Kennislijn, hechting en intieme relaties
In de psychologie is hechting de langdurige emotionele
band tussen opvoeder en kind
gehechtheidsgedrag gedrag dat een kind vertoont om de
opvoeder in zijn nabijheid te krijgen en te houden ook wel,
gedrag dat opvoeders vertonen (babypraat)
Onderzoek Harlow, de aapjes van Harlow (1996)
Onderzoek naar 2 moederfuncties
Voeding geven aan jong
Warmte, geborgenheid, bescherming
Uiteindelijke conclusie warmte en hechting bleken veel
belangrijker voor de hechting dan voeding
Wat bepaald de kwaliteit van de hechting?
Het gedrag van de opvoeder is bepalend
Sensitiviteit de mate waarin de ouder de signalen van
het kind opmerkt en ze juist interpreteert. Ook gevoelig
zijn voor de afgegeven signalen
Responsiviteit de mate waarin de ouder effectief op de
signalen reageert
Dit leidt tot een veilige hechting (70% van de gevallen)
Vertrouwen in de opvoeder, zichzelf en later ook andere
Balans in nabijheid zoeken en exploratie
John bowlby de ontwikkeling van gehechtheid (1940-50)
Maternal deprivation
Conclusie moederliefde is heel belangrijk in de eerste jaren
voor de psychologische ontwikkeling
Kenmerken (gedragsmatige) van gehechtheid volgens
Bowlby
Kind probeert altijd nabijheid te bewaren
, Ouder kan het kind makkelijk troosten
Ouder is de veilige basis voor exploratie
Scheidingsangst peuter is bang dat hechtingsfiguur
weggaar, en niet meer terugkomt.
5 fasen in de ontwikkeling van hechting
0-5 maanden nog geen differentiatie, kind maakt geen
onderscheid tussen bekenden en onbekenden, deze periode
is er ook wel voorhechting
5-7 maanden lichte voorkeur voor hechtingsfiguur, deze
kunnen hem namelijk makkelijk troosten.
7-12 maanden sterke voorkeur voor hechtingsfiguur,
(eenkennigheid, scheidingsangst objectpermanentie)
1-4 jaar scheidingsangst neemt af
Vanaf 4 jaar hechtingsgedrag neemt af, maar niet de
gehechtheid.
Mary Ainsworth
Deed een experiment, waar hechtingsgedrag gedrag dat
ervoor zorgt dat er gezorgd wordt voor het kind, te zien kon
zijn, met verschillende mensen de ouder, acteur.
De vreemde en ouder wisselen elkaar af, en kijken dan hoe
het kind reageert hechtingsgedrag goed kunnen zien
Dit was ook wel het vreemde-situatie-procedure
4 hechtingsstijlen
Type A angstig vermijdend gehecht
Vooral exploratie, ook tijdens afwezigheid opvoeder,
geen toenaderingsgedrag bij terugkeer opvoeder
Deze type hechting werd ook wel vermijdend genoemd,
kind gaat emotioneel contact uit de weg.
Type B veilig gehecht
Exploratie en toenadering zijn in evenwicht,
Toenemende exploratie tijdens aanwezigheid opvoeder,