Samenvattingen blok 4.2 – Behandeling
Domein 2: Externaliserende problematiek
Literatuur:
Van der ploeg: H1, 2, 12, 18, 19 en 20 (leerdoel 1 en 2)
Wieland: H2 en 5 (leerdoel 2 en 3)
Leerdoelen:
1. Wat is externaliserende problematiek?
2. Wat kan een orthopedagoog doen (interventies)?
- Welke behandelingen zijn er voor externaliserende problematiek?
- Hoe ga je om met verschillende doelgroepen (client/cliëntsysteem)?
3. Wat is het bewijs voor het handelen van de orthopedagoog (effectstudies)?
- Welk design hebben effectstudies?
Uitwerking:
1.Wat is externaliserende problematiek?
- Hoe wordt externaliserende problematiek gedefinieerd/gemeten?
DSM-IV/DSM-5. Verandering van DSM-IV naar DSM-5: nieuwe indeling hoofdstukken met een
hoofdstuk externaliserende stoornissen (gebaseerd op ongeremdheid)
DSM-5 onderscheid twee vormen:
1. de oppositioneel-opstandige stoornis (oppositional defiant disorder, ODD) → vóór 5 jaar
vaststellen. Voorbeelden: kind dwars, opstandig, ergeren, boos prikkelbaar, driftig.
1
, 2. de normoverschrijdende gedragsstoornis (conduct disorder, CD) → meestal later.
Voorbeelden: agressief en antisociaal gedrag, vechten, liegen of stelen.
Meting/onderzoek of er sprake is van één van deze twee vormen: NVO, NIP, BPSW Richtlijn
- Criteria van meerdere typen storend gedrag
- Ten minste zes maanden aanwezig bij ODD
- Ten minste een jaar aanwezig bij CD
NJI Externaliserende gedragsproblemen = als iemand regelmatig ongewenst gedrag vertoont dat
voor anderen (in de omgeving) storend is. Voorbeelden: driftbuiten, woedeaanvallen, agressief
gedrag, pesten en delinquent gedrag. Een gedragsprobleem wordt een gedragsstoornis als:
- Ongewenst gedrag zes maanden aanhoudt EN
- De symptomen in bepaalde combinaties voorkomen (beschreven in DSM-IV)
NCJ (Nederlands Centrum Jeugdgezondheid) & Andere internetbronnen
Externaliserende problematiek = of terwijl Gedragsproblemen, naar buiten en op anderen gerichte
gedragsproblemen die voortkomen uit te weinig controle over de emoties en deze emoties actief
worden geuit. Voorbeelden: agressief gedrag, onrustig gedrag (driftbuien) en delinquent gedrag.
Foolen en at. (2013). Wat werkt bij gedragsproblemen en gedragsstoornissen?
Definities Gedragsproblemen en gedragsstoornissen liggen in elkaars verlengde.
• Gedragsproblemen = Een kind of jongere heeft een gedragsprobleem als hij ongewenst
gedrag vertoont dat vooral voor zijn omgeving storend is. Voorbeeld: driftbuien en
woedeaanvallen bij jonge kinderen, agressief gedrag, pesten en delinquent gedrag.
• Gedragsstoornissen = Zijn ernstiger dan gedragsproblemen. Een kind of jongere heeft een
gedragsstoornis wanneer hij zich aanhoudend zo negatief, opstandig, vijandig of agressief
gedraagt dat zijn dagelijks functioneren erdoor wordt beperkt.
• Delinquent gedrag = Is iets wat relatief vaak voorkomt bij jeugdigen met gedragsproblemen
of gedragsstoornissen. Er is sprake van delinquent gedrag wanneer jeugdigen de wet
overtreden. Voorbeeld: zwart te rijden in het openbaar vervoer of iets te stelen uit een
winkel.
Van der ploeg (2014). Agressie bij kinderen. H1
Agressie maakt onderdeel uit van de categorie externaliserend probleemgedrag.
Agressief gedrag = gedrag waarbij de ander (bewust of onbewust) immateriële en/of materiele
schade wordt toegebracht (variërend van fysiek, verbaal en psychisch), waarbij zowel (in)formele
regels worden geschonden. Ook al is dit niet de bedoeling maar de persoon doet het wel.
Kenmerken van agressieve jeugdige: brengt andere letsel toe, vecht veel, scheldt andere uit, driftig,
pest anderen, bedreigt en imiteert anderen, is gemeen.
Assertief gedrag = uitingen/gedragingen waarmee je voor jezelf opkomt (niet over je heen lopen).
Agressie vs. Geweld
Geweld = zeer ernstige vormen van fysieke angst → Geweld is een vorm van agressie, namelijk
uitzonderlijk ernstige en heftige agressie.
Agressie vs. Deliquentie
Deliquent gedrag = overschrijven van regels van de wet (vormen van fysieke agressie kunnen vallen
onder delinquentie).
Wanneer is agressie problematisch? Criteria; frequentie, duur, omvang, gevolgen.
2
,Prevalentie
Genderverschillen:
- Jongens in het algemeen agressiever dan meisjes
→ Jongens; openlijk en fysieke agressie.
→ Meisjes; bedekte en indirecte agressie (relationele agressie).
Let op: verschillen tussen jongens/meisjes worden groter als ze ouder worden.
* Heeft te maken met evolutionaire verklaring, verschillen in biologische kenmerken (lichamelijke
constitutie, hormonale huishouding, werking brein), sociale leertheorie.
Van der ploeg (2014). Agressie bij kinderen. H2
Indelingen agressie
• Fysiek vs. verbaal
• Openlijk/manifeste vs. bedekt/relationele
• Incidenteel/reactief vs. structureel/chronisch
• Gericht op (eigen) personen vs. op zaken (waaronder vandalisme)
• Individuele vs. groeps (voetbalvandalisme/supportersgeweld, jeugdbendes)
• Reactief vs. proactief (ongecontroleerd vs. gecontroleerd)
Fysieke agressie = Fysiek agressieve kinderen lopen een grotere kans om later verzeild te raken in
uiteenlopende probleemgedragingen. Fysieke agressie komt bij jonge kinderen veel voor. Let op: Bij
de meeste kinderen verdwijnt dit gedrag weer.
Relationele agressie = Bij relationele agressie worden kinderen via manipulatie uit de groep gezet en
opzettelijk leed toegebracht. Kinderen worden genegeerd of geïsoleerd. Dit kan ook via lichaamstaal.
→ Er bestaat een directe en indirecte vorm.
• Bij directe relationele agressie is er sprake van een confrontatie met het slachtoffer. De
agressor is bekend.
• Bij indirecte relationele agressie gebeurt alles achter de rug van het kind om.
Relationele agressie komt veel meer voor dan fysieke agressie + Slachtoffers van relationele
agressie lopen kans op het ontwikkelen van probleemgedrag.
Reactieve agressie = Reactief agressieve kinderen worden snel kwaad. Zij reageren met agressie door
slaan of schelden. Ze zijn impulsief en denken niet na over consequenties van hun gedrag.
Kenmerken zijn:
• Andere kinderen die hen per ongeluk hebben aangeraakt wegduwen of slaan
• Agressief worden als iemand het niet met hem eens is
• Agressief reageren als iemand hen plaagt of iets van hen afpakt
• Anderen de schuld geven voor wat ze zelf fout hebben gedaan
Proactieve agressie = Zijn vaak koelbloedig, kennen weinig angst en gebruiken agressie om hun eigen
doelen na te streven. Kenmerken zijn
3
, • Fysieke kracht gebruiken om anderen te domineren
• Andere kinderen onder druk zetten om iets te krijgen
• Andere kinderen dreigen of pesten om hun zin te krijgen
• Andere kinderen aanmoedigen om een bepaald kind uit de groep te zetten
Ongeveer de helft van de agressieve kinderen is zowel proactief als reactief agressief. De volgende
categorieën probleemgedragingen hangen samen met zowel reactieve als proactieve agressie:
• Internaliserende problemen
• Emotionele disregulatie en hyperactiviteit
• Delinquent gedrag
• Sociometrische status
• Slachtofferschap
• Sociale incompetentie
Veranderingen in agressie
Voorbeelden aanleidingen tot agressie
• In het nauw gedreven voelen
• Iemand hun mobieltje willen stelen
• Positie in voetbalteam wordt bedreigd
• Iemand blijft voor hun voeten lopen
• Een vriend heeft hen de bons gegeven
• Iemand heeft voortdurend kritiek op hun gedrag of prestaties
Van der ploeg (2014). Agressie bij kinderen. H12
Verband tussen agressie en depressie → Jeugdigen met symptomen van agressie hebben vaak ook
symptomen van depressie en andersom.
Er bestaan drie opvattingen over dit verband:
1. Depressie leidt tot agressie
a. Kinderen worden voortdurend afgewezen door leeftijdsgenoten of ouders. Ze voelen
zich buitengesloten en raken steeds meer gefrustreerd. Ze beschermen zichzelf door
zich voor te houden dat anderen niet deugen → Dit kan leiden tot agressie.
b. Komt meer voor bij meisjes dan bij jongens
c. Kinderen die opgroeien in een gezin met ernstige verwaarlozing (geen veilige
hechting)
d. Gebrek aan zelfbeheersing, laag zelfbeeld, blowen en drinken zijn risicofactoren
2. Agressie leidt tot depressie
a. Agressieve kinderen worden door hun gedrag door leeftijdsgenoten afgewezen. Ze
komen in een isolement terecht en worden steeds somberder.
b. Komt meer voor bij jongens dan bij meisjes
4