Volledige samenvatting voor het vak Inleiding Verbintenissenrecht van zowel het boek Privaatrecht als opdracht als het boek Rechtshandeling en Overeenkomst. Ook staat er belangrijke informatie over arresten in.
Literatuur week 1
Pao
Hoofdstuk 2
In het privaatrecht wordt onderscheid gemaakt tussen personenrecht en vermogensrecht.
Personenrecht = ook rechtspersonenrecht.
Het vermogensrecht is het meest omvangrijke deel van het privaatrecht, omvat regels
betreffende rechten die tot het vermogen van de mens of van een rechtspersoon behoren,
hebben een bepaalde geldwaarde.
Vermogensrecht in objectieve zin = alle geschreven en ongeschreven rechtsregels van dat
rechtsgebied
Vermogensrecht in subjectieve zin = een specifiek vermogensrecht dat aan één bepaalde
persoon toebehoort.
Rechtssubject = degene aan wie een subjectief recht toekomt. Natuurlijke personen zijn
altijd rechtssubjecten. Datgene waarop de gerechtigde recht heeft, noemt men het object.
Absolute rechten worden geregeld in het goederenrecht, de relatieve rechten in het
verbintenissenrecht. Absoluut recht doet een relatie ontstaan tussen een rechtssubject en
een ‘goed’. De eigenaar kan een zekere mate van heerschappij uitoefenen. Degene aan wie
een absoluut recht toekomt, kan de bevoegdheden die dat recht hem verschaft jegens
iedereen uitoefenen. Heeft absolute werking.
Degene die een relatief recht heeft staat in een juridische relatie met een ander
rechtssubject dat jegens hem een verplichting dient na te komen. Kan slechts jegens deze
persoon worden uitgeoefend > relatieve of persoonlijke werking.
Hoofdstuk 3
Rechtsfeiten = feiten waaraan het objectieve recht consequenties/rechtsgevolgen verbindt
Blote rechtsfeiten = gaat geen menselijke gedraging aan te pas.
Rechtshandeling = handelingen die verricht worden door de handelende persoon met het
oog op het rechtsgevolg dat door het objectieve recht daaraan is verbonden.
Feitelijke handelingen = handelingen die rechtsgevolg hebben onafhankelijk van het
antwoord op de vraag of de handelende persoon het rechtsgevolg beoogt dat het gevolg is
van zijn handeling. Voorbeeld is onrechtmatige daad.
Een rechtshandeling moet elementen wil en verklaring hebben. Wilsverklaring kan
mondeling, schriftelijk of door een gebaar.
Eenzijdige rechtshandeling = de rechtshandeling is de wilsverklaring van één persoon
Ongericht = niet gericht tot een bepaalde persoon
Gericht = gericht tot bepaalde persoon
Meerzijdige rechtshandeling = wilsverklaringen van meerdere rechtssubjecten komen
samen. Bijv. sluiten van een overeenkomst, oprichten van een vereniging, afleveren van een
verkochte zaak.
,Hoofdstuk 4
Vermogen = het geheel van de op geld waardeerbare rechten (activa) en verplichtingen
(passiva) die aan een rechtssubject toekomen. ‘goederen’ > zowel zaken als
vermogensrechten (3:1). Zaak (3:2) = stoffelijk object dat voor menselijke beheersing vatbaar
is. vermogensrechten (3:6), drie criteria, 1 is voldoende. Criterium overdraagbaarheid is het
belangrijkst.
Zaken kunnen worden onderscheiden in roerende en onroerende zaken. Onroerende zaken
(art. 3:3 lid 1). Alles wat niet onroerend is, verklaart lid 2 tot roerend.
Hoofdstuk 16
Tussen degene die een prestatie schuldig is en degene die daarop recht heeft bestaat een
rechtsbetrekking > verbintenis. Verbintenissenrecht kern vraag: wie is tot wat verplicht?.
Belangrijke beginselen:
- Men moet zijn toezeggingen en/of afspraken nakomen
- Een gerechtvaardigd vertrouwen op een bepaald gedrag van een ander mag niet
door die ander worden beschaamd, met name niet als dat vertrouwen is gebaseerd
op wat een ander op een bepaald moment zegt of lijkt te willen
- Mensen moeten in al hun doen en laten een zekere mate van zorgvuldigheid
betrachten, gevaar moeten voorkomen en met name rekening houden met de
gerechtvaardigde belangen van anderen
Kernbegrippen:
- Goede trouw
- Redelijkheid en billijkheid
- Maatschappelijke zorgvuldigheid
Wanneer is sprake van een gerechtvaardigde verwachting? Er zijn drie mogelijkheden:
- Er is sprake van een verplichting van louter sociale of morele aard
- Er is een volwaardige juridische of afdwingbare verplichting ontstaan
- Er is sprake van een natuurlijke verbintenis
Bij het maken van een keuze uit deze mogelijkheden, wordt vooral geoordeeld op basis van
concrete feiten in een concrete situatie, aan de hand van het objectieve recht.
Wat is een verbintenis? Exacte definitie niet in de wet> kijken naar toelichting vd wetgever
en jurisprudentie. Wetgever bij de regeling van de verbintenis met name bezorgd over de
nakoming van de daarmee verband houdende rechtsplicht. Gebruikt de termen verbintenis
en het element rechtsplicht vaak als identiek.
Verbintenis twee betekenissen:
‘klassieke’ betekenis van rechtsbetrekking tussen twee personen waarbij één persoon een
subjectief relatief recht heeft op een prestatie terwijl daartegenover een rechtsplicht van
een ander staat. In de 2e plaats betekenis van 1 element, rechtsplicht. Dit is de betekenis die
veelal wordt gebruikt als de rechtsband al bestaat maar vervolgens nog moet worden
uitgevoerd.
Rechtsplichten die géén verbintenissen zijn
, Algemene rechtsplichten die bestaan in beginsel voor ieder lid vd samenleving zonder dat
men kan zeggen dat het een concreet bepaalde verwachting van een bepaald persoon tav
een andere persoon betreft. Bijvoorbeeld rechts houden in verkeer, stoppen voor rood.
In de 2e plaats algemene rechtsplichten die samenhangen met privaatrechtelijke rechten
maar toch niet op zich een verbintenis kunnen zijn. Plicht om andermans zaken niet te
stelen, of plicht om kunstwerk niet tegen zin vd auteur te wijzigen.
Rechtsplichten die wèl verbintenissen zijn
Voorbeelden: terugbrengen van een geleende fiets, betalen van de huurprijs, vergoeden van
schade. Plicht een bepaalde prestatie te verrichten tov een bepaalde persoon die een
concrete prestatie verwacht. Als die verwachting gerechtvaardigd is dan kan bescherming
hieraan worden verleend door de verwachting te erkennen als een vorderingsrecht. Sprake
van een verbintenis. > afdwingbare verbintenis.
Natuurlijke verbintenis
Niet rechtens afdwingbare verbintenis. Verplichting tot nakoming kan niet worden
afgedwongen. Vorderingen uit spel of weddenschap of wanneer de rechtsvordering is
verjaard. Nakoming van een natuurlijke verbintenis kan nl weliswaar niet worden
afgedwongen, maar als eenmaal een natuurlijke verbintenis door de schuldenaar is
nagekomen kan de prestatie niet meer als onverschuldigd betaald door hem worden
teruggevorderd.
Goede trouw = 3:11, een persoon kende bepaalde feiten niet, en behoorde die ook niet te
kennen of hoefde niet te twijfelen. Samenhangende onderzoeksplicht
Redelijkheid en billijkheid = verwijst naar maatschappelijke gedragsnormen. Wat
redelijkheid en billijkheid in een concreet geval vergen beslist een rechter met inachtneming
van de omstandigheden. Kernbepaling is 6:2.
Maatschappelijke zorgvuldigheid = zelfde functie als redelijkheid en billijkheid buiten de
gevallen dat mensen in een concreet bepaalde relatie staan. Rechterlijke beslissingsregel.
Kernbepaling is 6:162.
Hoofdstuk 17
Verbintenissen kunnen nooit geheel los van het wettelijk systeem ontstaan maar moeten
tenminste passen in het systeem van de wet. (6:1).
Een zeer belangrijk verbintenisscheppend rechtsfeit is de overeenkomt. Overeenkomst
rechtvaardigt dat partijen over en weer verwachtingen hebben en dat deze als
vorderingsrecht in het kader van een verbintenis worden erkend. 6:213 > overeenkomst is
een meerzijdige rechtshandeling, waarin partijen jegens een of meer andere een verbintenis
aangaan.
Bij een meerzijdige rechtshandeling kan niettemin worden bepaald dat slechts voor 1 partij
een prestatieplicht ontstaat, bijv in het geval van een schenkingsovereenkomst. Sprake van
een eenzijdige overeenkomst = ook meerzijdige rechtshandeling. Een eenzijdige
overeenkomst wordt ook een niet wederkerige overeenkomst genoemd.
Wil = in beginsel wordt uitgegaan van het (interne) bewustzijn van iemand die een
rechtshandeling aangaat, maar zover daarover onduidelijkheid kan bestaan in verband met
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper StudenteX. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.