Samenvatting
De vijf religies van de wereld
1
, Hindoeïsme
1.1 Naam en oorsprong
Het hindoeïsme is een soort religieus oerwoud met een enorme verscheidenheid aan
godengestalten, leerstellingen, riten, religieuze oefeningen, etc.
De naam hindoeïsme komt van de rivier de Indus.
Zelf noemen de Indiërs hun religie; Santana Dharma – de eeuwige leer of bestemming. Het
hindoeïsme kent geen stichter of vaste organisatie. Alle religieuze wegen brengen je naar
hetzelfde doel: de uiteindelijke verlossing.
Binnen het hindoeïsme zijn twee lagen te onderscheiden:
o De oeroude natuurreligie van de oorspronkelijke bewoners uit India. Allerlei
natuurkrachten werden als goden (deva’s) of geesten gezien.
o De religie van de Ariërs. Volksstammen die na 2000 voor chr. Langzamerhand heel
India zijn gaan beheersen en hun stempel hebben gezet op de sociale orde. Dit is
uitgegroeid tot het latere kastenstelsel
1.2 Dharma – bestemming – komische orde – kaste
De uiteindelijke bestemming van een mens ligt niet in deze materiële wereld, maar in het
goddelijke. In de wereld heerst een soort komische orde, die alles in evenwicht houdt.
Kastenstelsel
Door geboorte kom je in een kaste / varna (kleur). Een sociale groep met dezelfde naam,
beroep, tradities en religieuze praktijken. De vier hoofdkasten zijn:
Brahmanen
priesters, zieners en filosofen, veelal de hogere beroepen.
Ksatriya’s
ridders, prinsen en koningen, landbestuurders, militairen (strijders).
Vaisya’s
boeren, kooplieden, handelaren, geschoolde arbeiders.
Sjoedra’s / dasa’s
ongeschoolde arbeiders, slaven en bedienden
Daarbij was er een deel wat buiten het systeem viel – onaanraakbaren (dalits). Zij verrichten
vooral het onreine werk. Zoals leerlooien en het opruimen van kadavers.
Officieel is het kastenstelsel afgeschaft, maar in de praktijk werkt het nog steeds door.
Wanneer je de uiteindelijke verlossing wilt bereiken moet je je houden aan de regels van je
kaste. Via wedergeboorte kun je een hogere bestemming bereiken.
2
,1.3 De bronnen
Veda’s (weten)
De Ariërs hadden verzamelingen van gebeden, lofliederen en offerspreuken, die eeuwenlang
mondeling zijn overgeleverd. Tussen 1500 en 800 voor chr. Zijn deze woorden
opgeschreven en ze vromen de oudste literatuur van de Indische Godsdienst.
Hierin staan vooral: voorschriften over offers, spreuken, liederen, bezweringsformules,
mantra’s, teksten over diverse rituelen en handelingen over hoe je moet omgaan met zieke,
boze geesten en dergelijke.
Alleen brahmanen, kunnen Veda’s voorlezen en uitleggen.
Oepanisjaden
Deze ontstonden aan het einde van de vedische periode. Zij zoeken naar de laatste
waarheid achter het bestaan van de wereld en haar goden. Er ontstaat een pessimistisch
wereldbeeld, waarin vergankelijkheid van het materiële bestaan beklemtoond wordt.
De relatie tussen Brahman en Atman ontstaan, dit inzicht leidt tot verlossing
Brahman – het alles doordringende goddelijke, eeuwige goddelijke. Uit Brahman komt alles
voort en keert alles weer terug.
Atman – de diepste levenskern (ziel)
Atman = Brahman (‘tat twam asi’ = ‘dat zijt gij’). Deze identiteit wordt monisme genoemd.
Mahabharata
Het grote verhaal (200 v. chr. en 200 na chr.). Een mix van allerlei spannende verhalen en
diepzinnige gedachten. Het gaat over de strijd tussen de Pandava’s en de Kaurava’s over de
erfopvolging.
Bhagavadgita
De zang van de Verhevene het is en onderdeel van de Mahabharata. Hart van het
Hindoeïsme. Hij bevat de dialoog tussen Arjuna, een van de vijf Pandava’s en aanvoerder
van de strijd, met zijn wagenmenner Krisjna.
Ramayana
Het begin van onze gebruikelijke jaartelling. Rama en Sita spelen hierin de hoofdrol.
Krisjna
ze wordt een avatara.
1.4 Wegen naar verlossing
Het hindoeïsme gaat ervan uit dat er achter de zichtbare materiële wereld een transcendente
of bovennatuurlijke werkelijkheid schuilgaat. Deze wereld kan als abstract gezien worden
(Brahman) en als persoonlijk (een godheid).
Reïncarnatie
Het verhuizen van bestaansvorm naar bestaansvorm. Het omvat niet alleen het menselijk
bestaan, maar al het bestaan. Na de dood kun je als mens, dier of soms als god of demon
wedergeboren worden.
De eindeloze kringloop van de wedergeboorte wordt samsara genoemd.
3
, Karma
Hoe je wordt wedergeboren wordt bepaald door je karma (handeling). Na de dood wordt de
balans opgemaakt. De vruchten van je handelingen (karmaphala) bepalen hoe je in je leven
in je volgende bestaan zal zijn. Het geloof ik karma kan ook magisch gebruikt worden,
bijvoorbeeld door met een offer een positief effect na te streven.
Moksja
Je diepste essentie (atman) kan alleen loskomen van de gevangenis van het lichaam als je
eigenlijk geen karma meer produceert. Daar ligt je ware verlossing (moksja).
1.4.3 Verlossingswegen
Er zijn drie klassieke verlossingswegen. Deze worden meestal ‘marga’s’ genoemd.
Karma-marga – de weg van het handelen
Je houden aan je dharma, je doet wat je moreel en volgens je kaste moet doen. Dit alles
zonder enig eigenbelang of gehechtheid. Je atman keert bij je dood terug in de oceaan van
Brahman.
Bhakti-marga – de weg van liefdevolle overgave
Je geeft je hierbij helemaal over aan een godheid van eigen keuze. Het gaat om pure liefde
zonder doel of bijoogmerk. In de praktijk van het hindoeïsme is dit de meest gevolgde weg.
Jnana-marga – de weg van het inzicht
Op deze manier wil men door studie en meditatie komen tot een dieper verstaan van de
eenheid van Brahman en atman, de eenheid van het vergankelijke en het overgankelijke,
mens en kosmos. We vinden deze leer vooral in de Vedaanta (einddoel van de Veda).
1.5 De godenwereld
Het hindoeïsme kent een oneindig aantal goden, met elk hun eigen namen en gestalten. Dit
wordt ook wel polytheïsme genoemd – meergodendom.
In de verering van de goden spelen afbeelding een belangrijke rol, omdat in de afbeelding de
essentie van de godheid aanwezig is.
De belangrijkste goden uit de tijd van de veda’s zijn: Indra, Roendra, Agni en Varuna. Zij
komen alleen nog in rituele teksten, gebeden en lofzangen voor.
Visjnoe
Een vriendelijke godheid die in avatara ’s (Krisjna en Rama) naar de aarde komt om
mensen te redden, te onderwijzen of mensen opnieuw op de juiste levensweg te
wijzen.
Sjiva
God van de vernietiging (en daarmee van een nieuw leven). Voor de
God van de asceten. Hij zoekt naar waarheid.
Brahma
Weinig vereerde schepper-God. Niet verwarren met Brahman
Trimoerti = De drie-eenheid van Brahma (schepper), Visjnoe (beschermer)
en Sjiva (vernietiger). Samen: universele kringloop.
4