Marketing
Week 1, les 1 (hoorcollege)
Hoofdstuk 1 en 2: Markt en klant
Marketing
- Centraal stellen van de wensen en behoeften van de consument
- De kunst en wetenschap van het vinden, behouden en groeien van winstgevende
klanten.
Marketingproces
1 2 3
4
5
Behoeften, wensen en eisen
(Basis/sociale) Behoeften: de primaire behoeften van een mens. Gezondheid, veiligheid,
kleren, warmte, ergens bij horen, plezier, ontspanning. Deze behoeften zijn niet ‘ontworpen’
door marketeers, maar zit in de aard van de mens.
Wensen: De vorm die de behoefte aanneemt, wanneer het door culturele en persoonlijke
factoren wordt beïnvloed. Iemand in Amerika die honger heeft (basisbehoefte) neemt een
hamburger, terwijl iemand uit China nasi eet.
Eisen: Menselijke wensen die worden ondersteund door koopkracht. Het begrijpen van de
behoeften, wensen en eisen van de consument zijn belangrijke aspecten voor het ontwerpen
van marketingstrategieën. Alle Disneymanagers gaan één week per jaar werken op het park
zelf, zodat ze beter inzicht krijgen in de consument.
Klantenwaarde
Het verschil tussen de voordelen die de consument behaalt door het bezit/gebruik van een
product EN de kosten om het product te verkrijgen.
1. Segmentatie
2. Targets
3. Differentiatie
4. Positionering
,Productieconcept
- Vraag is groter dan aanbod. Door processen te automatiseren en het product zo
goedkoop en massaal mogelijk te produceren, wordt de prijs verlaagd. Hierdoor
wordt het toegankelijker voor meer consumenten en de grote massa zorgt ervoor dat
er een goede omzet wordt behaald.
- Voorbeeld: Henri Ford: de eerste auto’s
- Voordelen: grote doelgroep bereiken, efficiënt een markt aanspreken, massa = kassa.
- Nadelen: consument is vaak niet loyaal – stapt gemakkelijk over naar de concurrent
als deze een betere prijs heeft.
Product concept
- Vraag en aanbod is gelijk. De consument is op zoek naar een product met een goede
prijs/kwaliteitverhouding. Ze vergelijken veelvoudig met de concurrent en gaan een
afweging maken. Des te beter het product wordt, des te meer er worden afgezet.
- Voorbeeld: Computers
- Voordelen: de verkoopprijs is minder relevant voor de gebruiker.
- Nadelen: Steeds bezig blijven om het product te verbeteren.
Selling concept (verkoopconcept)
- Vraag is kleiner dan aanbod. De consument wordt gemotiveerd om het product aan
te schaffen. Deze methode wordt vaak gebruikt in een verzadigde markt. Door
slimme campagnes proberen bedrijven dan toch om consumenten over te laten gaan
tot aankoop.
- Tellsell
- Jay Prichett biedt zijn hondenbedjes aan om 22.00 uur via de televisie. Men is dan net
aangeschoten genoeg om het te kunnen begrijpen en nog niet dronken genoeg om
niks meer te kunnen doen.
- Voordelen: de methode om bestaansrecht te blijven houden in de markt.
- Nadelen: Lastig om een relatie op te bouwen met de consument. En er zijn hoge
marketingbudgetten nodig om consumenten te bereiken.
Marketingconcept
- Wat wil de consument? Behoeften centraal
stellen. Je gaat namelijk uit van de vraag en
behoeftes van de klant en speelt hierop in als
bedrijf zijnde. De gehele onderneming moet
hierop ingericht zijn.
- Voorbeeld: FIAT 500
- Voordelen: relatie opbouwen met de klant.
- Nadelen: Niet altijd direct winstgevend en is
zeer tijdsintensief.
Societal marketing concept
- Houdt rekening met het groene aspect van mens, bedrijf en milieu
- Mc Donalds: salades
Op tentamen: voorbeeld, wat voor concept past hierbij?
, Week 1, les 2 (werkcollege)
De vier verschillen tussen services en diensten
Intangibility (ontastbaar)
- Een belangrijk kenmerk van dienst is dat het niet kan worden gezien, geproefd,
gevoeld, gehoord of geroken voordat ze gekocht zijn.
- Voorbeeld: een familie weet niet of ze de juiste vakantie naar de juiste locatie en
resort hebben gepland, totdat ze de vakantie ervaren.
- Dit zorgt voor onzekerheid. Marketeer moet juist zorgen voor de tastbaarheid.
Inseparability (onscheidbaar)
- Een belangrijk kenmerk van de dienst is dat het op hetzelfde moment aangeboden en
afgenomen moet worden. De aanbieder en consument zijn beide onderdeel van het
product
- Voorbeeld: het eten in een bepaald restaurant is geweldig, maar als de bediening
niet vriendelijk is heb je geen fijne ervaring. Of wanneer een groep mensen voor veel
geluidsoverlast zorgt voor andere gasten.
- Het aanbieden en afnemen van de dienst moet tegelijkertijd gebeuren.
Perishability (vergankelijk)
- Een belangrijk kenmerk van de dienst is dat het niet kan worden opgeslagen voor
later.
- Voorbeeld: Een restaurant heeft een no-show-up en daardoor gaat er omzet
verloren.
Variability (variabelen van kwaliteit)
- Een belangrijk kenmerk van de dienst is dat er variërende kwaliteit kan zijn. Als
afnemer ben je medeverantwoordelijk voor het resultaat. Een gast kan de ene dag
een geweldige ervaring hebben in een restaurant, maar als er de volgende dag ander
personeel staat kan deze ervaring veranderen. Het is hierbij ook zeer belangrijk hoe
het gedrag van de consument is.
Onscheidbaarheid en vergankelijkheid zorgt samen voor capaciteitsmanagement problemen
Op tentamen: voorbeeld geven van het begrip