Veiligheidsbeleid BIV H4: Beleid en actoren in integraal perspectief
4.1 inleiding
Het behoort bij het vak van de integrale veiligheidskundige om verschillen tussen actoren te
overbruggen en zo de samenwerking te bevorderen.
4.2 De integrale veiligheidskundige en de actorbenadering
Veiligheid is een complex maatschappelijk probleem. Veel vraagstukken kunnen niet door
één actor worden opgelost integrale aanpak. Het benutten van de wederzijdse
afhankelijkheden tussen de actoren vormt hierbij een uitgangspunt.
Kenmerken van de probleemsituaties waarmee integrale veiligheidskundigen worden
geconfronteerd:
Er zijn verschillende perspectieven op het aan te pakken probleem
meerduidigheid;
Er zijn verschillende actoren die met elkaar dienen samen te werken om het
probleem zo goed mogelijk aan te pakken wederzijdse afhankelijkheid of
interdependentie.
Een veiligheidskundige is geen specialist in een bepaalde discipline, maar probeert, meer als
generalist, actoren uit verschillende disciplines met elkaar te laten samenwerken aan een
integrale oplossing.
Veiligheidskundigen werken niet binnen één bepaalde schakel uit de veiligheidsketen, in
tegenstelling tot de vakspecialisten. De veiligheidskundige houdt zich bezig met de
samenhang tussen de schakels. Voor zover hij dat wél doet, dan vooral binnen de proactie,
preventie, preparatie en nazorg.
Het op gang brengen en ondersteunen van het proces behoort tot de kerncompetenties van
de Veiligheidskundige. Deze opereert dus in een multi-actoromgeving. Deze is te
omschrijven als complex.
Een concept om de veiligheidskundige te helpen met het verbinden van de verschillende
partijen is de actorbenadering. Deze benadering richt zich niet op een diepgaande
specialistische analyse van het te onderzoeken probleem, maar op de onderliggende
patronen in een probleemsituatie en de relaties tussen de betrokken actoren.
,Wanneer dergelijke personen of organisaties het uitgangspunt zijn voor een analyse van een
besluit- of beleidsvormingsproces, spreken we van een actorbenadering. Deze benadering
heeft als voordelen:
Een bijdrage leveren aan de kwaliteit van de besluitvorming door het mobiliseren
van kennis en informatie uit een breed bestand van actoren;
Een gemeenschappelijk beeld over de probleemsituatie helpen creëren;
Bijdragen aan draagvlak voor de uitvoering van beleid;
De participatie van alle betrokkenen in de veiligheidsketen stimuleren, en daarmee
de legitimiteit van het beleid helpen versterken;
Bijdragen aan het ontwikkelen van strategieën voor het oplossen of aanpakken van
problemen.
De veiligheidskundige die de actorbenadering gebruikt stelt zichzelf de vraag: welke
personen en/of organisaties vanuit een bepaald belang kunnen invloed uitoefenen op de
aanpak van het probleem?
4.3 Beleid
De term beleid kent vele definities. We gebruiken een brede opvatting van Bovens, ’t Hart en
Van Twist: alle voornemens, keuzes en acties van min of meer bestuurlijke instanties
gericht op de sturing van een bepaalde maatschappelijke ontwikkeling. De concretisering
van sturing op specifieke maatschappelijke terreinen.
Beleid is een poging tot het uitoefenen van invloed, een actorbenadering kan hierbij van
dienst zijn.
Bij beschrijving van de totstandkoming en uitvoering van beleid wordt vaak gebruik gemaakt
van het beleidsprocesmodel analyseren van een probleem, ontwikkelen en vaststellen
van beleid, invoeren van concrete maatregelen om het probleem op te lossen.
4.4 Draagvlak en draagvlak creëren
Voor het inschatten van de (politieke) haalbaarheid van beleid kan je kijken naar het
draagvlak voor dat beleid. Kernvragen zijn:
- Welke personen en groepen zullen het beleid steunen of bestrijden?
- Hoe stevig is de machtsbasis van elke persoon/groepering en hoe groot is
bijvoorbeeld hun achterban?
Als de inschatting negatief uitvalt, dan kan je trachten meer draagvlak te creëren. Vanuit
actorbenadering bij personen of instanties steun zoeken voor een voorgenomen besluit.
, Er zijn veel manieren om draagvlak te creëren maar in het algemeen:
1. Participatie bij de voorbereiding van een besluit, door mensen te informeren,
inspraak te geven, te laten deelnemen aan projecten of werkconferenties, door
belangenorganisaties te consulteren, en door een besluit of plan vroegtijdig te
agenderen;
2. Een beroep doen op het eigen belang van anderen, hen te overtuigen van de
voordelen die het besluit of het plan voor hen heeft;
3. Het overbruggen of temperen van tegenstellingen, ofwel: het uitonderhandelen van
verschillende, vaak tegenstrijdige percepties van een probleemsituatie
(probleempercepties) in een besluitvormingsproces.
De potentiële invloed van een persoon of belangengroep (integrale veiligheidskundige) is
gebaseerd op het draagvlak dat die persoon of groep heeft in de samenleving.
4.5 Beleidsnetwerken
Een beleidsnetwerk is een netwerk waarin diverse actoren (meestal organisaties) trachten
de koers op een bepaald beleidsveld te beïnvloeden, zonder dat een van die actoren kan
optreden als centrale actor waarvan alle andere partijen afhankelijk zijn. er is niet één
partij de baas, wel machtsverschillen. Wederzijdse afhankelijkheid(interdependentie)
Als de partijen een gemeenschappelijk doel voor ogen hebben, en krachten bundelen, dan
spreken we van een stabiele verhouding of een stabiel relatiepatroon in een beleidsnetwerk.
Ondanks gemeenschappelijke uitdaging is er in een beleidsnetwerk vrijwel altijd sprake van
verschillende probleemdefinities, belangen, visies, subdoelen en
beïnvloedingsmogelijkheiden. Altijd een zekere spanning tussen
relatievorming(samenwerken) en autonomie (geheel zelfstandig blijven)
Onderlinge betrekkingen in een netwerk zijn loosely coupled, tamelijk los, horizontaal en
niet hiërarchisch. Vaak is er sprake van een (informeel) afstem- of overlegorgaan waar de
partijen elkaar treffen.
De visie op de sturing van het veld wordt niet zomaar opgegeven voor een concurrerend
belang. Hierdoor zijn beleidsnetwerken niet altijd even stabiel en vertonen onderlinge
relaties niet altijd een stabiel patroon in een beleidsproces.
De besluit- of stanfpuntsvorming in een beleidsnetwerk verloopt onregelmatig en er is geen
duidelijke opeenvolging van activiteiten. Het zijn dus eerder besluitvormingsronden in plaats
van fasen. De inhoud van het probleem verschuift, probleempercepties veranderen vaan
gaandeweg.
In de netwerkbenadering is het geen uitgemaakte zaak dat draagvlak kan worden gevormd
door het benutten van wederzijdse afhankelijkheid in een stabiel relatiepatroond. Per
besluitvormingsronde kunnen verhoudingen anders zijn, en is de kans groot dat er opnieuw
draagvlak moet worden gecreëerd. Dit kan in een consortium een tijdelijk
samenwerkingsverband van tenminste twee actoren die hun krachten bundelen in een
gemeenschappelijk project.