100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Inleiding strafrecht nabespreking probleem 7 €4,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Inleiding strafrecht nabespreking probleem 7

 1 keer bekeken  0 keer verkocht

Inleiding strafrecht nabespreking probleem 7

Voorbeeld 3 van de 16  pagina's

  • 23 december 2021
  • 16
  • 2021/2022
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (125)
avatar-seller
tessathuis
Inleiding strafrecht nabespreking probleem 7

Leerdoelen:

- Welke vragen moet de rechter beantwoorden en welke einduitspraken kan hij doen?
- Welke wettelijke en niet-wettelijke strafuitsluitingsgronden zijn er?
- Hoe is de uitspraak van de rechter bij een strafuitsluitingsgrond?

Welke vragen moet de rechter beantwoorden en welke
einduitspraken kan hij doen?

Het wettelijke beslissingsschema dat de strafrechter in elke strafzaak tijdens de
beraadslaging moet afwerken, is vastgelegd in art. 348 en 350 Sv. De verdeling in de twee
artikelen heeft inhoudelijke redenen. De beslispunten van art. 350 Sv gaan over de inhoud
van de strafzaak, zoals de vraag of de verdachte schuldig is. Dit zijn de materiele vragen,
ook wel de hoofdvragen genoemd. Deze vragen zijn in vier subvragen geformuleerd. De
vragen van art. 348 Sv betreffen niet de inhoud van de strafzaak. Het gaat in dat artikel om
de vraag of de rechter wel aan de inhoudelijke beslissingen over de strafzaak mag
toekomen. Daarvoor is noodzakelijk dat de rechter eerst vooraf vaststelt dat aan een aantal
essentiële voorwaarden is voldaan. Dat betreft vier kwesties die in art. 348 Sv als vier
beslispunten zijn geformuleerd. Vanwege hun karakter noemen we ze de formele vragen of
ook wel voorvragen.
De volgorde van de twee artikelen is dwingend. De rechter mag niet aan de vragen van art.
350 Sv toekomen als bij de beraadslaging over de beslispunten van art. 348 Sv blijkt dat
daar een beletsel voor bestaat.
Art. 358 Sv bepaalt welke beslissingen in het vonnis moeten worden vermeld en art. 359 Sv
geeft voorschriften voor de motivering van die beslissingen. Het één is niet denkbaar zonder
het ander. Ontbreekt dit in het vonnis dan is het vonnis nietig.
Art. 348 Sv noemt vier formele beslispunten waarover de rechtbank moet beraadslagen en
beslissen. Deze beslispunten zijn:

- Is de dagvaarding geldig?
- Is de rechtbank bevoegd van het ten laste gelegde feit kennis te nemen?
- Kan de officier van justitie door de rechtbank ontvangen worden in zijn
strafvervolging?
- Zijn er redenen de vervolging te schorsen?

Is de dagvaarding geldig?
De rechter dient te beraadslagen en te beslissen of de dagvaarding geldig is. Die
beraadslaging kan twee uitkomsten hebben. De dagvaarding is geldig of deze is niet geldig.
In dat laatste geval noemen we de dagvaarding nietig. De beslissing is in dat geval:
nietigheid van de dagvaarding: art. 349 lid 1 Sv.
Een dagvaarding kan om vier redenen nietig zijn:
1. Het kan zijn dat de dagvaarding niet volgens de regels van de vijfde afdeling van Titel
1 van het Vijfde Boek (de artikelen 585 e.v. Sv) aan de verdachte betekend is. En die


1

, betekening is wel van belang. Zij bedoelt immers in de eerste plaats aan de
verdachte mede te delen dat er tegen hem een onderzoek ter terechtzitting zal
worden gehouden, waar en wanneer dat zal plaatsvinden, waartegen hij zich bij die
gelegenheid te verdedigen heeft en welke rechten hij in dat kader heeft.

Zo’n tekortkoming hoeft geen gevolg te hebben als de verdachte ter terechtzitting is
verschenen, aangezien de verdachte dan kennelijk van de dagvaarding op de hoogte
was. Ook is er geen probleem als de raadsman van de verdachte is verschenen en
hij gemachtigd is door de verdachte. Is er echter niemand verschenen en is de
dagvaarding niet volgens de regels uitgereikt, dan spreekt de rechter de nietigheid
van de dagvaarding uit: art. 349 lid 1 Sv; dat staat ook al in art. 278 lid 1 Sv.

2. De dagvaarding moet voortvloeien uit een door de officier van justitie genomen
vervolgingsbeslissing. Normaliter gebeurt dit door een handtekening van de officier
van justitie. Indien de vervolgingsbeslissing niet onder controle en
verantwoordelijkheid van de officier van justitie is genomen, dan zal de dagvaarding
nietig worden verklaard.

3. De dagvaarding moet een aantal mededelingen bevatten omtrent de rechten van de
verdachte (art. 260 lid 2 en lid 4 Sv). Indien de rechter van oordeel is dat dit niet op
adequate wijze is gedaan, wordt allereerst de mogelijkheid geboden deze fouten te
herstellen door alsnog de rechten voor te leggen aan de verdachte. Indien herstel niet
mogelijk is, zal de dagvaarding nietig worden verklaard.

4. Ten slotte moet het belangrijkste stukje uit de dagvaarding, de tenlastelegging, aan
bepaalde eisen voldoen: art. 261 Sv. Als aan een van deze eisen niet is voldaan en
niet meer te herstellen is, is de dagvaarding nietig.
Alleen niet-herstelbare fouten leiden tot een nietige dagvaarding. Indien de dagvaarding
geldig is, hoeft de rechter deze beslissing niet in het vonnis te vermelden of te motiveren.
Wordt de dagvaarding echter niet geldig bevonden, dan verklaart de rechter de dagvaarding
nietig en dan zet hij die beslissing ook in het vonnis: art. 358 lid 1 Sv jo. art. 349 lid 1 Sv. Ook
deze rechterlijke beslissing moet gemotiveerd worden (art. 359 lid 2 Sv).
Is de rechter bevoegd van het ten laste gelegde feit kennis te nemen?
De rechter heeft te beraadslagen en te beslissen over de vraag of hij bevoegd is kennis te
nemen van het ten laste gelegde feit. Die vraag kan maar twee antwoorden hebben: de
rechter is bevoegd of niet. Als dat niet het geval is, dan spreekt de rechtbank haar
onbevoegdheid uit: art. 349 lid 1 Sv.
Absolute competentie
Allereerst moet de rechter nagaan of de commune strafrechter wel bevoegd is of dat er
wellicht een speciale rechter bevoegd is, zoals bij economische delicten of als een militair
een strafbaar feit heeft gepleegd. De tweede grond houdt verband met de competentie van
de commune strafrechter. Er zijn immers drie commune strafrechters: de rechtbank, het
gerechtshof en de Hoge Raad der Nederlanden. Wordt een zaak bij de verkeerde rechtbank
aangebracht dan zal deze zich onbevoegd verklaren. De kantonrechter is een zelfstandige
sector binnen de rechtbank. Als een zaak bij de kantonrechter wordt aangebracht die voor de
rechtbank had moeten zijn en andersom dan hoeft de rechter zich niet onbevoegd te
verklaren, maar kan hij de zaak doorverwijzen naar zijn collega die wel bevoegd is. Als een
zaak voor de kantonrechter bij de rechtbank terechtkomt dan mag de rechtbank deze zaak


2

, ook afhandelen, mits de verdachte daardoor niet in zijn belangen wordt geschaad (art. 349
lid 2 Sv).
Relatieve competentie
Ook al weten we dat naar de regels van de absolute competentie de rechtbank in eerste
aanleg vrijwel altijd bevoegd is van het ten laste gelegde feit kennis te nemen, dan weten we
daarmee nog niet welke rechtbank in Nederland bevoegd is. We hebben immers in de
nieuwe regeling uiteindelijk elf rechtbanken. Die rechtbanken kunnen niet zomaar alle
strafzaken gaan behandelen. Hun rechtsmacht is in het algemeen beperkt tot hun eigen
geografisch begrensd rechtsgebied: het arrondissement. Willen zij bevoegd zijn een
strafzaak te behandelen, dan moet die strafzaak een in de wet aangeduid verband hebben
met hun geografisch rechtsgebied. De tenlastelegging moet een plaats aanduiden waarop
het ten laste gelegde feit is begaan (art. 261 Sv).
Als de rechtbank bevoegd is van het ten laste gelegde feit kennis te nemen, hoeft de rechter
deze beslissing niet in het vonnis te vermelden. Bevindt de rechtbank dat zij onbevoegd is,
dan verklaart zij zich onbevoegd en dan zet zij die beslissing ook in het vonnis: art. 358 lid 1
Sv jo. art. 349 lid 1 Sv. Ook deze beslissing moet gemotiveerd worden.
Is de officier van justitie ontvankelijk in de strafvervolging?
De rechter heeft te beraadslagen en te beslissen over de vraag of de officier van justitie kan
worden ontvangen in de strafvervolging van de verdachte ter zake van het ten laste gelegde
feit. Ook dat is een ‘ja/nee-vraag’: de officier van justitie is ontvankelijk in de strafvervolging
of hij is dat niet. Als dat niet het geval is, dan luidt de beslissing van de rechtbank: verklaart
de officier van justitie niet ontvankelijk in de strafvervolging: art. 349 lid 1 Sv.
Er zijn verschillende redenen waarom de officier van justitie niet-ontvankelijk is:

- Indien er sprake is van een vervolgingsbeletsel (verjaring, leeftijd etc.)
- Indien de vervolgingsbeslissing in strijd is met de beginselen van behoorlijke
procesorde
- Indien er tijdens het onderzoek sprake is geweest van zodanige onrechtmatigheden
dat er doelbewust tekort is gedaan aan de rechten van de verdachte.
Indien de officier van justitie ontvankelijk is, hoeft de rechter deze beslissing niet in het
vonnis te vermelden of te motiveren. Wordt de officier van justitie echter niet-ontvankelijk
bevonden, dan verklaart de rechter de officier van justitie niet-ontvankelijk en dan zet hij die
beslissing met motivering ook in het vonnis: art. 358 lid 1 jo. art. 349 lid 1 jo. art. 359 Sv.
Zijn er redenen de vervolging te schorsen?
Het is raadzaam om vanaf het begin van de vervolging oplettend te zijn op de vraag of zich
een reden voor de schorsing van de vervolging voordoet. De mogelijkheid om gedurende de
tijd dat de vervolging loopt te allen tijde tot schorsing daarvan te beslissen, berust op art. 19
Sv.
Indien er geen redenen tot schorsing zijn, hoeft de rechter deze beslissing niet in het vonnis
te vermelden of te motiveren. Bevindt de rechter dat er wel redenen zijn om de vervolging te
schorsen, dan schorst hij de vervolging en dan zet hij die beslissing gemotiveerd in het
vonnis: art. 358 lid 1 jo. art. 349 lid 1 jo. art. 359 lid 2 Sv.
Als niet aan een van de voorvragen wordt voldaan en dus een beslissing van art. 349 lid 1
Sv concludeert, dan kan niet aan de hoofdvragen van art. 350 Sv worden toegekomen. Dit
betekent ook het einde van de behandeling van de betreffende strafzaak voor de betreffende
rechter en is daarmee een einduitspraak (art. 349 en art. 138 Sv).


3

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper tessathuis. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 64438 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49
  • (0)
  Kopen