Door het proces van democratisering zijn de verschillen qua invloed in het bestuur van de
samenleving kleiner geworden.
De industriële revolutie zorgde voor:
⁻ Stijging van de productie
⁻ Meer voedsel wat zorgde voor bevolkingstoename
⁻ Landarbeiders vonden een baan in de industriële sector
⁻ Minder werknemers nodig wat zorgde voor werkeloosheid
⁻ De welvaart nam toe
⁻ Meer ongelijkheid in de samenleving
Sociale ongelijkheid: een situatie waarin verschillen tussen mensen in al dan niet
aangeboren kenmerken, consequenties hebben voor hun maatschappelijke positie en leiden
tot een ongelijke verdeling van schaarse en hooggewaardeerde zaken, van waardering en
behandeling.
In de industriële revolutie veranderde de standenmaatschappij in een klassenmaatschappij,
hierbij werd bezet van productiemiddelen alles bepalend.
In de definitie van sociale ongelijkheid zitten verschillende elementen:
1. Verschillen tussen mensen kunnen aangeboren en niet-aangeboren zijn.
2. Verschillen hebben consequenties voor iemands maatschappelijke positie.
3. Verschillen leiden tot
• Ongelijke verdeling van schaarse en hooggewaardeerde zaken.
• Ongelijke waardering.
• Ongelijke behandeling.
De verschillen in sociale ongelijkheid komen naar voren in:
⁻ Ongelijke verdeling van macht.
⁻ Ongelijke verdeling van bezit.
⁻ Ongelijke verdeling van status.
Sociale stratificatie: de verdeling van de maatschappij in groepen waartussen sociale
ongelijkheid bestaat. Ook wel sociale lagen genoemd.
Voor een deel wordt deze plaats bepaald door afkomst.
Maatschappelijke ladder: al die sociale lagen boven elkaar. De indeling waarbij mensen met
meer bezit, status of macht hoger staan dan anderen. Als ze vergeleken worden op basis
van de status van een beroep noemen we dat een beroepsprestigeladder.
Sociale mobiliteit: je plek op de maatschappelijke ladder is veranderlijk.
Positietoewijzing: maatschappelijke oorzaken waardoor een persoon op een bepaalde
positie terechtkomt. De mensen hebben er zelf of nauwelijks invloed op. Bv. Mensen met
een niet-Nederlandse achtergrond worden vaak een lagere plek toegewezen.
Positieverwerving: mensen verkrijgen een maatschappelijke positie door hun eigen bijdrage.
Bv. Mensen die hogere plek krijgen omdat ze meer cursussen hebben gevolgd.
Gesloten samenlevingen: er is nauwelijks sprake van sociale mobiliteit, dalen en stijgen op
de maatschappelijke ladder is bijna niet mogelijk.
Open samenlevingen: mensen hebben hier meer kans om sociaal mobiel te zijn, dalen en
stijgen op de maatschappelijke ladder is hier makkelijk en wel mogelijk.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kellyschilder13. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,69. Je zit daarna nergens aan vast.