbedoelde consequenties op
maatschappelijk level door verschillende handelingen door individuele spelers. Het is niet de
intentie van het individu om dit te veroorzaken. Het ligt meer aan de aggregatie van
individuele acties in het maatschappelijk leven fenomeen. Het cruciale aspect is dat
individuen geen rekening houden met het effect van hun gedrag op anderen. In de economie
worden deze effecten -positief of negatief- externalities genoemd. Bij negatieve externalities
produceren individuen teveel van wat slecht is voor de maatschappij, bij positieve
extarnalities te weinig van wat goed is.
Pas sinds de 17e, 18e eeuw worden societal problems serieus genomen. De term society wordt
gezien als de tegenovergestelde term van state.
State: een institutie van macht gebaseerd op hiërarchie.
Society: een gemeenschap van vrije mensen.
Er werd in die tijd gedacht dat wanneer je je overgaf aan je geweten als gids, dan kon
collectief gezien de maatschappij verbeterd worden. Veel filosofen hadden dit gedachtengoed.
Dit wordt ook duidelijk in de Trias Politica (Montesuieu): de scheiding der machten in
wetgevende macht, uitvoerende macht en de rechterlijke macht.
Hier kwam onder andere de Franse revolutie uit voort. Hierin werd geprobeerd een
maatschappij op de bouwen uit vrijheid, gelijkheid en broederschap. Als reflectie op deze
revolutie kwam vanuit Burke de Perverse Consequences: zeer plausibele plannen, met zeer
aangename redenen en doelen, hebben vaak betreurenswaardige uitkomsten.
Tijdens de 20ste eeuw kwamen de sociale wetenschappen naar voren in de academische wereld
met als doel het begrip van societal problems te laten toenemen. Het onderliggende doel is
deze problemen oplossen. Societal problems zijn de ultieme reden voor het ontstaan van
sociale wetenschappen.
De Beveridge rapport legde de fundatie voor de verzorgingsstaat zoals werd opgebouwd na de
Tweede Wereldoorlog. Hierin werd een aantal sociale reformaties genoemd om de problemen
aan te pakken.
Het proces van iets zien als een societal problem bestaat uit meerdere onderdelen:
Individuele gedragingen vormen – vaak onbedoeld – op maatschappelijk level een situatie
Deze situatie wordt als ongewenst beschouwd
Door die grote groep mensen die het ongewenst vindt en de invloed van hen komt het op de
publieke agenda Er wordt gekeken of de overheid moet ingrijpen en er komt mogelijk
nieuw beleid of collectieve actie
Market failure: de uitkomst die naar voren komt vanuit individuele spelers zonder enige
restricties is niet bevredigend vanuit de kant van de maatschappij.
Hoe mensen tegen problemen aankijken, kan veranderen met de tijd.
Social norms kunnen worden gezien als een public good. Coleman presenteert social norms
als Social capital: een productieve aanwinst voor een groep, waarvan elk lid van de groep kan
profiteren.
,Social norms maken gedrag meer voorspelbaar, waardoor er meer vertrouwen komt in elkaar.
Universal declaration of human rights: deze declaratie representeerde een grote stap
voorwaarts in de erkenning van mensenrechten van individuen.
Categorial imperative (Kant): het besef dat iemand zich op zo’n manier moet gedragen, dat
iemands gedrag een basis voor algemene regelgeving kan zijn.
State of nature (Rawls en Nozick): een schone lei waar mensen vrij zijn van bestaande regels
of insituties.
Original position: jezelf voorstellen voordat je geboren werd in deze wereld.
Volgens Rawls zullen verstandige burgers de volgende principes keizen:
1. Principle of equal liberty: elke burger moet een set van basisvrijheden hebben, inclusief
bescherming van geweld, vrijheid van denken en gelijke mogelijkheid op de arbeidsmarkt.
2. Difference principle: ongelijkheid tussen burgers moet toegestaan zijn zo lang iedereen
gelijke kansen krijgt (fair equaltiy of oppurtunity principle) en zolang ze goedgezind zijn
tegen hen die minder goed af zijn (maximin principle).
Volgens Nozick zijn er ook negative liberties: privé terrein rechten, het recht van vrijheid van
geweld, vrijheid van meningsuiting etc.
Non-agression principle: het is fundamenteel immoreel om krachten tegen een ander persoon
te gebruiken.
Positive liberties: het recht tot gezondheidszorg, het recht op een huis, het recht op een
bepaalde standaard van leefomstandigheden etc.
Nightwatchman state: de basifuncties van het beschermen van de maatschappij van externe
bedreigingen.
Liberals: hebben het individu als focuspunt. Individuele rechten zijn het grootste goed.
Socialists: de staat is een faciliteit voor menselijk bevoredering. De staat moet individuen
helpen hun grootste potentieel te bereiken.
Conservatives: hechten meer waarde aan pragmatische dan abstracte argumenten. Gaan meer
uit van ervaring dan van kennis. Ze wijzen rationalism en universalism (de aanname dat het
mogelijk is een patroon van een maatschappij te ontwikkelen) af. Ze gaan uit van wetten die
al lang staan.
Los van de staat zijn er drie speerpunten van de maatschappij:
1. Market sphere
2. Civic sphere
3. Private sphere
Het verschil tussen verschillende soorten goederen is gebaseerd op twee kenmerken:
1. Excludability: de mate waarin het mogelijk is om te voorkomen dat mensen dat goed
consumeren. Een huis is excludable, zonlicht niet.
2. Rivalry: de mate waarin de mogelijk van het consumeren van het goed afneemt als iemand
het consumeert. Als iemand een vis eet kan niemand anders die vis nog eten, als iemand een
film op Netflix kijkt, kan iedereen die film nog kijken.
, Rivaliserend Niet Rivaliserend
Privaat goed 'Club’ goed
Uitsluitend (bijv. Eten, kleding, (bijv. Bioscopen, satelliet
electronica, huis) televisie, sportscholen)
Gemeenschappelijke hulpbron
Publiek goed
(Common pool resource)
Niet Uitsluitend (infrastructuur,
(Hout, kool, edelmetalen,
wetenschappelijke kennis)
schone lucht)
Free riding: ieder individu heeft de mogelijkheid geen deel te nemen aan collectieve acties.
Tragedy of the commons: situatie waarin het streven naar een maximale opbrengst niet tot
collectieve welvaart leidt.
Hoofdstuk 2
Descriptions: statements van een kwantitatieve of kwalitatieve natuur die een fenomeen
kenmerken in termen van de populatie, het land, de trend etc.
Explanations: probeert de onderliggende oorzaak te vinden.
Coleman-boot/macro-micro-macro model: voorwaarden op macro-niveau verbinden met
uitkomsten op macro-niveau via onderliggende processen op micro-niveau.
Voorbeeld: